Waarschuwingen Duo Plus - Mercedes-Benz DUO plus Betriebsanleitung

MBA_BA.book Seite 154 Donnerstag, 18. Juni 2015 7:44 07
Waarschuwingsaanwijzingen
G
GEVAAR
Om de kans op zwaar tot dodelijk letsel voor
het kind bij een ongeval, abrupte remma-
noeuvres of plotselinge richtingswijzigingen
te verkleinen:
• Kinderen kleiner dan 1,50 m en jonger dan
12 jaar altijd in een speciaal kinderzitje op
een geschikte zitplaats meenemen, omdat
bij hen de veiligheidsgordel niet correct
kan worden omgegespt. Ze kunnen zich bij
een ongeval, abrupte remmanoeuvres of
plotselinge richtingswijzigingen aan interi-
eurdelen stoten en zwaar tot dodelijk letsel
oplopen.
• Kinderen mogen in geen geval op de
schoot van één van de inzittenden plaats-
nemen. Kinderen kunnen door de bij een
ongeval optredende krachten, bij een on-
geval, abrupte remmanoeuvres of plotse-
linge richtingswijzigingen niet meer
worden vastgehouden. Ze kunnen zich aan
interieurdelen stoten en zwaar tot dodelijk
letsel oplopen.
• Alle inzittenden moeten altijd de veilig-
heidsgordel correct dragen.
154
G
GEVAAR
Uit de ongevallenstatistieken blijkt dat kinde-
ren in een geschikt kinderzitje op een van de
zitplaatsen achterin beter beschermd zijn
dan op de passagiersstoel. Het kinderzitje bij
voorkeur achterin, op een van de buitenste
zitplaatsen bevestigen. Anders kan het kind
bij een ongeval, abrupte remmanoeuvres of
plotselinge richtingswijzigingen zwaar tot do-
delijk letsel oplopen.
G
WAARSCHUWING
Het kinderzitje mag alleen vooruit gericht
op een zitplaats worden bevestigd en alleen
met een driepuntsveiligheidsgordel worden
beveiligd, nooit met een tweepuntsveiligheids-
gordel (bekkengordel). Het hierna beschreven
gordelverloop moet worden aangehouden.
De heupgordel van de driepuntsveiligheids-
gordel moet tegen de rode gordelgeleidingen
aan liggen. Anders is het kinderzitje niet
correct beveiligd. Bij een ongeval, noodstop
of plotselinge richtingswijziging kan anders
zwaar tot dodelijk letsel optreden.
G
GEVAAR
Als het kinderzitje verkeerd op de daarvoor
geschikte zitplaats gemonteerd wordt, kan
het niet zoals bedoeld beschermen.
Het kind kan dan bij een ongeval, remma-
noeuvre of abrupte verandering van richting
niet worden tegengehouden. Er bestaat een
verhoogd gevaar voor letsel of zelfs levensge-
vaar!
Het draagvlak van het kinderzitje moet op de
gehele zitting van de passagiersstoel rusten;
dit controleren. Nooit voorwerpen, zoals een
kussen, onder of achter het kinderzitje leggen.
G
GEVAAR
Als het kinderzitje verkeerd gemonteerd of
niet beveiligd is, kan het bij een ongeval, rem-
manoeuvre of abrupte verandering van rich-
ting niet loskomen. Het kinderzitje kan
rondslingeren en inzittenden raken. Er be-
staat een verhoogd gevaar voor letsel of zelfs
levensgevaar!
Ook een kinderzitje dat niet wordt gebruikt
altijd correct monteren.