Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

VERTO 50G291 Betriebsanleitung Seite 79

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 13
WERKVOORBEREIDING
ACCU PLAATSEN / VERWIJDEREN
• Plaats de draairichting schakelaar (3) in de midden stand.
• Druk op de bevestigingsknoppen van de accu (4) en trek de
accu (5) naar beneden (afb. A).
• Plaats de opgeladen accu (4) in de handvat zodat de knoppen
van de blokkade een geluid geven (5).
ACCU OPLADEN
Boorschroevendraaier
wordt
opgeladen accu geleverd. Het opladen van de accu dient in de
temperatuur tussen 4 0 C
40 0 C te gebeuren. Bij een langere opslag
van de accu is het raadzaam om de laadstatus te controleren en
eventueel om de paar maanden op te laden.
• Verwijder de accu (4) uit de boorschroevendraaier (afb. A).
• Steek de oplader (10) in het stopcontact (230 V AC).
• Plaats de batterij (4) door deze in de oplaadaansluiting (9) te
schuiven (afb. B)
Na het aansluiten van de oplader, gaat er een groene LED diode
(11) op de oplader (10) branden. Het systeem van brandende
diode wordt beneden beschreven.
• Groen licht van de diode – spanning is aan.
• Rood licht van de diode – (na het plaatsen van de accu in de
oplader) accu wordt opgeladen.
• Opnieuw groen licht van de diode - accu is volgeladen.
Na het volladen van de accu gaat de groene LED diode (11)
branden totdat de verbinding met de netstroom wordt
verbroken.
Door het opladen worden de accu's heel erg warm. Wacht
even
voor
het
gebruik
kamertemperatuur is gekomen. Op die manier kan de
schade aan de accu worden voorkomen.
SPILREM
De boorschroevendraaier heeft een elektronische rem die
onmiddellijk de spil stopt, na het loslaten van de schakelaarknop (6).
Deze rem verzekert de neuwkeurigheid van het schroeven en boren,
en laat de vrije rotatie van de spil wanneer het uitgeschakeld is niet
toe.
WERK / INSTELLINGEN
AAN- / UITZETTEN
Aanzetten – druk op de hoofdschakelaar (6).
Uitzetten – maak de hoofdschakelaar (6) los.
Elk indrukken van de hoofdschakelaar (6) laat de diode (LED) (7)
die de werkplek verlicht branden.
INSTELLEN VAN HET TOERENTAL
De boor- en schroefsnelheid kan tijdens het werk worden
ingesteld door het verhogen/verlagen van de druk op de
hoofdschakelaar (6). Toerentalregeling maakt trage start
mogelijk, wat bij het boren van gaten in gips of glazuur het
slippen van de boor voorkomt en bij schroeven/losschroeven
helpt het werk te controleren.
OVERBELASTINGSKOPPEL
Het plaatsen van de ring (2) in de gekozen toestand veroorzaakt
het duurzaam instellen van de koppel op het bepaalde
krachtmoment. Na het bereiken van de waarde van het ingestelde
krachtmoment de overbelastingskoppel gaat automatisch
uitgezet worden. Op die manier gaat de schroef niet te diep en
de boorschroevendraaier niet beschadigd raakt.
tezamen
met
gedeeltelijk
totdat
de
accu
op
INSTELLEN VAN HET KRACHTMOMENT
• Voor verschillende schroeven en verschillende materialen worden
verschillende krachtmomenten toegepast.
• Hoe groter het krachtmoment des te groter het aantal dat aan
bepaalde ligging beantwoordt (afb. C).
• Stel de ring (2) op de bepaalde waarde van het krachtmoment
in.
• Begin altijd met het moment met lagere waarde.
• Vergroot het moment stapsgewijs totdat het juiste resultaat
bereikt wordt.
• Om de schroeven los te draaien, kies de hogere instellingen.
• Om te boren kies de instellingen met een boor gemarkeerd.
Bij deze instelling wordt de hoogste waarde van het
krachtmoment bereikt.
• Tezamen met ervaring stijgt de vaardigheid om de juiste
instellingen te kiezen.
De overbelastingskoppel is niet actief indien de ring in de
boorpositie zich bevindt.
MONTAGE VAN HET WERKSTUK
• Plaats de draairichting schakelaar (3) in de midden stand.
• Grijp de achterring van de snelle montage boorkop (1) en door
met de voorring tegen de klok te draaien open de kaken, die het
plaatsen van de boor of schroefuiteinde mogelijk maken (afb.
D).
• Om een werkstuk te monteren, houd de achterste ring van de
snelle montage boorkop (1), draai de voorste ring met de klok
mee en dan zet hem vast.
Demontage van het werkstuk dient in de omgekeerde volgorde
te gebeuren.
Bij de montage van de boor of uiteinde in de boorkop let
het
op op de juiste plaatsing van het werkstuk. Bij gebruik van
korte schroefuiteinden of bits dient een extra magnetisch
houvast als verlengstuk gebruikt te worden.
DRAAIRICHTING NAAR RECHTS - NAAR LINKS
De draairichting van de spil (afb. E) wordt met behulp van
draairichting schakelaar (3) gekozen.
Naar rechts draaien – draai de schakelaar (3) helemaal naar links.
Naar links draaien – draai de schakelaar (3) helemaal naar links.
*In sommige gevallen kan de positie van de schakelaar ten
opzichte van de draairichting verschillend zijn dan beschreven.
Volg de grafische tekens op de schakelaar of behuizing van het
toestel.
Een veilige positie van de draairichting schakelaar (3) die het
ongewenst starten van het elektrogereedschap onmogelijk
maakt, bevindt zich in het midden.
• In deze positie kan de boorschroevendraaier niet
ingeschakeld worden.
• In deze positie kunnen do boren of uiteinden uitgewisseld
worden.
• Alvorens het toestel in te schakelen, controleer of de
draairichting schakelaar (3) in de juiste positie zich bevindt.
Het is verboden om de draairichting tijdens het draaien
van de spil van de boorschroevendraaier te wijzigen.
VERSNELLING WIJZIGEN
De versnellingen schuifknop (8) (afb. G) toelaat om het bereik van
het toerental te verhogen.
Versnelling I:
draaimoment.
Versnelling II: groter toerental, kleinere kracht van het
draaimoment.
78
minder toerental,
grote
kracht van het

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis