Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Overzicht Van De Onderdelen - VOLTCRAFT VC-37 Bedienungsanleitung

Zweipoliger spannungsprüfer mit rcd test
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

De volgende symbolen en voorschriften moeten in acht worden genomen:
L1 +
Meetpen voor fase L1, pluspotentiaal bij DC
L2 -
Meetpen voor fase L2, minpotentiaal bij DC
Indicatie ~
V/ A C = Wisselspanning
Indicatie +
Pluspotentiaal aan meetpen L1 + (V/DC)
Indicatie -
Minpotentiaal aan meetpen L1 + (V/DC)
Indicatie + -
Wisselspanning (beide indicaties voor + en - branden)
12/24/50/120
Indicatie van het nominale spanningsbereik in Volt (V)
230/400
f
Nominaal frequentiebereik van de elektrische spanning
Is
Weergave van de meetstroom in mA (milliampère)
W
Elektrische meetlast in Watt
Hz
Elektrische frequentie (Hertz)
T
Toegestaan bedrijfstemperatuurbereik in °Celsius
ED
Maximale inschakelduur in seconden (s)
Hersteltijd
Minimale bedrijfsonderbreking na een meetcyclus in seconden (s)
Datum
Productiejaar
Waarschuwing voor gevaarlijke spanning (>50 V/AC, >120 V/DC)
Apparaat en uitvoering voor het werken onder spanning. Er moeten
persoonlijke beschermende maatregelen worden genomen.
Veiligheidsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie)

