ÔËÚ‡ÌËfl ËÎË ‚ËÎÍË ÔÓÒΠËı Á‡ÏÂÌ˚ ‰Îfl ËÒÍβ˜ÂÌËfl
‚ÓÁÏÓÊÌÓÒÚË ÔÓ‚ÚÓÌÓ„Ó ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËfl, ˜ÚÓ
fl‚ÎflÂÚÒfl ÓÔ‡ÒÌ˚Ï.
èËÏÂÌÂÌË ۉÎËÌËÚÂθÌ˚ı ͇·ÂÎÂÈ
àÒÔÓθÁÛÈÚ ÚÓθÍÓ Ô‰̇Á̇˜ÂÌÌ˚ ‰Îfl ˝ÚÓÈ ˆÂÎË
Û‰ÎËÌËÚÂθÌ˚ ͇·ÂÎË, ‡ÒÒ˜ËÚ‡ÌÌ˚ ̇ ÏÓ˘ÌÓÒÚ¸
χ¯ËÌ˚. åËÌËχθÌÓ Ò˜ÂÌË ÔÓ‚Ó‰‡ ‰ÓÎÊÌÓ
·˚Ú¸ 1,5 ÏÏ
2
. èË ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËË Í‡·ÂθÌÓÈ Í‡ÚÛ¯ÍË
‚Ò„‰‡ ‡ÁχÚ˚‚‡ÈÚ ͇ÚÛ¯ÍÛ ÔÓÎÌÓÒÚ¸˛.
3. êÄÅéíÄ
áÄåÖçÄ/ìëíÄçéÇäÄ èéãéíçÄ
Fig.B
ì·Â‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ¯ÚÂÔÒÂθ̇fl ‚ËÎ͇
‚˚ÌÛÚ‡ ËÁ ÓÁÂÚÍË.
•
éÒ··¸Ú Á‡ÊËÏÌÓÈ ‚ËÌÚ ¯ÂÒÚË„‡ÌÌ˚Ï Íβ˜ÓÏ
4 ÏÏ.
•
ÇÒÚ‡‚¸Ú ÔÓÎÓÚÌÓ ÏÂÊ‰Û ıÓ‰Ó‚˚Ï ¯ÚÓÍÓÏ Ë
Á‡ÊËÏÌÓÈ Ô·ÒÚËÌÓÈ.
•
ì·Â‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ÙËÍÒ‡ÚÓ ıÓ‰Ó‚Ó„Ó ¯ÚÓ͇
‚Ó¯ÂÎ ‚ ÓÚ‚ÂÒÚË ÔÓÎÓÚ̇. (èÓÎÓÚÌÓ Ì ÏÓÊÂÚ
‚˚ÈÚË ËÁ Á‡ˆÂÔÎÂÌËfl).
•
á‡ÚflÌËÚ Á‡ÊËÏÌÓÈ ‚ËÌÚ.
•
èË ÒÏÂÌ ÔÓÎÓÚ̇ ۷‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ‚
‰ÂʇÚÂΠÓÚÒÛÚÒÚ‚ÛÂÚ ÔÓÒÚÓÓÌÌËÈ Ï‡Ú¡Î
(̇ÔËÏÂ, ÓÔËÎÍË),
•
è‰ ̇˜‡ÎÓÏ ‡·ÓÚ˚ ۷‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ
ÔÓÎÓÚÌÓ Ì‡‰ÂÊÌÓ Á‡ÍÂÔÎÂÌÓ.
ùäëèãìÄíÄñàü
Fig.C
è‰ ‚Íβ˜ÂÌËÂÏ Ï‡¯ËÌ˚ ۷‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ,
˜ÚÓ ÔÓÎÓÚÌÓ Ì ͇҇ÂÚÒfl ͇ÍËı-ÎË·Ó
Ô‰ÏÂÚÓ‚.
ÇÍβ˜ÂÌËÂ
•
ç‡ÊÏËÚ ̇ ‚˚Íβ˜‡ÚÂθ (4).
Ç˚Íβ˜ÂÌËÂ
•
éÚÔÛÒÚËÚ ‚˚Íβ˜‡ÚÂθ.
