Tractel Tracrod base Installations-, Gebrauchs- Und Wartungsanleitung Seite 41

• deze Tractel apparatuur te gebruiken anders
®
dan is aangegeven in hoofdstuk "12. Levens-
duur".
• deze uitrusting te gebruiken als valbeveiliging
voor meer dan 2 personen.
• deze apparatuur te laten gebruiken door een
gebruiker wiens gewicht, inclusief uitrusting en
gereedschap, hoger is dan 150 kg.
• deze apparatuur te gebruiken met een maxi-
mumlast tussen 100 kg en 150 kg (totale ge-
wicht van de operator, zijn uitrusting en zijn
gereedschap) indien een element van het
valbeveiligingssysteem een lagere maximale
gebruikslast heeft,
• een Tractel verankeringssysteem te gebrui-
®
ken als een operator ermee is gevallen.
• een Tractel verankeringssysteem te gebrui-
®
ken als ankerpunt voor een apparaat om lasten
te hijsen.
• deze apparatuur te gebruiken in een bijzonder
corrosieve of explosieve atmosfeer,
• een Tractel verankeringssysteem voor valbe-
®
veiliging voor enige andere toepassing te ge-
bruiken dan is beschreven in deze handleiding.
• deze Tractel apparatuur te gebruiken als u
®
niet in een goede fysieke conditie bent,
• deze Tractel apparatuur te gebruiken als u
®
zwanger bent,
• deze Tractel apparatuur te gebruiken als de
®
veiligheidsfuncties van één van de onderdelen
aangetast is door de veiligheidsfunctie van een
ander artikel of hierop inwerkt,
• deze Tractel apparatuur te gebruiken om een
®
last vast te zetten,
• een valbeveiligingssysteem met een maximale
dynamische belasting hoger dan 6 kN of ver-
moedelijk hoger dan 6 kN, vast te zetten op
een Tractel verankeringssysteem voor valbe-
®
veiliging.
• om reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
te verrichten aan deze apparatuur zonder spe-
cifieke training en schriftelijke toestemming van
Tractel .
®
• een Tractel verankeringssysteem te installe-
®
ren op een constructie waarvan de mechani-
sche breeksterkte lager is dan 13 kN of wordt
verondersteld lager te zijn dan 13 kN.
• een Tractel verankeringssysteem voor val-
®
beveiliging voor enige andere toepassing te
gebruiken dan is beschreven in deze handlei-
ding.
• een Tractel verankeringssysteem buiten het
®
temperatuurbereik van -35°C tot +60°C te ge-
bruiken.
• een Tractel verankeringssysteem te gebrui-
®
ken als de ruimte onder het verankeringssys-
teem niet compatibel is met het anker van het
te gebruiken valbeveiligingssysteem of als er
een obstakel is in de valweg.
• een Tractel verankeringssysteem te gebrui-
®
ken als er niet vooraf een reddingsplan is op-
gesteld voor het geval de gebruiker valt.
• een Tractel ankerpunt voor valbeveiliging te
®
installeren onder de verplaatsingszone van de
gebruiker.
• een Tractel verankeringssysteem te instal-
®
leren met behulp van bevestigingsmiddelen
waarvan de sterkte, diameter, aantal of aan-
haalmomenten niet voldoen aan de specifica-
ties in deze handleiding.
• enige andere uitrusting te koppelen aan deze
uitrusting dan een valbeveiligingssysteem.
• om op deze voorziening een andere veranke-
ringsstang te installeren dan de door Tractel
vervaardigde verankeringsstang
7. Bijbehorende uitrusting
Valbeveiligingssysteem (EN 363):
• Verankeringssysteem (EN 795).
• Eindconnector (EN 362).
• Valbeveiligingssysteem (EN 360).
• Connector (EN 362).
• Harnasgordel (EN 361).
8. Onderhoud en opslag
Als het valbeveiligingssysteem vuil is, moet het
worden gewassen in helder, koud water met een
mild schoonmaakmiddel, indien nodig met een
synthetische borstel.
Bescherm de uitrusting tijdens transport en op-
slag tegen elk risico van schade (scherpe ran-
den, directe warmtebron, chemicaliën, UV, enz.).
NL
®
41