Herunterladen Diese Seite drucken

Dräger Polytron C300 Gebrauchsanweisung Seite 28

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

nl
Bedrijf
6.4
Controle van de gevoeligheid
3
1. Vervang het filter (1) vóór de sensor.
2. Laat het gas uit de testgasfles 50 ppm NH
de begassingsadapter (2) met minstens 0,5 L/min langs de
sensor stromen (zie toebehorenlijst op pagina 12).
De groene LED op de meetkop moet binnen 5 minuten
beginnen te knipperen. Het sensorsignaal in het
controlevenster is 50 ppm ±10 ppm. Het knipperen gaat na
max. 5 minuten over in continu branden.
De sensor is in orde.
28
AANWIJZING
De gevoeligheid kan niet worden bijgesteld.
Een multimeter met max-waarde-opslagfunctie kan op de
aftakdoos of op de evaluatie-eenheid op de 0 V tot 10 V
signaalleiding worden aangesloten. De afgelezen
spanningswaarde in het 0 V tot 10 V meetbereik komt overeen
met de gemeten concentratie in het bereik 0 tot 100 ppm NH
1
AANWIJZING
Als het controlevenster niet meer bereikt wordt, moet de
sensor worden vervangen.
7
1. Schakel de voedingsspanning op de evaluatie-eenheid in.
Na het inschakelen of na een onderbreking van de
voedingsspanning moet de sensor een gedefinieerde tijd
opwarmen. Dat wordt door groen-geel knipperen van de LED
2
gesignaleerd.
De ingelopen, foutvrije bedrijfstoestand van de meetkop
00433718.eps
wordt na max. 30 minuten door het oplichten van de groene
(3) ±5 % met
LED gesignaleerd.
3
Een foute bedrijfstoestand wordt door knipperen van de
gele LED gesignaleerd.
Bedrijf
.
3

Werbung

loading