Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbedrijfstelling; Master/Slave-Eenheid Bedrijfsstatus; Bedrijfsinformatie Voor Elke Eenheid (Menu 1 "Bedieningsinfo'') - Carrier CCU Regelungshandbuch

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CCU:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 79

11 - INBEDRIJFSTELLING

1. Opstarten.
2. De gele spanningsindicator op het paneel gaat branden.
3. Stel de setpoints en instelparameters in zoals beschreven staat in hoofdstukken 4 en 5.
4. Druk op de aan/uit-toets (controleer, wanneer de groene LED niet gaat branden, of parameter P99 vergrendeld is "P99 = 1").
5. De groene indicator knippert wanneer het externe regelcontact open is; wanneer de timer niet is ingesteld voor bedienen van de
eenheid, blijft deze stand-by.
6. Wanneer de groene indicator gaat branden, wordt de eenheid gestart.

11.1 - Master/slave-eenheid bedrijfsstatus

• Gestopt: de eenheden werken individueel. De betreffende eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe
veiligheidscontact. De eenheid is niet in storing, het is opgestart. De eenheid is gestopt door de aan/uit regeling (contact of
timer).
• Geforceerde stop: de betreffende eenheid is gestopt door de paneelknop of door het externe veiligheidscontact. Het is niet in
storing, het is opgestart.
• Bedrijf: de eenheden werken individueel. De betreffende eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe
veiligheidscontact. De eenheid is niet in storing, het is opgestart. De eenheid is geautoriseerd door de aan/uit regeling (contact
of timer).
• Automatisch bedrijf: de eenheden werken als master/slaves. Tenminste één eenheid is geconfigureerd als back-up of extra. 
De betreffende eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe veiligheidscontact. De eenheid is niet in
storing, het is opgestart. De eenheid wordt niet geregeld door de aan/uit regeling (contact of timer). De eenheid is niet geselecteerd
als een back-up of extra eenheid.
• Override: de eenheden worden gebruikt als master/slaves. Tenminste één eenheid is geconfigureerd als back-up of extra. De 
betreffende eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe veiligheidscontact. De eenheid is niet in storing,
het is opgestart. De eenheid wordt geregeld door de aan/uit regeling (contact of timer).
• Stand-by: de eenheden worden gebruikt als master/slaves. Tenminste één eenheid is geconfigureerd als back-up of extra. De 
betreffende eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe veiligheidscontact. De eenheid is niet in storing,
het is opgestart. De eenheid wordt niet geregeld door de aan/uit regeling (contact of timer). De eenheid is geselecteerd als een
back-up of extra eenheid, maar wordt niet gebruikt als een back-up of extra eenheid.
• Backup: de eenheden worden gebruikt als master/slaves. Één eenheid is geconfigureerd als back-up of extra. De betreffende 
eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe veiligheidscontact. De eenheid wordt niet geregeld door de
aan/uit regeling (contact of timer). De eenheid is geselecteerd als een back-up of extra eenheid, en werkt als een back-up maar
niet als extra eenheid.
• Extra: de eenheden worden gebruikt als master/slaves. Een eenheid is geconfigureerd als extra. De betreffende eenheid is 
geautoriseerd door de paneelknop en door het externe veiligheidscontact. De eenheid is niet in storing, het is opgestart. De
eenheid wordt niet geregeld door de aan/uit regeling (contact of timer). De eenheid is geselecteerd als een extra eenheid, en
werkt als een extra eenheid maar niet als back-up.
• Extra en back-up: de eenheden worden gebruikt als master/slaves. Een eenheid is geconfigureerd als extra. De betreffende 
eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe veiligheidscontact. De eenheid is niet in storing, het is opgestart.
De eenheid wordt niet geregeld door de aan/uit regeling (contact of timer). De eenheid is geselecteerd als een extra eenheid,
en werkt als een extra en back-up eenheid.
• Periodieke herstart: de eenheden worden gebruikt als master/slaves. Tenminste één eenheid is geconfigureerd als back-up 
of extra. De betreffende eenheid is geautoriseerd door de paneelknop en door het externe veiligheidscontact. De eenheid is
niet in storing, het is opgestart. De eenheid wordt niet geregeld door de aan/uit regeling (contact of timer). De eenheid is
geselecteerd als een back-up of extra eenheid en wordt periodiek opnieuw gestart.
• Met niet-kritische storing: de betreffende eenheid wordt opgestart. Deze heeft tenminste één niet-kritische storing, maar geen
kritische storingen.
• Met kritische storing: de betreffende eenheid wordt opgestart. Het heeft tenminste één kritische storing.
• Uitgeschakeld: de CCU CONTROLLER voor de betreffende eenheid reageert niet. Het is niet opgestart of de verbinding is
verbroken.

11.2 - Bedrijfsinformatie voor elke eenheid (menu 1 "bedieningsinfo'')

• Eenheid zonder storing
De eerste regel: toont de gemeten waarden door de sensoren voor de gewenste relatieve vochtigheid en/of temperatuur.
De tweede regel: toont de gewenste waarden voor de relatieve vochtigheid en/of temperatuur.
Voor de twee waarden, is de getoonde waarde het setpoint voor de laatste regelmodus (verwarming of koeling, bevochtiging of
ontvochtiging).
Wanneer de meetwaarde onder het verwarmings- of bevochtigings-setpoint ligt, is dit het setpoint dat wordt getoond. Wanneer
de meetwaarde boven het koel- of ontvochtigings-setpoint ligt, is dit het setpoint dat wordt getoond. Wanneer de gemeten waarde
tussen de twee setpoints ligt, verandert de getoonde waarde niet.
De derde regel toont de bedrijfsstatus van de eenheid:
• Eenheid gestopt: de ventilator is gestopt net zoals alle bedieningen en regelaars.
• Eenheid in bedrijf: de ventilator met vast of variabel toerental is in bedrijf, de regelingen zijn geautoriseerd, de temperatuursetpoints
zijn berekend op basis van de normale waarde.
• Eenheid in ventilatorvertraging: stopzetten van de eenheid is aangevraagd, de bedieningen en regelaars zijn niet langer
geautoriseerd. De ventilator werkt tot het naventileren is afgelopen.
• Eenheid gestopt door het veiligheidscontact: het externe veiligheidscontact is open. Stoppen van de eenheid is aangevraagd.
• Eenheid in storing: de laatst opgetreden storing wordt getoond met een tekst, die aangeeft welke componenten zijn gestopt
en de eerste controles die moeten worden uitgevoerd, voordat de storing wordt bevestigd.
180

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis