De uitsturing van de opname
kunt u regelen met de beide
regelaars (19). De stereo
kanalen
zijn gescheiden
instelbaar,
maar door de koppeling ook gezamenlijk. Het juiste uitsturings-
niveau controleert u met de beide meters (18). De quasi-piek-
waarde aanduiding maakt optimale bandopnamen mogelijk.
Een opname is optimaal uitgestuurd, wanneer bij de luidste pas-
sages in het programma
de wijzers juist tot aan het 0 dB-teken
(begin van het rode gebied) uitslaan.
Kortstondige overschrijding van het 0 dB teken beinvloedt de
opname nog niet nadelig.
Bij een te lage uitsturing wordt de dynamiek van de band niet
geheel benut. Bij een te hoge uitsturing bestaat het gevaar van
hoorbare vervorming bij de weergave.
Start en opname
Door het lossen van de PAUSE-toets (10) start U de band, die
nu opneemt.
Mogelijk, maar
minder
makkelijk is het starten
zonder de PAUSE-toets. Ook dan moet U eerst de RECORD-
toets (4) indrukken en net zolang blijven indrukken, tot de
toets » (7) ingedrukt is.
Waar U bij de opname
van de diverse signaalbronnen op moet
letten, kunt U in de volgende alinea's lezen.
Grammofoonplaten opnemen
Voor het aansluiten van een platenspeler heeft U de volgende
mogelijkheden:
1. Platenspeler en cassettedeck zijn aangesloten op een stereo-
versterker of -receiver. Schakel in dit geval de ingangskeuze-
schakelaar van de versterker op PHONO.
2. Voor
directe aansluiting
van
een
platenspeler
gaat U als
volgt te werk:
Platenspelers,
voorzien
van
een aansluitkabel
met Cynch-
stekers, worden
aangesloten op de bussen
LINE
INPUT
(zwart = rechter kanaal, wit= linker kanaal). Kabels met DIN-
steker worden
aangesloten
op
REC/PB.
Bij platenspelers
met een
keramisch- of kristalelement kan dit rechtstreeks.
Bij een platenspeler met een magnetisch of een dynamisch
element
is de voorversterker
Dual
TVV
47 nodig.
Is de
platenspeler voorzien van Cynch-stekers, dan heeft u extra
de adapter Dual art. nr. 262 483 nodig.
Opname van radioprogramma's
Als het cassettedeck en de tuner (radio-ontvangerdeel) aan een
hifi-versterker
zijn aangesloten,
kunnen
radioprogramma's
worden
opgenomen
zonder veranderingen
in de kabelverbin-
dingen aan te brengen.
Als een tuner rechtstreeks op het cassettedeck moet worden
aangesloten, geschiedt dit door Cynch-stekers aan te sluiten op
LINE
INPUT
(zwart = rechter kanaal, wit = linker kanaal) of
een DIN-steker aan te sluiten op de ingang REC/PB.
Opnemen van een bandopnemer
Moet er van een spoelen- of cassetterecorder op Uw cassette-
deck een opname overgespeeld worden, dan is dat rechtstreeks
mogelijk met de bij uw cassettedeck meegeleverde aansluitkabel.
Deze wordt aangesloten op de ingang REC/PB en verbonden
met het andere bandapparaat,
dat als programmabron
dienst
doet (weergeeft). Ingeval U van Uw cassettedeck op een andere
band-
of cassetterecorder c.q. deck wilt opnemen,
dan is in
zo'n
geval
overspeel-adapter
Dual
art.
nr.
226
818
nood-
zakelijk, die aansluiting
vindt
in de aansluitbus van het op-
nemende apparaat.
Maakt u gebruik van Cynch aansluitkabels, dan verbindt u het
opnemende band-apparaat over LINE IN met het weergevende
bandapparaat op LINE OUT.
Microfoon-opnamen
Voor aansluiting aan Uw hifi-cassettedeck zijn alle hoog- en
middelohmige
microfoons
geschikt
met een
impedantie
van
200 — 1000 Ohm en een 6,35 mm @ (1/4 inch) coaxiaalsteker.
Wij
bevelen
u de
hifi-elektret-condensatormicrofoons
Dual
MC 304 en Dual MC 316 hiervoor aan.
De aan de bus (21) aangesloten microfoon wordt automatisch
op beide sporen opgenomen.