•
Ç˚Íβ˜‡ÚÂθ ÏÓÊÂÚ ·˚Ú¸ Ô‚‰ÂÌ ‚ ÂÊËÏ
ÔÓÒÚÓflÌÌÓÈ ‡·ÓÚ˚ ̇ʇÚËÂÏ ÍÌÓÔÍË
·ÎÓÍËÓ‚ÍË ‚˚Íβ˜‡ÚÂÎfl ÔË Ì‡Ê‡ÚËË Ì‡ Ì„Ó.
•
ÑÎfl ÓÒ‚Ó·ÓʉÂÌËfl ·ÎÓÍËÓ‚ÍË ‚˚Íβ˜‡ÚÂÎfl
ÔÓÒÚÓ Ì‡ÊÏËÚ ̇ ‚˚Íβ˜‡ÚÂθ ¢ ӉËÌ ‡Á.
ìèêÄÇãÖçàÖ ëäéêéëíúû
•
Ç ÔÓˆÂÒÒ ‡·ÓÚ˚ Ë ‚ ÂÊËÏ ÔÓÍÓfl ˜‡ÒÚÓÚÛ
ıÓ‰‡ (ÒÍÓÓÒÚ¸) ÏÓÊÌÓ ‚˚·Ë‡Ú¸ Ò ÔÓÏÓ˘¸˛
„ÛÎflÚÓ‡ (5). ó‡ÒÚÓÚ‡ ıÓ‰Ó‚ ÓÒÚ‡ÂÚÒfl
ÔÓÒÚÓflÌÌÓÈ ‰‡Ê ÔÓ‰ ̇„ÛÁÍÓÈ.
•
çÂÓ·ıÓ‰Ëχfl ˜‡ÒÚÓÚ‡ ıÓ‰‡ Á‡‚ËÒËÚ ÓÚ Ï‡Ú¡·.
éÔÚËχθ̇fl ̇ÒÚÓÈ͇ ÓÔ‰ÂÎflÂÚÒfl ÔË
‡·ÓÚÂ.
•
èÓÒΠÔÓ‰ÓÎÊËÚÂθÌÓÈ ‡·ÓÚ˚ Ò Ï‡ÎÓÈ
ÒÍÓÓÒÚ¸˛ ÒΉÛÂÚ ‰‡Ú¸ χ¯ËÌ Óı·‰ËÚ¸Òfl Á‡
Ò˜ÂÚ ‡·ÓÚ˚ ̇ χÍÒËχθÌÓÈ ÒÍÓÓÒÚË ·ÂÁ
̇„ÛÁÍË ÓÍÓÎÓ 3 ÏËÌÛÚ.
54
êÖÉìãàêéÇäÄ ìÉãÄ éèéêõ
Fig.D
•
ÑÎfl ÚÓ„Ó ˜ÚÓ·˚ ÓÔÓ‡ ÓÚÒÎÂÊË‚‡Î‡
Ó·‡·‡Ú˚‚‡ÂÏÛ˛ ‰Âڇθ Ë ÔÎÓÚÌÓ ÎÂʇ· ̇ ÌÂÈ,
Û„ÓÎ ÓÔÓ˚ ÏÓÊÌÓ ÓÚ„ÛÎËÓ‚‡Ú¸, Í‡Í ÔÓ͇Á‡ÌÓ
̇ ÒıÂÏÂ.
•
éÔÓÛ ÏÓÊÌÓ Ú‡ÍÊ ‡Á‰‚ËÌÛÚ¸, ÓÒ··Ë‚ ‰‚‡
‚ËÌÚ‡ „ÛÎËÓ‚ÍË ‰ÎËÌ˚ ÓÔÓ˚ (êËÒ. A, 8)
¯ÂÒÚË„‡ÌÌ˚Ï Íβ˜ÓÏ 4 ÏÏ Ë ‚˚‰‚ËÌÛ‚ ÓÔÓÛ ‰Ó
ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓÈ ‰ÎËÌ˚.
è‰ ‚ÓÁÓ·ÌÓ‚ÎÂÌËÂÏ ‡·ÓÚ˚ ۷‰ËÚÂÒ¸ ‚
ÚÓÏ, ˜ÚÓ ‚ËÌÚ˚ „ÛÎËÓ‚ÍË ‰ÎËÌ˚ ÓÔÓ˚
Á‡ÚflÌÛÚ˚.
