Om te controleren of het condens op de juiste wijze
wordt afgevoerd, moet u langzaam een kleine
hoeveelheid water in de condensbak gieten en
controleren of het water langzaam en continu naar de
afvoer stroomt. Indien nodig het afschot aanpassen.
7 .4 Ontluchting
Na afloop van de montage moet het circuit van de unit als volgt worden
ontlucht:
1.
Open de aanvoer- en retourkleppen om water in het circuit te laten
stromen.
2.
Ontlucht het circuit door opening van de klep in de aangegeven
stand. Sluit de klep als er geen lucht meer ontsnapt.
8 . Elektrische aansluiting
Voordat u de elektrische aansluiting maakt, moet u controleren of de
nominale spanning van het apparaat (230 V AC 50 Hz) gelijk is aan de
netspanning, of het stopcontact de nominale stroom kan leveren die
overeenkomt met het maximale vermogen van het gekozen model en
of dit stopcontact moet worden bediend door een tweepolige schakelaar
waarmee de radiator kan worden in- en uitgeschakeld.
Raadpleeg de volgende schakelschema's, met en zonder magneetventiel:.
Blue
Valve
Brown
Power
Plug
Valve 1
Valve 2
Reserved interfaces
Cod. 1910000000085 - nv02
DC Fan
Motor
Inlet water
(White)
temperature sensor
(Green) Inlet air
temperature sensor
Wired
Controller
Blue
Brown
Power
Plug
Valve 1
Valve 2
Reserved interfaces
In geval van schade kan de voedingskabel van deze radiatoren worden
vervangen, de reparatie mag alleen door de fabrikant worden uitgevoerd.
9 . Checklist voor het opstarten
Voordat u de unit start, moeten u enkele controles
uitvoeren om er zeker van te zijn dat het apparaat onder
de juiste omstandigheden werkt. De volgende checklist
is een minimumlijst van uit te voeren controles voordat u
het systeem in gebruik kunt nemen:
1.
Controleer of de ventilatoren ontgrendeld zijn en vrij kunnen draaien
zonder belemmering;
2.
Controleer of de waterstroom in alle leidingen goed is;
3.
Controleer de juiste bedrijfstoestand van het hele systeem, zoals
vereist voor een correcte installatie;
4.
Controleer of de spanning van het voedingssysteem correct is en of
deze binnen de door de unit toegestane bedrijfslimieten ligt;
5.
Controleer of de unit goed is aangesloten op het elektrische
aardingssysteem;
6.
Controleer of de elektrische schakel- en beveiligingsinrichtingen
correct zijn aangebracht;
7.
Controleer
of
de
aangebracht en goed vastzitten;
8.
Controleer alle hydraulische aansluitingen en koppelingen op
lekkages;
9.
Controleer of de plaatsing van de unit een goede ventilatie mogelijk
maakt.
Als alle controles zijn uitgevoerd en de elektrische aansluitingen
voldoen aan alle geldende voorschriften in het land van installatie, kan
de unit worden gestart. Sluit de unit aan op de stroomvoorziening en
volg de onderstaande aanwijzingen om het apparaat te starten. Als er
na het opstarten van de unit hard lawaai of geluid te horen is, moet de
stroomtoevoer onmiddellijk worden onderbroken om de unit te beveiligen.
- 69 -
Nederlands
DC Fan
Motor
(White)
Valve
(Green) Inlet air
Wired
Controller
elektrische
kabelverbindingen
Inlet water
temperature sensor
temperature sensor
goed
zijn