2
Gegevens betreffende het product
2.2
Regeling van de warmteproducent
Deze regelstrategie wordt toegepast, als de cv-installatie via
een gebouwautomatiseringssysteem met een 0-10 V-regelaar-
uitgang wordt geregeld ( afbeelding 22 aan het einde van het
document).
Ingangsspanning Gewenste waarde
aanvoertempera-
tuur/vermogen
(wandtoestel)
0 V - 0,5 V
0 %/0 °C
0,6 V
ca. 6 %/ca. 15 °C
5,0 V
ca. 50 %/ca. 50 °C
10,0 V
ca. 100 %/ca. 90 °C aan/maximum
Tabel 2
Regeling volgens vermogen/aanvoertemperatuur
2.2.1 Vermogensregeling
Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagd
vermogen (P in procenten gerelateerd aan het maximale
vermogen van de installatie):
P / %
100
10
0,5
1
Afb. 1
Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en
gevraagd vermogen (P in procenten)
De aangesloten warmteproducent wordt overeenkomst het ge-
vraagde vermogen aan- en uitgeschakeld.
60
2.2.2 Aanvoertemperatuurregeling
Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagde
aanvoertemperatuur in °C gerelateerd aan het bereik mini-
male aanvoertemperatuur tot maximale aanvoertemperatuur
[fabrieksinstelling 20 tot 90 °C]):
Status
wandtoestel
uit
aan, wanneer >
min. vermogen
aan
Afb. 2
De aangesloten warmteproducent wordt overeenkomst de
gevraagde aanvoertemperatuur aan- en uitgeschakeld.
2.3
Afb. 6 aan het einde van het document:
[1] Module
[2] Zak met trekontlastingen
[3] Installatiehandleiding
U / V
10
0010013227-002
/ °C
90
20
0,5
1
Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en
gevraagd vermogen van de aanvoertemperatuur
in °C)
Leveringsomvang
EM100 – 6721848668 (2022/05)
U / V
10
0010024409-001