êÖäéåÖçÑÄñàà èé êÄëèàãéÇäÖ
•
éÚ„ÛÎËÛÈÚ ÔÓÎÓÚÌÓ Ë ˜‡ÒÚÓÚÛ ıÓ‰Ó‚ Ò Û˜ÂÚÓÏ
Ó·‡·‡Ú˚‚‡ÂÏÓ„Ó Ï‡Ú¡·. ÑÎfl Ô‡‚ËθÌÓÒÚË
‡‰ËÛÒÓ‚ ÎÛ˜¯Â ‚ÒÂ„Ó ÔËÏÂÌflÚ¸ ÛÁÍÓ ÔÓÎÓÚÌÓ.
èË ‡ÒÔËÎÓ‚Í ÏÂڇη ËÒÔÓθÁÛÈÚÂ
Óı·ʉ‡˛˘Û˛ ÊˉÍÓÒÚ¸ ËÎË Ï‡ÒÎÓ ‰Îfl
Óı·ʉÂÌËfl ÁÓÌ˚ ÂÁ‡.
•
è‰ ‡ÒÔËÎÓ‚ÍÓÈ ‰Â‚‡,
‰Â‚ÂÒÌÓÒÚÛʘÌ˚ı ÔÎËÚ, ÒÚÓËÚÂθÌ˚ı
χÚ¡ÎÓ‚ Ë Ú. Ô. Ôӂ¸Ú Ëı ̇ ̇΢ËÂ
ÔÓÒÚÓÓÌÌËı Ô‰ÏÂÚÓ‚ („‚ÓÁ‰ÂÈ, ¯ÛÛÔÓ‚ Ë
ÔÓ˜.) Ë Û‰‡ÎËÚ Ëı ÔË ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓÒÚË.
•
燉ÂÊÌÓ Á‡ÍÂÔËÚ ӷ‡·‡Ú˚‚‡ÂÏ˚È Ï‡Ú¡Î.
ç ۉÂÊË‚‡ÈÚ Á‡„ÓÚÓ‚ÍÛ ÛÍÓÈ ËÎË ÌÓ„ÓÈ. çÂ
ÔË͇҇ÈÚÂÒ¸ Í Ô‰ÏÂÚ‡Ï ËÎË ÔÓÎÛ, ÍÓ„‰‡ ÔË·
‡·ÓÚ‡ÂÚ (ÓÔ‡ÒÌÓÒÚ¸ ÓÚÒÍÓ͇).
•
êÂÁ‡Ú¸ ‡Ò·ÂÒÚÓÒÓ‰Âʇ˘Ë χÚ¡Î˚
Á‡Ô¢‡ÂÚÒfl!
•
èÓÏÂÒÚËÚ ÓÔÓÛ Ì‡ ÔÓ‚ÂıÌÓÒÚ¸
Ó·‡·‡Ú˚‚‡ÂÏÓÈ ‰ÂÚ‡ÎË Ë ‚˚ÔÓÎÌflÈÚÂ
‡ÒÔËÎÓ‚ÍÛ Ò ÔÓÒÚÓflÌÌ˚Ï ÛÒËÎËÂÏ ÔÓ‰‡˜Ë. Ç
ÒÎÛ˜‡Â Á‡ÍÎËÌË‚‡ÌËfl ÔÓÎÓÚ̇ ÌÂωÎÂÌÌÓ
‚˚Íβ˜ËÚ χ¯ËÌÛ. ê‡ÒÍÎË̸Ú ÂÁ ÔÓ‰ıÓ‰fl˘ËÏ
ËÌÒÚÛÏÂÌÚÓÏ Ë ‚˚̸Ú ÔÓÎÓÚÌÓ.
•
èÓÒΠÁ‡‚¯ÂÌËfl ‡·ÓÚ˚ ‚˚Íβ˜ËÚ χ¯ËÌÛ Ë
ÔÓÎÓÊËڠ ÚÓθÍÓ ÔÓÒΠÔÓÎÌÓÈ ÓÒÚ‡ÌÓ‚ÍË.
