Levering; Ingebruikname; Aanwijzingen Voor Gebruik; Automatische Ontdooiing - Silvercrest SLE 420 A1 Bedienungsanleitung

__RP89301_B1.book Seite 49 Donnerstag, 18. April 2013 3:20 15
• Let er bij de waterafvoer d.m.v. een
slang op, dat de slang niet geblokkeerd
wordt en dat het open uiteinde van de
slang lager ligt dan het apparaat.
• Gebruik het apparaat alleen met ge-
plaatst waterreservoir of geïnstalleerde
slang. Het uiteinde van de slang moet bo-
ven een afvoer liggen.
• Gebruik uitsluitend de originele accessoi-
res.
• Gebruik geen scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen.
• Reinig het apparaat uitsluitend met een
licht vochtige doek.

4. Levering

1 Luchtontvochtiger met waterreservoir 5
1 Slang 22
1 Handleiding

5. Ingebruikname

• Verwijder al het verpakkingsmateriaal.
• Verwijder alle beveiligingen voor het
transport.
• Verwijder de folie van het bedienings-
paneel.
• Controleer of alle onderdelen aanwezig
en onbeschadigd zijn.
1. Plaats het apparaat op een vlakke, dro-
ge en stevige ondergrond.
2. Laat het apparaat in gebruiksklare po-
sitie ca. 30 minuten staan, zodat de
koelvloeistof op zijn plaats kan zakken.
3. Controleer of de vlotter links in het wa-
terreservoir 5 zich vrij kan bewegen.
4. Controleer of het waterreservoir 5 op
de juiste manier geplaatst is. In geval
van verkeerde plaatsing, of als het wa-
terreservoir werd verwijderd, brandt
de LED 12 WASSERTANK VOLL (RE-
SERVOIR VOL).
5. Stop de stekker 10 in het stopcontact
met aardingscontacten.
6. Aanwijzingen voor
gebruik
• Mocht er voortdurend een te hoge rela-
tieve luchtvochtigheid in uw woonruim-
ten zijn, dan moet de oorzaak
gevonden en geëlimineerd worden.
(Voortdurend - jarenlang - ontluchten is
meestal niet zinvol.)
• De optimale omgevingstemperatuur om
vochtigheid aan de lucht te onttrekken
ligt tussen 5 °C tot 35 °C. Onder 5 °C
heeft het gebruik van een luchtontvochti-
ger geen zin, omdat er zeer weinig
vocht in de lucht is.
• Tijdens het gebruik kan de temperatuur
in de ruimte, afhankelijk van de opper-
vlakte van de ruimte, oplopen met 1 °C
tot 4 °C. Dit is normaal.

Automatische ontdooiing

Opdat het apparaat bij permanente inscha-
keling niet bevriest, wordt dit automatisch
ontdooid. Daarbij wordt de ontvochtiging
ingesteld en de motor op de hoogste stand
gezet.
De intervallen daarvan verschillen.
Omstandighe-
den
Temperatuur:
geen ontdooien
hoger dan 20 °C
na 40 minuten ont-
Temperatuur:
vochtigen,
12 tot 20 °C
8 minuten ontdooien
na 25 minuten ont-
Temperatuur:
vochtigen,
5 tot 12 °C
10 minuten ontdooien
Temperatuur:
gebruik niet mogelijk
lager dan 5 °C.
Ontdooien
49
NL