Een stereo-microfoon opname is
mogelijk via de 5-polige DIN-aansluiting.
Wissen
Het apparaat wist bij iedere opname
de opname die oorspron-
kelijk op het betreffende spoor stond. Als U een opname zon-
der iets nieuws op te nemen wilt wissen, speelt U de cassette
in de stand
"opname! af, waarbij de ingangsregelaars op "07
staan. Alle compact-cassettes
hebben
aan de achterkant twee
uitsparingen, die door kunststof tongen zijn afgelosten. Eigen
opnamen kunt U tegen ongewenst wissen beschermen, door de
tongen te verwijderen.
De in de handel verkrijgbare voorbespeelde cassettes zijn reeds
op deze manier tegen ongewenst wissen beschermd.
Om
opnemen
weer mogelijk te maken,
kunt U de uitsparing
overplakken met plakband.
Let U er op, dat bij CrO2-cassettes, de soms extra aanwezige
openingen niet worden afgedekt.
Technische eigenschappen
Aandrijving
De precise-gelijkstroommotor is met een ingebouwde frequen-
tiegenerator en een modern regel-IC voor controle van de draai-
snelheid uitgerust. De tweevoudig ontkoppelde motorophanging
verhindert de voortplanting van trillingen en motorgeluiden.
Een zorgvuldig geslepen, platte precisiesnaar drijft de kaapstan-
der aan een draagt daarmee bij aan de buitengewoon constante
gelijkloop.
De opwikkelhaspel
wordt
aangedreven
door een
tweede snaar onmiddelijk
aan de motor, zodat storingen, bij-
voorbeeld
door verschillen
in bandwikkeling,
geen
invloed
hebben op het bandtransport.
Voor het snelspoelen van de cassette is een bedrijfszeker tand-
wiel-systeem gebruikt. Hierdoor is zelfs na langere tijd een storings-
vrij snelspoelen, ook van oudere cassettes, gewaarborgd.
Elektronica
bewaakt
voortdurend
de bandloop en verhindert
de vorming van ''bandsalade''. Tevens wordt aan het eind van
de band het automatisch afslaan bewerkstelligd.
Zorgvuldig bandtransport en nauwkeurige Azimuth-instelling
verzekeren de beste hoogweergave en vermijden niveauverschil-
len.
Kop
De
ingebouwde
2/4-spoor
M
&
X
opname/weergavekop
biedt uitstekende magnetische eigenschappen, gekoppeld
aan
een geringe mechanische slijtage.
Compact-cassette-systeem
Uw hifi-stereo-cassettedeck
werkt in 2/4 sporen-techniek. Op
de breedte van de band zijn vier sporen aanwezig, waarbij in
iedere richting twee stereosporen ter beschikking staan. De
bandlengte wordt hierdoor voor stereo benut voor een dubbele
speeltijd.
De op Uw cassettedeck opgenomen
cassettes kunnen ook op
mono-cassettespelers worden afgespeeld, dat wil zeggen mono-
en stereocassettes zijn compatibel.
Onderhoud en verzorging
Het is aan te bevelen van tijd tot tijd de koppen, de kaapstan-
der-as en de bandgeleidingen
te reinigen. Daartoe
kan de af-
dekking (3) worden verwijderd (Fig. 3).
Gebruikt u voor de reiniging een met alcohol bevochtigd linnen
lapje of een wattenstaafje, bijv. O-tips, Gebruik nooit metalen
voorwerpen en kom ook niet met de vinger aan de kopspiegel.
De reiniging van de aandrukrol dient te geschieden met een
droge, niet rafelende doek.
Aangezien
alle smeerpunten van voldoende olie zijn voorzien,
zal onder normale omstandigheden het apparaat zonder smering
probleemloos functioneren. Probeer nooit zelf te olien. Er mogen
alleen speciale smeermiddelen
gebruikt worden.
Ook andere
ingrepen
moeten
zonder voldoende
kennis van mechanica en
electronica
aan een vakman
c.q. de importeur worden
over-
gelaten.
Opheffen van storingen
Als er bij Uw cassettedeck storingen optreden, probeer dan
eerst ter plaatse, of het niet slechts het gevolg is van een be-
dieningsfout. De volgende opsomming zal U hierbij helpen.
17