êÖáÄçàÖ ë èéÉêìÜÖçàÖå
Fig.E
•
êÂÁ‡ÌËÂ Ò ÔÓ„ÛÊÂÌËÂÏ ‡Á¯‡ÂÚÒfl ÚÓθÍÓ ‰Îfl
Ïfl„ÍËı χÚ¡ÎÓ‚, Ú‡ÍËı Í‡Í ‰Â‚Ó, ÔÂÌÓ·ÂÚÓÌ,
„ËÔÒÓ͇ÚÓÌ Ë Ú. Ô.
•
í‡ÍÓ ÂÁ‡ÌË Ú·ÛÂÚ ÓÔ‰ÂÎÂÌÌÓ„Ó ÓÔ˚Ú‡ Ë
‚ÓÁÏÓÊÌÓ ÚÓθÍÓ Ò ÍÓÓÚÍËÏË ÔÓÎÓÚ̇ÏË.
•
èÓÒÚ‡‚¸Ú ÔËÎÛ Ì‡ Ó·‡·‡Ú˚‚‡ÂÏÛ˛ ‰Âڇθ Ë
‚Íβ˜ËÚ ÂÂ.
•
ì·Â‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ÌËÊÌflfl ÔÓ‚ÂıÌÓÒÚ¸ ÓÔÓ˚
ÎÂÊËÚ Ì‡ ÔÓ‚ÂıÌÓÒÚË Ó·‡·‡Ú˚‚‡ÂÏÓÈ ‰ÂÚ‡ÎË
Í‡Í ÔÓ͇Á‡ÌÓ.
•
è·‚ÌÓ ‚ÂʸÚÂÒ¸ ‚ Ó·‡·‡Ú˚‚‡ÂÏÛ˛ ‰Âڇθ ÔÓ‰
Û„ÎÓÏ, ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÔËÎÛ ‚ ‚ÂÚË͇θÌÓÂ
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ Ë ÔÓ‰ÓÎʇÈÚ ‡ÒÔËÎÓ‚ÍÛ ÔÓ ÎËÌËË
ÂÁ‡.
•
èÓÒΠÁ‡‚¯ÂÌËfl ‡·ÓÚ˚ ‚˚Íβ˜ËÚ ÔËÎÛ Ë
Óڂ‰Ëڠ ÓÚ Ó·‡·‡Ú˚‚‡ÂÏÓÈ ‰ÂÚ‡ÎË.
éíèàãàÇÄçàÖ áÄèéÑãàñé
•
ÉË·ÍË ·ËÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍË ÔÓÎÓÚ̇ ÔÓÁ‚ÓÎfl˛Ú
ÓÚÔËÎË‚‡Ú¸ ‚˚ÒÚÛÔ‡˛˘Ë ˝ÎÂÏÂÌÚ˚ (̇ÔËÏÂ,
‚Ó‰ÓÔÓ‚Ó‰Ì˚ ÚÛ·˚, ÏÂÚ‡Î΢ÂÒ͇fl ‡Ï‡ÚÛ‡ Ë
•
Breng het zaagblad aan tussen het steunstaafje en de
klemplaat.
•
Laat de borgpen van het steunstaafje in het gat van
het zaagblad passen. (Het zaagblad kan er niet wor-
den uitgetrokken).
•
Draai de bladklemschroef weer vast.
•
Zorg ervoor dat bij het verwisselen van het zaagblad
de bladhouder vrij is van materiaalrestanten (zoals
hout of metaalsplinters).
•
Controleer voor gebruik altijd of het zaagblad goed
vastzit.
GEBRUIK
Fig.C
Let erop dat het zaagblad niet op voorwerpen rust
of ertegenaan kan komen, als de machine aange-
zet wordt.
Inschakelen
•
Druk de schakelaar in (4).
Uitschakelen
•
Laat de schakelaar los.
•
De trekkerschakelaar kan voor continu bedrijf ver-
grendeld worden door indrukken van de schakelver-
grendelknop terwijl u de schakelaar indrukt.
•
Druk opnieuw op de schakelaar om de vergrendeling
op te heffen.
SNELHEIDSREGELING
•
Als er met de machine gewerkt wordt of als hij uit-
staat, kan de slagsnelheid (zaagsnelheid) met het
duimwiel (5) ingesteld worden. De slagsnelheid blijft
constant, ook als hij belast wordt.
