Nederlands
► De laatste slijpvoeg altijd vanaf de bovenzijde
(ca. 15% van de buisomtrek)
3.8
Betonnen buis – uitsparing uit‐
slijpen
Volgorde van de slijpvoegen (1 tot 4) is belang‐
rijk:
► Eerst de moeilijk bereikbare plaatsen doorslij‐
pen
1
► De slijpvoeg altijd zo uitvoeren dat de slijp‐
schijf niet wordt ingeklemd
► Keggen gebruiken en/of bruggetjes laten
staan die nadat de slijpvoegen zijn aange‐
bracht kunnen worden doorgebroken
14
2
► Als na het aanbrengen van de slijpvoegen het
uitgeslepen deel in de uitsparing blijft hangen
(door de gebruikte keggen, bruggetjes) geen
verdere slijpvoegen aanbrengen – het uitge‐
slepen deel afbreken
4
Doorslijpschijven
Doorslijpschijven worden vooral bij het doorslij‐
pen vanuit de losse hand aan zeer zware belas‐
ting blootgesteld.
Daarom alleen de voor het gebruik van handge‐
dragen apparaten volgens EN 13236 (diamant)
of EN 12413 (kunsthars) vrijgegeven en de over‐
eenkomstig gemarkeerde doorslijpschijven
gebruiken. Op het maximumtoerental van de
doorslijipschijf letten – kans op ongevallen!
De door STIHL, samen met gerenommeerde
slijpschijffabrikanten, ontwikkelde doorslijpschij‐
ven zijn kwalitatief hoogwaardig en precies afge‐
stemd op het gebruiksdoel en op het motorver‐
mogen van de doorslijpmachines.
Deze zijn van een gelijkblijvende, uitstekende
kwaliteit.
4.1
Transport en opslag
– Doorslijpschijven bij transport en opslag niet
blootstellen aan direct zonlicht of andere
warmtebronnen
– Schokken en stoten vermijden
– Doorslijpschijven droog en bij een zo constant
mogelijke temperatuur, op een vlakke onder‐
grond in de originele verpakking bewaren (sta‐
pelen)
– Doorslijpschijven niet in de buurt van agres‐
sieve vloeistoffen bewaren
– Doorslijpschijven vorstvrij bewaren
4 Doorslijpschijven
4
3
0458-572-7621-E