g) Kleurenpalet instellen
Door het instellen van het kleurenpalet kunt u het weergavecontrast optimaal
selecteren voor uw meettoepassing. Er staan drie kleurenpaletten ter beschik-
king.
IJzer-pallet
Typische kleurenpalet voor warmtebeeldtoepassingen. De koele plaatsen
worden donker weergegeven en gaan van rood naar wit voor de hete plaat-
sen.
Regenboog-pallet
De koele plaatsen worden donker weergegeven en gaan in de regenboogmo-
dus van de felle kleuren naar wit voor de hete plaatsen.
Grijs-pallet
De koele plaatsen worden zwart weergegeven en worden helderder in het grijze gebied voor de hete plaatsen. Hier
is de contrastverhouding van koud naar warm het grootst.
Ga als volgt te werk om het kleurenpalet in te stellen:
• Druk op de knop "SET" om het instellingenmenu te openen.
• Gebruik de cursorknoppen om het symbool "kleurenpalet" te selecteren en bevestig de selectie met de knop "SET".
• Gebruik de cursorknoppen om de bijbehorende parameters te selecteren. Het geselecteerde bereik wordt met
kleuren gemarkeerd.
• Bevestig de selectie met de knop "SET". Een gele punt markeert de instelling.
• Om het menu te verlaten, drukt u telkens op de knop "Terug".
83