NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING: 2-/ 4-POORTS AFSLUITKLEP
1. ALGEMEEN
1.1. INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding geldt voor afsluitkleppen van het type:
•
V300
•
V300/4
•
V200
Kleppen van dit type worden gebruikt om de gasstroom te onderbreken. Ze worden permanent geïnstal-
leerd in het pijpleidingennet.
Deze handleiding maakt een veilig en effi ciënt gebruik van het apparaat mogelijk. De handleiding maakt
deel uit van het apparaat en dient in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat te worden bewaard en te
allen tijde voor het personeel toegankelijk te zijn.
Het personeel moet deze handleiding zorgvuldig gelezen en begrepen hebben alvorens met de werkzaam-
heden te beginnen.
De basisvoorwaarde voor veilig werken is het in acht nemen van alle veiligheidsinstructies en
instructies voor acties die in deze handleiding worden gegeven.
Bovendien zijn de plaatselijke ongevallenpreventievoorschriften en algemene veiligheidsvoorschriften voor
het toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
De illustraties in deze handleiding zijn bedoeld voor elementair begrip en kunnen afwijken van de werkelijke
uitvoering.
1.2. INFORMATIE OVER DE KLEP
Kleppen van dit type mogen alleen worden gebruikt voor de gassen die als standaardgas zijn gedefi nieerd.
NL
De maximale werkdruk voor deze kleppen bedraagt maximaal 300 bar.
Standaardgassen voor messing verchroomde kleppen zijn industriële, inerte, ontvlambare, oxiderende gas-
sen en mengsels ervan.
Niet toegelaten voor messing verchroomde kleppen zijn bijtende en/of giftige gassen en/of hun mengels.
De roestvrijstalen versie van de kleppen kan ook worden gebruikt voor bijtende en giftige gassen en/of hun
mengsels naast de standaardgassen.
Afsluitkleppen met metalen membraan in 2-poorts of 4-poorts uitvoering. Geproduceerd en getest volgens
ISO10297 inclusief zuurstof-burnout-test voor hoofdafsluiters.
De afsluitklep bestaat uit een klephuis en een handwiel. De klepstand kan worden afgelezen op het hand-
wiel van de 4-poorts klep door middel van een gekleurde markering.
"Groen" – klep is open.
"Rood" – klep is gesloten.
Voor de ingangs- en uitgangsaansluitingen zijn verschillende knelkoppelingen verkrijgbaar.
1.3. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
VEILIGHEIDSIN
STRUCTIES
Veiligheidsinstructies worden in deze handleiding aangeduid
met symbolen. De veiligheidsinstructies worden ingeleid door
signaalwoorden die de omvang van het gevaar uitdrukken.
GEVAAR!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord duidt op een
onmiddellijke gevaarlijke situatie die, indien zij niet wordt ver-
meden, zal leiden tot de dood of ernstig letsel.
152/294