3.4.3 Overzicht Bezetting Aansluitklemmen - Buderus EM100 Installationsanleitung

3 Installatie

3.4.3 Overzicht bezetting aansluitklemmen

Dit overzicht toont, welke installatiedelen kunnen worden aan-
gesloten.
Afhankelijk van het gebruik van de module (codering op de mo-
dule en configuratie via bedieningseenheid) moeten de instal-
latiedelen conform het bijbehorende aansluitschema worden
aangesloten.
De stekkers van de pomp ( afb. 6 aan einde document)
zijn afgeknipt en de kabels naar PC0 en OC0 moeten worden
aangepast.
Aansluitschema's met installatievoorbeelden
De hydraulische weergaven zijn slechts schematisch en zijn een
vrijblijvend voorbeeld voor een mogelijke hydraulische schake-
ling. De veiligheidsinrichtingen moeten conform de geldende
normen en lokale voorschriften worden uitgevoerd. Meer infor-
matie en mogelijkheden vindt u in de planningsdocumenten of
het bestek.
In de installatievoorbeelden aan het einde van het document
zijn de met * gemarkeerde bestanddelen van de installatie als
optie mogelijk, afhankelijk van de regelmodus ( tab. 9,
pagina 68).
Installatievoorbeeld aan het eind van het
document
Verbinding met gebouwautomatisering (BMS)
(instelling gewenste waarde 0-10 V); wandtoestel;
regeltype wordt via draaischakelaar (3, 4) ingesteld
(tabel 7, pagina 67)
Vloerstaand toestel, hydraulische evenwichtsfles,
pompuitlaat wordt via draaischakelaar (1, 2)
ingesteld (tabel 7, pagina 67)
Vloerstaand toestel, warmtewisselaar, pompuitlaat
wordt via draaischakelaar (1, 2) ingesteld
(tabel 7, pagina 67)
Wandtoestel GB162 V2; evenwichtsfles,
PWM-pomp (niet veranderbaar)
Tabel 5 Korte beschrijving van de installatievoorbeelden aan
het einde van het document
64
Afb.
22
23
24
24 en
25
EM100 – 6721848668 (2022/05)