64
PRO-VS MINI
f. MIDI CC – selecteert of MIDI
continue controllerberichten
worden ontvangen
of uitgeschakeld.
g. Prog Bulk SysEx Send - voert
de geheugeninhoud van het
programma uit als SysEx met
behulp van de USB-aansluiting.
h. Prog Sing SysEx Send - voert
het huidige programma uit
als SysEx met behulp van de
USB-aansluiting.
i. Patt Bulk SysEx Send - voert
sequencergeheugeninhoud uit
als SysEx met behulp van de
USB-aansluiting.
j. Patt Sing SysEx Send -
voert de huidige reeks uit als
SysEx met behulp van de
USB-aansluiting.
k. SysEx Receive Listening –
hiermee kan de Pro VS SysEx
ontvangen van een externe
bron met behulp van de
USB-aansluiting.
l. Factory Reset – reset alle
programma's en sequenties
naar de fabrieksinstellingen.
Geeft ook de
rmwareversie weer.
(32) SYNC – herhaaldelijk de toets
indrukken geeft de volgende
menu's weer:
a. Synchronisastiebron –
omschakelen tussen intern,
MIDI, USB of Trigger
b. Sync Type – omschakelen
tussen 1ppq, 2ppq, 4ppq, 24ppq
of 48ppq
(33) SCALE – selecteert , T, ,
T, (global)
(34) SWING – selecteert 50
(geen swing), 55, 60, 65, 70,
75 (global)
(35) ARP SET – selecteert omhoog,
omlaag, omhoog en omlaag
(36) SEQUENCER SET – omschakelen
tussen vaste stappen (nootlengtes
gedenieerd per stap) of opname
(noten zoals opgenomen)
(37) CLEAR ALL – wist alle
sequencergeheugens
(38) CLEARACTIEF – wist de actie
van actieve stappen (knop 29) en
maakt alle stappen actief.
(39) METRONOME – schakelt de
metronoom in of uit.
(40) LFO SET – selecteert de golfvorm
van de LFO uit driehoek, blok,
zaagtand, ramp of S&H
(41) OSC SET – selecteert grove of
jnstemming voor de oscillators
met regelaar 23
(42) FIL ENV – stelt de hoeveelheid
envelopemodulatie van het lter
in van 0 – 99.
(43) MIX ENV – herhaaldelijk de toets
indrukken geeft de volgende
menu's weer
a. Mix Env Loop – kies uit o,
0->3, 1->3, 2->3, 0<->3,
1<->3, 2<->3 (als deze optie
wordt geselecteerd zijn
er geen andere
menuopties beschikbaar).
b. Mix Env Repeat – kies tussen
1 – 7 en continuous
c. Mix Env Points:
0 - 4 – gebruik de
golfvormmixbesturing 8 om
de balans tussen a, b, c en d op
elk punt in te stellen. Ga van
punt naar punt met de knoppen
9 en 10.
(44) NAME – hiermee kan de
patchnaam met het keyboard
worden ingevoerd
(45) PROGRAM-INIT – initialiseert het
geselecteerde programma.
(46) STORE – slaat het huidige
programma op.
Quick Start Guide
De sequencer gebruiken
• Druk achtereenvolgens op
Function (28), dan Menu (32) en
kies Seq
• Vaste stappen of opname
selecteren met toets 36
• Schakel zo nodig metronoom in of
uit met toets 39.
• Druk nogmaals op de Function om
de functiemodus af te sluiten
• Laat de sequencer afspelen met
knop 29
• Selecteer de sequence waarnaar
u wilt schrijven met knop 27
en het keyboard (witte toetsen
selecteren patterns 1 – 16)
• Gebruik de knoppen Function en
Clear om noten uit de sequence
te verwijderen. Herhaaldelijk op
Clear drukken wist alle noten.
• Noten kunnen vervolgens in de
maat van de metronoom worden
opgenomen met het
keyboard (indien gebruikt).
• Het programma kan tijdens de
opname altijd worden gewijzigd
met de knoppen 9 en 10.
• Als u tevreden bent over de
sequence, druk dan op Function
en Write. Als u niet naar hetzelfde
65