Overzicht van de onderdelen

3
2
4
5
6
L1
L2
-
+
400
230
120
50
1
36
24
12
-
+
~
~
TEST
1 Handgreep meetpen L2 (-)
3
2 K unststof beschermhulzen
voor CAT III-gebruik
2
3 4 mm schroefcontacten
voor testen van
contactdozen aan de
voorkant (contactdoos
ingebouwd! CAT II)
4 Meetpen L2 (-)
5
Begrenzing van het
greepbereik
6 Meetpen L1 (+)
7 L edindicatie voor de
spanningsbereiken en
polariteit
8
Begrenzing van het
greepbereik
9 Testknop voor RCD-test
7
10 Handgreep meetpen L1 (+)
11 Verbindingskabel
8
9
10
11
Uitvoeren van testwerkzaamheden
De tweepolige spanningstester bestaat uit de beide meetpennen (4 + 6), een verbindingskabel
(11) en het indicatieveld (7).
Houd de spanningstester altijd zo vast dat u verticaal op het indicatieveld kunt kijken. De
verlichtingsindicaties kunnen door sterke lichtinval negatief worden beïnvloed.
Bij DC-metingen geeft de meetpen L1+ (6) de pluspool en de meetpen L2- (4) de minpool weer.
De spanningstester schakelt zich bij het begin van de test automatisch in (ingangsniveau >6 V)
en na beëindiging van de test weer uit.
Controleer altijd voor en na elk gebruik de spanningstester op een juiste werking.
Test op een bekende spanningsbron (bijv. netspanning 230 V/AC) en controleer de
juistheid van de meetwaarde. Bij uitval van een of meerdere weergavebereiken (7)
mag de spanningstester niet meer worden gebruikt.
Indien het meetapparaat geen werking toont of afzonderlijke indicatielampjes
niet functioneren, moet u de spanningstester buiten gebruik stellen. Een defecte
spanningstester mag niet worden gebruikt.
De voorschriften om te werken aan elektrische installaties moeten in acht worden
genomen. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen voor werken aan installaties
met gevaarlijke elektrische spanning.
De maximaal toegestane inschakelduur bedraagt 30 seconden. Na deze tijd
moet een pauze van 10 minuten worden gehouden. Bij toepassing van de RCD-
testfunctie is de gebruiksduur verminderd. Volg altijd de aanwijzingen die u vindt bij
de technische gegevens.
Indien de indicatie „spanning aanwezig" verschijnt op een meetpunt dat geacht
wordt losgekoppeld te zijn van de installatie, is het sterk aan te bevelen aanvullende
maatregelen te nemen (b.v. spanningstest met gereduceerde impedantie, visuele
inspectie van het loskoppelpunt in het elektriciteitsnet, enz.) om de toestand
„bedrijfsspanning niet aanwezig" van het geteste installatiedeel aan te tonen en vast
te stellen dat de door de spanningstester aangegeven spanning een stoorspanning
is.
Als de indicatie „spanning aanwezig" niet verschijnt, is het sterk aan te bevelen de
aardingsinrichting te plaatsen alvorens met de werkzaamheden te beginnen.
De volgende testfuncties kunnen uitgevoerd worden.
a) Tweepolige spanningstest
Houd de spanningstester alleen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen (1 en 10). Raak
de tester nooit buiten de handgrepen aan (5 en 8).
Bij spanningstesten in het bereik van meetcategorie CAT III moeten de beide isolatiekappen
(2) over de testpennen worden gestoken. Het vrije contactoppervlak van de testpennen wordt
zo tot max. 4 mm begrensd. Dit voorkomt onbedoeld kortsluiting bij krappe testcondities (bijv.
in verdeeldozen).
Breng beide meetpennen aan op de te controleren meetpunten. Het spanningsbereik wordt in
de trapweergave (7) weergegeven.
De indicatielampjes (+) en (-) geven de spanningssoort en de betreffende polariteit weer. Indien
de indicaties (+) en (-) tegelijkertijd branden, is wisselspanning (~) aanwezig. De polariteit
wordt nu via de beide leds weergegeven.
Bij het testen van ingebouwde stopcontacten kunnen de meegeleverde 4 mm schroefadapters
(3) op de testpennen (4/6) worden geschroefd. Verwijder hiervoor de beide isolatiekappen van
de testpennen. Deze schroefadapter vergemakkelijkt het contact in het stopcontact.
L et erop dat u met de hand in het greepbereik van meetpen L1 (10) blijft en de
indicatie niet afdekt.
b) Lage impedantiecontrole / RCD-test
De spanningstester maakt via de knop „TEST" (9) de vermindering van de meetimpedantie
mogelijk. De lage meetimpedantie verhoogt de stroombelasting van de spanningstester. Dit
onderdrukt aan de ene kant statische fantoomspanningen en aan de andere kant kan de
activering van een aardlekschakelaar (FI/RCD) worden gesimuleerd.
Houd de spanningstester alleen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen (1) en (10). Raak
de tester nooit buiten de handgrepen aan.
Voor de lage impedantietest van een stroomkring maakt u contact met de beide testpennen
met de spanningvoerende meetpunten L1 en N.
Druk op de knop „Test". Het meetcircuit wordt nu met een lage impedantie belast. De testduur
met gereduceerde impedantie is beperkt tot max. 5 s (<230 V AC/DC) resp. max. 3 s (<400 V
AC/DC). Daarna moet een afkoelfase van ten minste 10 minuten worden aangehouden.
Voor het uitvoeren van een RCD-test maakt u contact met de meetpen L1 (6) met het
spanningvoerende meetpunt L1 en de meetpen L2 (4) met de aarde.
Bij een correcte aansluiting op de spanningvoerende fasedraad "L1" en de aarde wordt
de spanning op het apparaat weergegeven. Als er geen indicatie komt, moet u het
spanningvoerende meetpunt wisselen met de meetpen L1 (6). De spanningsindicatie moet
voor de RCD-test branden.
Druk op de knop "Test".
Het meetcircuit wordt nu met een lage impedantie belast. De teststroom bedraagt max. 0,2 A
(1s) en activeert een werkende 30 mA-aardlekschakelaar veilig.
De testduur met gereduceerde impedantie is beperkt tot max. 5 s (<230 V AC/DC) resp.
max. 3 s (<400 V AC/DC). Daarna moet een afkoelfase van ten minste 10 minuten worden
aangehouden.
Als de RCD niet wordt geactiveerd, moet de elektrische installatie worden gecontroleerd.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

2384631

Inhaltsverzeichnis