Crivit 356137 2004 Gebrauchsanweisung Seite 17

Stok uitvouwen en samen-
vouwen (afb. A - C)
1. Vouw de stok uit.
2. Houd de stok verticaal.
3. Trek het stoksegment met de tekst 'Pull' zo ver
uit dat de vergrendelingsknop eruit springt en
de stoksegmenten vergrendeld zijn.
Aanwijzing: let erop dat u niet met uw vingers
klem komt te zitten.
4. Druk voorzichtig op de vergrendelingsknop
om de stok samen te vouwen.
Aanwijzing: let erop dat u niet met uw vingers
klem komt te zitten.
5. Schuif het stoksegment met de tekst 'Pull' in het
bovenste stoksegment en vouw de stok samen.
Stoklengte instellen (afb. D)
1. Open de klem van de snelsluiting.
2. Trek het bovenste deel van de stok uit tot de
juiste maat is bereikt. Een aanduiding voor de
stoklengte vindt u op het bovenste stokseg-
ment.
3. Sluit de klem vervolgens weer.
Belangrijk: trek het stoksegment niet verder uit
dan tot de markering 'STOP'. Anders kan geen
afdoende stabiliteit worden gegarandeerd.
Als de spankracht van de snelsluiting niet meer
toereikend is, draait u de kartelschroef aan de
andere zijde van de klem vast.
Stoklengte – de juiste maat
vaststellen:
De lengte van het artikel is van 110 - 125 cm
traploos instelbaar. Stel een lengte in die past bij
uw lichaamslengte. De tabel dient ter oriëntatie.
Stoklengte Lichaamslengte
110 cm 154 cm - 160 cm
115 cm 161 cm - 167 cm
120 cm 168 cm - 175 cm
125 cm 176 cm - 182 cm
Polsbanden omdoen (afb. E)
Plaats de polsbanden zodanig dat het bovenste
deel van de band de rug van uw hand volledig
bedekt.
Pak vervolgens het handvat beet.
Polsbanden instellen (afb. F - H)
1. Trek aan het losse uiteinde van de polsband
om het vergrendelingsmechanisme te ontgren-
delen.
2. Trek aan het losse uiteinde van de band om
de polsband te verkleinen.
3. Trek het bovenste, gesloten deel van de pols-
band om de omvang te vergroten.
4. Druk met de duim op het vergrendelingsme-
chanisme om de polsband vast te zetten.
5. Stel de maat van de polsband zo in dat deze
uw hand niet afknelt wanneer u het handvat
beetpakt.
Asfaltpad en schotel
De asfaltpad gebruikt u op stenen en andere
harde ondergrond. De schotels gebruikt u op
zachte ondergrond om te voorkomen dat de
trekkingstokken wegzakken.
Steek de asfaltpad op de hol geslepen punt.
Haal deze eraf als u die niet meer nodig hebt.
Draai de trekkingstokschotel op de schroefdraad
van het onderste stoksegment. Let erop dat de
tanden van de schotel richting de grond wijzen.
Draai de schotel in de andere richting om de
schotel te demonteren.
Nuttige aanwijzingen voor
het gebruik
• Draag handschoenen bij koud weer.
• Zorg ervoor dat u tijdens langere tochten
voldoende drinken (eventueel een drinkgordel
of een drinkrugzak) meeneemt.
• Pas uw kleding aan de weersomstandigheden
aan.
Lopen op een vlakke onder-
grond (afb. I/J)
Stel de stoklengte zodanig in dat de boven- en
onderarm een hoek van 90° vormen. Let er
hierbij op dat u de stokken op dezelfde lengte
instelt.
Lopen op hellingen (afb. K)
Hierbij moet de bovenste stok worden ingekort
en de onderste stok worden verlengd, zodat
beide ondersteuning kunnen bieden.
NL/BE 17