• Laat het schakelsysteem in geval
van onzekerheid beslist controleren
door uw FLYER-dealer en, indien
nodig, opnieuw afstellen.
LET OP! Gevaar voor beschadiging!
Door verkeerd schakelen kan het scha-
kelsysteem beschadigd raken.
• Trap tijdens het schakelen niet ach-
teruit op de pedalen.
Belangrijk: Neem ook de bijbeho-
i
rende instructies van de fabrikant
van uw derailleur of bedieningsele-
ment in acht.
• Zorg ervoor dat de cranks tijdens het
schakelen (vooruit) draaien maar trap niet
te sterk op de pedalen.
• Om te schakelen met een mechanische
derailleur:
Duw de onderste hendel op het bedie-
ningselement omhoog (1 of 2 stappen)
om een of twee versnellingen hoger te
schakelen.
Duw / trek de bovenste hendel op het
bedieningselement omlaag (1 of 2 stan-
den) om een of twee versnellingen terug
te schakelen.
• Om te schakelen met een elektronische
derailleur:
Neem de bijbehorende instructies van
de fabrikant van uw elektronische derail-
leur in acht.
Belangrijk: De accu van een elek-
i
tronische derailleur moet regelma-
tig worden opgeladen. De relevante
informatie vindt u eveneens in de
bijbehorende instructies van de
fabrikant
van
derailleur.
uw elektronische
15.2 Naafversnellingen
15.2.1 Werkingsprincipe van
naafversnellingen
Het schakelmechanisme van naafversnellin-
gen is gebaseerd op de zogeheten "plane-
taire tandwieloverbrenging" in de achternaaf.
U schakelt door met behulp van het bedie-
ningselement op het stuur het schakelsys-
teem in de achternaaf te bedienen.
22
30
Achternaaf
22
28
Riem
47
Bedieningselement op het stuur (zonder afbeelding)
Afb.19: Onderdelen van naafversnellingen
15.2.2 Gebruik van naafversnellingen
Belangrijk: Neem ook de bijbeho-
i
rende instructies van de fabrikant
van uw naafversnelling of bedie-
ningselement in acht.
Uw naafversnelling heeft als bijbehorend
bedieningselement ofwel een schakelhen-
del of een draaiversteller.
• Schakelen met een schakelhendel:
Druk de onderste hendel op het bedie-
ningselement omhoog om omhoog te
schakelen.
Druk de bovenste hendel op het
bedieningselement omlaag om terug te
schakelen.
• Schakelen met een draaiversteller:
Draai de draaiversteller in of tegen de rij-
richting in om omhoog of terug te schakelen.
Naafversnellingen
lingsindicator (geldt niet voor traploze
naafversnellingen): Zorg ervoor dat de
ingestelde versnelling in het midden van
het weergaveveld op de draaiversteller
wordt weergegeven om er zeker van te
zijn dat de versnelling correct is ingesteld.
24 Afbeelding met riemaandrijving; er zijn echter ook e-bikes
met kettingaandrijving die een naafversnelling hebben.
238
28
29
Voorste riemschijf
29
Achterste riem-
30
schijf
24
met
versnel-