Transport; Gewicht En Afmetingen; Waarschuwingen; Installatie - DAB DIVERTEK 500 Installations- Und Wartungsanleitungen

2.2

Transport

Voorkom dat er onnodig tegen de producten wordt gestoten en gebotst.
2.3

Gewicht en afmetingen

De sticker aangebracht op de verpakking vermeldt het totaalgewicht en de afmetingen van de elektropomp.
3

WAARSCHUWINGEN

• De vloeistof zou kunnen worden vervuild door lekkend smeermiddel.
• De pomp moet worden gevoed door een aardlekschakelaar (RCD) met een nominale inschakelverschilstroom van niet meer dan 30 mA.
De pompen mogen niet worden verplaatst, worden opgeheven of werken terwijl ze opgehangen zijn aan de voedingskabel.
Gebruik hiervoor enkel het specifiek handvat of het bijgeleverde touw.
Verwijder zand en andere vaste deeltjes uit de tank voor installatie.
De elektrische motorkabel moet langs de persbuisleiding om de 2 of 3 mm vastgezet worden met kunststofklembandjes.
Het verdient aanbeveling de bijgeleverde keer klep te gebruiken
De pomp mag nooit droog draaien.
•
4

INSTALLATIE

Draai eerst de antihevelklep vast en vervolgens de nippel met aansluiting (bijgeleverd in de verpakking) geschikt voor leidingen met
aansluitingen ¾'' en 1'', vervang de buisverbinding indien men een leiding wenst te gebruiken met een grotere diameter. Gebruik tevens een
klemring om de buis te bevestigen aan de aansluiting. (Afb.1)
• Gebruik best buizen met een interne diameter van minstens ¾'' mm, om de vermindering van de pompprestaties te vermijden.
Om de verstopping van de aanzuigopeningen te vermijden moet men regelmatig controleren dat er geen vuil accumuleert (bladeren, zand,
•
enz.) in de opvangtank. Houd minstens een afstand van 20 cm om te vermijden dat het aanzuigrooster verstopt wordt (Afb.2)
• Steek de stekker van de voedingskabel in een voedingscontact van 220-240V.
Schakel de pomp uitsluitend aan wanneer hij ondergedompeld zit in het water met een dompeldiepte van minstens 50 mm. Indien er geen
•
water meer is, dient de pomp onmiddellijk uitgeschakeld te worden door de stekker uit het stopcontact te halen (niet-automatische versie).
De pomp moet stabiel staan in een opvangtank of in ieder geval op het laagste punt van de ruimte van installatie.
•
De opvangtank moet de volgende minimale afmetingen hebben:
•
Min. afmetingen basis min. (mm) 450x450 / min. hoogte (mm) 420 Afb.2
• De afmetingen van de tank moeten steeds in verhouding zijn met de hoeveelheid aangevoerd water en het pompdebiet, zodat de motor niet
te vaak moet opstarten per uur. Het wordt strikt aanbevolen om niet meer dan 20 keer op te starten per uur.
De pomp moet worden geïnstalleerd in verticale positie!
5

ELEKTRISCHE AANSLUITING

De lengte van de voedingskabel die op de pomp aanwezig is beperkt de maximale dompeldiepte bij het gebruik van de
pomp zelf. Respecteer de aanduidingen op het typeplaatje.
6

STARTEN

De vlotter bestuurt automatisch de aan- en uitschakeling (ON/OFF) van de pomp in functie van de positie van de vlotter zelf (automatische
versie).
De modellen uitgerust met een vlotterschakelaar worden automatisch in werking gesteld wanneer het waterpeil stijgt en zullen analoog worden
uitgeschakeld wanneer het minimumpeil wordt bereikt.
1) Zorg ervoor dat de vlotter vrij kan bewegen.
2) Steek de stekker van de voedingskabel in een 220-240V stopcontact.
3) Wanneer de vlotter het ON-peil heeft bereikt zal de pomp worden opgestart en blijven werken totdat het OFF-peil werd bereikt.
NEDERLANDS
27