Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Intern Transportmiddel Veilig Parkeren - Jungheinrich AMV 05 Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 72
Gedrag tijdens het rijden
De bediener moet de rijsnelheid aanpassen aan de plaatselijke omstandigheden. De
bediener moet bijvoorbeeld langzaam rijden in bochten en nauwe doorgangen, bij
het rijden door strokengordijnen / klapdeuren en op onoverzichtelijke plaatsen. De
bediener moet altijd een veilige remafstand aanhouden tot de trucks die zich in de
rijrichting gezien vóór hem bevinden en hij moet het interne transportmiddel altijd
onder controle hebben. Plotseling remmen (m.u.v. bij gevaar), snel keren, inhalen op
gevaarlijke of onoverzichtelijk plaatsen is verboden. Het is verboden buiten het werk-
of bedienbereik te leunen of te grijpen.
Zichtverhoudingen tijdens het rijden
De bediener moet in de rijrichting kijken en altijd voldoende overzicht hebben over
het traject dat wordt gereden. Als er lasten worden getransporteerd die het zicht
beperken, moet interne transportmiddel tegen de lastrichting in rijden. Als dit niet
mogelijk is, moet een tweede persoon assisteren en naast het interne
transportmiddel lopen, zodat deze de rijbaan kan inzien en tegelijkertijd oogcontact
met de bediener kan houden. Daarbij enkel in loopsnelheid en met bijzonder
voorzichtig rijden. Intern transportmiddel onmiddellijk stopzetten wanneer het
oogcontact verloren is.
Rijden over hellingen
WAARSCHUWING!
Rijden op hellingen is verboden.
In liften en op laadbruggen rijden
Er
mag
uitsluitend
draagvermogen hebben, constructief geschikt zijn om te worden bereden en door de
exploitant zijn vrijgegeven om te worden bereden. Dit moet worden gecontroleerd
voordat de lift in wordt gereden. Het interne transportmiddel met de last naar voren
de lift in duwen en een positie innemen waarin contact met de schachtwanden
uitgesloten is. Personen, die meerijden in de lift, mogen deze pas betreden, wanneer
het interne transportmiddel veilig is neergezet, en ze moeten de lift eerder verlaten
dan het interne transportmiddel.
4.2

Intern transportmiddel veilig parkeren

WAARSCHUWING!
Gevaar voor ongevallen door niet geborgd intern transportmiddel
uIntern transportmiddel alleen op een vlakke ondergrond parkeren. In bijzondere
gevallen het interne transportmiddel met bijvoorbeeld wiggen borgen.
uLastopnamemiddel altijd helemaal dalen.
uParkeerplaats zo kiezen dat niemand letsel kan oplopen aan het neergelaten
lastopnamemiddel.
22
in
liften
worden
gereden
wanneer
deze
voldoende

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis