NL
1.
Zet kleine werkstukken vast zodat ze niet
kunnen bewegen.
2.
Plaats het gereedschap zonder druk op het
werkstuk en schakel het gereedschap in.
3.
Beweeg het gereedschap langzaam over
het werkstuk. Voor het beste resultaat
beweegt u het gereedschap heen en
weer, niet in cirkels – hierdoor kan de
schuurband namelijk verschuiven. Schuur
in de richting van de korrel met parallelle,
overlappende slagen.
•
Bij het verwijderen van verf en het schuren
van zeer ruw hout moet u in een hoek van
45° naar de korrel in twee richtingen
schuren, en vervolgens in de richting van
de korrel.
•
Gebruik alleen de voorrol om hoeken en
onregelmatige werkstukken te schuren.
•
Til het gereedschap altijd van het werkstuk
voordat u het uitschakelt. De schuurband
blijft nog een paar seconden bewegen
nadat de motor is uitgeschakeld – houd
uw handen uit de buurt.
FIG. 10
Tips!
Als er na het schuren krassen of markeringen
op het werkstuk aanwezig zijn, kunt u het
volgende doen:
–
Kies een schuurband met een
grovere korrel.
–
Gebruik een nieuwe schuurband met
dezelfde korrel.
SNELHEID AANPASSEN
Draai de snelheidsregelaar naar de vereiste
snelheid.
FIG. 11
FUNCTIES EN HULP
FIG. 12
FIG. 13
62
Gebruik het frame of de klemmen om
eenvoudiger en stabieler te werken.
FIG. 14
FIG. 15
FIG. 16
FIG. 17
ONDERHOUD
WARNING!
Schakel het gereedschap uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
aanpassingen doorvoert, accessoires
omwisselt of het gereedschap reinigt of
onderhoudt.
REINIGING
Maak de ventilatieopeningen regelmatig
schoon.
FIG. 18