Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Montage En Installatie - EdilKamin IRIS Installation, Betrieb Und Wartung

Pellet-heizofen
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 50

MONTAGE EN INSTALLATIE

(Dealer)
Raadpleeg altijd de plaatselijke en nationale normen voor alles wat niet expliciet in deze handleiding is aangegeven.
Raadpleeg in Italië de norm UNI 10683/1998 alsook eventuele lokaal geldende voorschriften. Vraag bij installatie in
appartementsgebouwen vooraf de toestemming aan de beheerder.
CONTROLEREN VAN DE COMPATIBILITEIT MET ANDERE SYSTEMEN
De kachel mag NIET worden geïnstalleerd in dezelfde ruimte waar zich ook afzuiginstallaties en gastoestellen van het
type A en B bevinden, of andere toestellen die onderdruk in de ruimte creëren (verwijzing UNI 10683/2005).
CONTROLEREN VAN ELEKTRISCHE AANSLUITING
(plaats de stekker op een bereikbare plaats)
De kachel is voorzien van een elektrisch snoer dat moet worden aangesloten op een stopcontact van 230V 50 Hz, bij
voorkeur met een thermische stroomonderbreker. Spanningsvariaties van meer dan 10% kunnen de goede werking van
de kachel in het gedrang brengen (monteer een geschikte differentieelschakelaar, indien deze niet reeds aanwezig is).
De elektrische installatie moet conform de normen zijn; met name de goede staat van de aarding van de stroomkring
moet zijn verzekerd. De diameter van het elektrische snoer moet aangepast zijn aan het vermogen van de kachel.
PLAATSING EN AFSTANDEN VOOR BRANDVEILIGHEID
(afb. 4)
Voor een correcte werking van de kachel dient deze waterpas op de vloer te worden geplaatst.
Controleer de draagkracht van de vloer.
De kachel moet worden geïnstalleerd met inachtneming van de volgende veiligheidsvoorwaarden:
- houd aan de zijkanten en aan de achterkant een minimale afstand van 40 cm t.o.v. ontvlambaar materiaal.
- plaats geen licht ontvlambaar materiaal voor de kachel binnen een afstand van 80 cm
- indien de kachel op een ontvlambare vloer wordt geplaatst, moet een plaat van warmte-isolerend materiaal tussen de vloer en de
haard worden geplaatst, die aan de zijkanten minstens 20 cm en aan de voorkant minstens 40 cm uitsteekt.
Indien de hierboven vermelde afstanden niet kunnen worden gerespecteerd, moeten absoluut technische en bouwkundige
maatregelen worden genomen om brandgevaar te voorkomen.
Indien de rookafvoerpijp in contact komt met een houten muur of een ander ontvlambaar materiaal, moet hij worden
geïsoleerd met keramische vezels of een equivalent materiaal.
LUCHTINLAAT
De ruimte waarin de kachel staat moet absoluut een luchtinlaat hebben met een opening van minstens 80 cm², om er
zeker van te zijn dat er voldoende de verbrandingslucht is.
De kachel kan ook lucht aanvoeren door een rechtstreekse verbinding naar buiten via een verlengstuk op de stalen buis
met een diameter van 4 cm.
In dat geval kunnen problemen ontstaan door condensatie en moet u de luchttoevoer met een netje beschermen, waarbij
een minimale vrije doorgang van 12cm² is gewaarborgd. De buis moet korter zijn dan 1 meter en mag geen bochten
hebben.
De buis moet eindigen met een segment van 90° naar beneden gericht met een windbescherming.
AFVOER VAN DE ROOK
Het afvoersysteem moet specifiek zijn voor de kachel (het is verboden de rook af te voeren langs een schoorsteen die
ook door andere toestellen wordt gebruikt).
De rook wordt afgevoerd via de pijp van 8 cm diameter op de achterkant.
Plaats een T-verbinding met een opvangdop voor condens aan het begin van het verticale segment.
De rook uit de kachel moet naar buiten worden afgevoerd via verstoppingsvrije stalen of zwarte pijpen (bestand tegen
450°C).
De pijp moet hermetisch zijn afgedicht. Voor het dichten en eventueel isoleren van de pijpen moeten materialen worden
gebruikt die bestand zijn tegen ten minste 300°C (silicone of kit voor hoge temperaturen).
De horizontale segmenten mogen tot 2 m lang zijn en er mogen maximaal drie bochten van 90° in voorkomen.
Indien de afvoer niet naar een schoorsteen wordt geleid, moeten een goed bevestigd verticaal segment van ten minste
1,5m en een uiteinde met windbescherming (verwijzing UNI 10683/2005) worden geïnstalleerd. De verticale pijp kan
intern of extern zijn. Indien het rookkanaal zich buiten bevindt, moet het worden geïsoleerd.
Indien het rookkanaal uitkomt in een schoorsteen, moet deze zijn gekeurd voor vaste brandstoffen en, indien de
diameter ervan groter is dan 150 mm, moet hij worden verstevigd door er een buis in te plaatsen en de afvoer luchtdicht
te maken ten opzichte van het metselwerk.
Alle onderdelen van het rookkanaal moeten kunnen worden geïnspecteerd. Indien de pijp vast is gemonteerd, moet deze
zijn voorzien van inspectieopeningen voor de reiniging.
De installatiemogelijkheden zijn weergegeven in afbeeldingen 1 op 2 op pagina 66.
- 65
-

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis