Herunterladen Diese Seite drucken

Husqvarna 129R Bedienungsanweisung Seite 210

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 129R:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 68
Voer regelmatig onderhoud uit. Laat de snijuitrusting
regelmatig door een erkend servicepunt controleren,
zodat er aanpassingen en reparaties uitgevoerd
kunnen worden.
Dit leidt tot betere prestaties van de snijuitrusting.
De levensduur van de snijuitrusting neemt toe.
Het risico van ongevallen neemt af.
Gebruik uitsluitend een goedgekeurde beschermkap
voor de snijuitrusting. Zie
217 .
Gebruik nooit beschadigde snijuitrusting.
Grastrimmerkop
Zorg dat u de grastrimmerdraad strak en gelijkmatig
om de trommel rolt om trillingen te verminderen.
Gebruik alleen goedgekeurde grastrimmerkoppen en
grastrimmerdraden. Zie
Gebruik een grastrimmerdraad met de juiste
lengte. Een lange grastrimmerdraad gebruikt meer
motorvermogen dan een korte grastrimmerdraad.
Zorg ervoor dat het mes op de beschermkap van de
snijuitrusting niet beschadigd is.
Laat de grastrimmerdraad 2 dagen in water
weken voordat u deze op het product bevestigt.
Dit zorgt voor een langere levensduur van de
grastrimmerdraad.
Zie instructies voor snijuitrusting voor de juiste
procedure voor invoeren van de draad en de keuze
van de juiste draaddiameter.
Grasmaaibladen en grasmessen
Gebruik het product met een goedgekeurd
grasmaaiblad. Gebruik geen grasmaaiblad zonder
dat de overige vereiste onderdelen naar behoren
zijn aangebracht. Zorg dat de installatie op de juiste
manier is uitgevoerd en dat de juiste onderdelen zijn
gebruikt. Door een onjuiste installatie kan het blad
worden weggeslingerd en ernstig letsel toebrengen
aan de gebruiker en/of omstanders.
Draag beschermende handschoenen wanneer u het
blad hanteert of daar onderhoudswerkzaamheden
aan uitvoert.
Gebruik hoofdbescherming wanneer u een product
met een grasmaaiblad gebruikt.
Grasmaaibladen en grasmessen worden gebruikt
om ruw gras te maaien.
Een grasmaaiblad kan letsel veroorzaken als het
nog draait nadat de motor wordt uitgeschakeld of
de gashendel wordt losgelaten. Zorg ervoor dat
het grasmaaiblad volledig tot stilstand is gekomen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Schakel de motor uit voordat u werkzaamheden
aan de snijuitrusting uitvoert. Zorg ervoor dat de
snijuitrusting volledig tot stilstand komt. Koppel de
kabel van de bougie los.
Gebruik alleen een goedgekeurde snijuitrusting of
een juist geslepen blad.
210
Accessoires op pagina
Accessoires op pagina 217 .
Houd de snijtanden van het blad goed en juist
geslepen.
(Fig. 24)
Gebruik nooit beschadigde snijuitrusting.
Bevestig de transportbeveiliging op het
grasmaaiblad wanneer u het product vervoert of
opslaat.
Terugslag
Een terugslag is een plotselinge beweging van
het product naar de zijkant, naar voren of naar
achteren. Een terugslag vindt plaats wanneer het
grasmaaiblad of zaagblad een object raakt dat niet
kan worden gemaaid. Op plaatsen waar u moeilijk
kunt zien wat u maait, is er een groter risico op
terugslag.
Bij een terugslag bestaat het risico dat het product
of de gebruiker uit zijn positie wordt gebracht. Een
bewegend blad kan omstanders raken en er is kans
op letsel.
Gooi een blad dat verbogen is, scheuren vertoont of
gebroken of beschadigd is, weg.
Gebruik een scherp blad. Het risico op terugslag is
groter als het blad niet scherp is.
Brandstofveiligheid
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
Vul geen brandstof voor de motor bij in een
afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden
191 - 008 - 24.06.2022

Werbung

loading