Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

GGP ITALY EP 434 Bersetzung Der Originalbetriebsanleitung Seite 29

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 26
NL
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
Voor de motor en de batterij (indien aanwezig) wordt verwezen
naar de relatieve handleidingen.
1. EERST ALLE ONDERDELEN MONTEREN
OPMERKING - De machine kan mogelijk geleverd worden met
sommige onderdelen reeds gemonteerd.
LET OP – De machine moet op een vlakke en solide ondergrond
uitgepakt en gemonteerd worden, met voldoende bewegingsruim-
te voor de machine en de verpakking, en steeds met gebruik van
geschikte werktuigen.
De verpakking moet volgens de plaatselijke geldende bepalingen
worden afgevoerd.
1.1a
Type "I"
Het onderste gedeelte van het handvat (1) in de desbetreffende gaten
van het chassis doen en deze met de meegeleverde schroeven (2) en
profielrondsels vastmaken.
Het bovenste gedeelte (3) vastmaken met behulp van de meegelever-
de schroeven (4), waarbij u erop dient te letten dat de geleidespiraal (5)
van de aantrekkabel op de juiste plaats komt.
De stuurkabels met behulp van de klemmen (6) vastmaken.
1.1b
Type "II"
Plaats de onderste delen van de handgreep rechts (1) en links (2) in de
daarvoor bestemde openingen, en bevestig deze delen met de bijge-
leverde schroeven (3) en profielrondsels. Breng de twee doppen (4) aan
de uiteindes van de twee onderste delen van de handgreep (1) en (2).
Het bovenste gedeelte (5) vastmaken met behulp van de meegelever-
de schroeven (6), waarbij u erop dient te letten dat de geleidespiraal (7)
van de aantrekkabel op de juiste plaats komt.
De stuurkabels met behulp van de klemmen (8) vastmaken.
1.2
De uiteinden (1) en (2) van de zak verbinden en het bovenste
gedeelte (3) monteren, door de omtrekboord correct aan te brengen.
1.3
Alleen voor modellen zonder hendels voor het verstellen
van de hoogte van het maaiblad.
Voor de bevestiging van de wielen, volg de aangegeven volgorde.
Bevestig de wielen in een van de voorziene gaten voor de verschillen-
de snijhoogten, door de pen (1) volledig aan te zetten met behulp van
de meegeleverde sleutel en breng vervolgens de schijfbescherming (3)
aan.
2. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN
2.1
Het gashendel (indien aanwezig) wordt door middel van de
hendel (1) bediend. De standen van de hendel blijken uit het betreffen-
de plaatje.Sommige modellen beschikken over een motor met een vast
toerental, waarbij u geen gaspedaal nodig heebt (2).
2.2
De rem van het mes wordt door de hendel (1) bediend die
tegen de handgreep aan getrokken moet worden om de machine te
starten en tijdens de werking aangetrokken moet blijven. Als u de hen-
del los laat slaat de motor af.
2.3
Bij de modellen met tractie kunt u de grasmaaimachine
inschakelen door de hendel (1) tegen de handgreep te trekken. De
grasmaaimachine gaat niet meer vooruit als u de hendel los laat.
2.4
Door middel van de speciale hendels (1) kan de maaihoogte
afgesteld worden. Voor enkele modellen, verwijder de schijfbescher-
ming (2) en schroef de pen (3) los met behulp van de meegeleverde
sleutel (4); positioneer de wielen in het gat (5) dat overeenkomt met de
gewenste snijhoogte en zet de pen (3) volledig aan met behulp van de
sleutel (4). De hoogte moet voor de vier wielen gelijk zijn. U MAG DIT
ENKEL DOEN ALS HET MES STIL STAAT.
3. MAAIEN VAN HET GRAS
3.1
De deflector optillen en de harde zak (1) correct vasthaken,
zoals blijkt uit de afbeelding.
3.2
Om de machine aan te zetten dient u de aanwijzingen die in
het motorboekje vermeld staan zorgvuldig na te leven. Daarna de hen-
del (1) van de rem van het mes tegen de handgreep aantrekken en een
krachtige ruk aan de aantrekkabel (2) geven.
3.3
Het gazon zal er mooier uitzien als u het gras steeds op
dezelfde hoogte maait en in afwisselende richting.
3.4
Na gebruik van de machine dient u de hendel (1) van de rem
los te laten en het kapje van de bougie (2) te verwijderen. WACHTEN
TOTDAT HET SNIJSYSTEEM STIL STAAT vóórdat u welke ingreep dan
ook verricht.
4. NORMALE ONDERHOUDSBEURT
BELANGRIJK – Een regelmatig en zorgvuldig onderhoud is van
wezenlijk belang om de veiligheid en oorspronkelijke prestaties
van de machine in stand te houden.
De grasmaaier op een droge plaats bewaren.
1) Draag sterke werkhandschoenen vóór elke reiniging, onderhouds-
beurt of afstelling van de machine.
2) Was de machine zorgvuldig na elk gebruik; verwijder gras en mod-
der die zich opgehoopt hebben aan de binnenkant van het chassis,
om te voorkomen dat deze ter plaatse drogen en de machine de
daaropvolgende keer moeilijk gestart wordt.
3) Indien het nodig is toegang te hebben tot de onderkant van de
machine, wordt de machine uitsluitend overgeheld langs de zijde
aangeduid op de handleiding van de motor, volgens de aangegeven
instructies.
4) Giet geen benzine op de plastic onderdelen van de motor of de
machine, om schade te voorkomen en verwijder onmiddellijk elk
spoor van benzine dat eventueel gemorst werd. De garantie dekt
geen schade aan de plastic onderdelen, veroorzaakt door benzine.
4.1
Iedere ingreep aan het mes kan het beste steeds door een
gespecialiseerd centrum uitgevoerd worden, dat over geschikt gereed-
schap beschikt.
Deze machine is voorzien voor het gebruik van messen met de code:
81004341/3
De messen moeten altijd het keurmerk
keling van het product, kunnen de boven vermelde messen in de loop
van de tijd vervangen worden door andere, met soortgelijke eigen-
schappen voor wat betreft verwisselbaarheid en functionele veiligheid.
Monteer het mes (2) weer met de code en het keurmerk naar de grond
gericht, in de volgorde in de figuur.
Draai de middelste schroef (1) aan met een 35-40 Nm dynamometri-
sche sleutel.
5. MILIEUBESCHERMING
De milieubescherming moet een belangrijk en prioritair aspect vormen
voor het gebruik van de machine, ten gunste van de civiele samenle-
ving en de omgeving waarin we leven.
– Wees geen storend element voor uw buren.
– Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking van het sni-
jafval.
– Volg nauwgezet de plaatselijke normen voor het verwerken van de
verpakking, olie, benzine, batterijen, filters, versleten delen of eender
welk element met een sterke invloed op de omgeving; dit afval mag
niet met de huisafval weggeworpen worden, maar moet gescheiden
worden en aan speciale verzamelcentra toevertrouwd worden, die
de recyclage van de materialen zullen verzorgen.
– Bij het buiten bedrijf stellen van de machine, mag deze nooit in het
milieu achtergelaten worden maar moet ze naar een opvangcentrum
gebracht worden, volgens de geldende locale normen.
Bij twijfel of indien iets u niet duidelijk is, wordt contact opgenomen
met het dichtstbijzijnd Servicecentrum of de Dealer.
hebben. Gezien de ontwik-
27

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Ep 434-tr

Inhaltsverzeichnis