•
De vereiste slagsnelheid hangt af van de materiaal-
condities. De beste instellingen ontdekt u tijdens
gebruik.
•
Na langere tijd werken bij lage snelheid, dient u de
machine af te laten koelen door deze gedurende
ongeveer 3 minuten op volle snelheid onbelast te
laten draaien.
HET AFSTELLEN VAN DE
VOETPLAATHOEK
Fig.D
•
Om de voetplaat goed te laten volgen en met zeker-
heid op het werkstuk te laten rusten, kunt u de hoek
van de voetplaat afstellen volgens bijgaande tekening.
•
De voetplaat kan ook verlengd worden, door de
twee afstelschroeven met de 4 mm inbussleutel los
te draaien (fig. A8) en vervolgens de voetplaat tot de
gewenste lengte uit te trekken.
Zorg ervoor dat de bevestigingsschroeven van de
voetplaat stevig vast zijn gemaakt voordat u weer
met het apparaat aan het werk gaat.
ZAAGTIPS
•
Stel het zaagblad en de slagsnelheid af op het te ver-
werken materiaal. Voor rechthoekige bochten kunt
u het beste een smal zaagblad gebruiken. Gebruik
koelmiddel of smeermiddel om het slaan van de zaag
langs de zaaglijn van het materiaal te voorkomen.
•
Controleer hout, spaanplaat, bouwmaterialen enz,
Ferm
Ferm
op aanwezigheid van vreemde voorwerpen (spijkers,
schroeven, enz.) alvorens met zagen te beginnen.
Verwijder deze indien nodig.
•
Zet het materiaal goed vast. Ondersteun het werk-
stuk niet met de hand of de voet. Raak geen voorwer-
pen of de vloer terwijl de zaag nog loopt (gevaar van
terugslag).
•
Materiaal dat asbest bevat, mag niet gezaagd worden!
•
Plaats de voetplaat op de oppervlakte van het werk-
stuk, en zaag erdoorheen met constante contact-
druk van de voet. Als het zaagblad vastloopt, schakel
de machine dan onmiddellijk uit. Maak het gat met
geschikt gereedschap groter en trek het zaagblad er
vervolgens uit.
•
Als u klaar bent met het werk, zet de machine dan uit
en leg hem pas neer als hij volledig tot stilstand is
gekomen.
INVALZAGEN
Fig.E
•
Invalzagen mag u alleen doen in zachte materialen
zoals hout, gasbeton, gipsplaat, enz.
•
Echter, het vereist een zekere oefening en kan alleen
met korte zaagbladen.
•
Plaats de zaag op het werkstuk en zet de machine aan.
•
Laat de onderrand van de voetplaat op het werkstuk-
oppervlak rusten, zie afbeelding.
•
Zaag langzaam onder een hoek in het werkstuk,
breng de zaag naar een verticale positie en zaag ver-
der langs de zaaglijn.
•
Schakel de machine uit en til het werkstuk op als het
werk af is.
VLAKZAGEN
•
Elastische bi-metalen zaagbladen maken het mogelijk
uitstekende voorwerpen (zoals waterpijpen, ijzeren
staven, enz.) vlak tegen de wand weg te zagen.
•
Plaats het zaagblad rechtstreeks tegen de wand en
buig het enigszins door, zodat de voetplaat tegen de
wand rust.
•
Schakel de machine aan en zaag het voorwerp af,
waarbij u een constante zijdruk op de wand hand-
haaft.
Er zijn geen onderdelen in dit apparaat die onderhoud
nodig hebben. Alle reparaties of servicewerkzaamheden
dienen door gekwalificeerde onderhoudsmonteurs uit-
gevoerd te worden.
STORINGEN
In het geval de machine niet naar behoren functioneert,
geven wij onderstaand een aantal mogelijke oorzaken en
de bijbehorende oplossingen.
1. De elektromotor wordt heet
•
De koelluchtsleuven in de motor zijn verstopt met vuil.
Reinig de koelluchtsleuven.
•
De motor is defect.
Bied de machine aan bij uw Ferm-dealer voor controle
en/of reparatie.
11