– De oppervlakten van het apparaat en
de binnenkant van de container dienen
regelmatig met een vochtige doek ge-
reinigd te worden.
GEVAAR
Gevaar door stof dat schadelijk is voor de
gezondheid. Bij onderhoudswerkzaamhe-
den (bv. filtervervanging) ademmasker P2
of meer en wegwerpkledij dragen.
Vlakvouwfilter vervangen
Afbeelding
Filterafdekking openen.
Filterframe verwijderen.
Vlakvouwfilter eruitnemen.
Gebruikte vlakke harmonicafilter con-
form de wettelijke bepalingen afvoeren.
Vuil dat aan de verseluchtkant is gaan
zitten, verwijderen.
Filterframe en contactvlak van het filter-
frame met een vochtige doek reinigen.
Nieuwe vlakvouwfilter plaatsen.
Bij het plaatsen erop letten dat de vlak-
ke harmonicafilter aan alle kanten gelijk
ligt.
Filterframe plaatsen.
Filterafdekking sluiten, moet hoorbaar
in elkaar sluiten.
Filterzak vervangen
Afbeelding
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Vliesfilterzak aan de flens omhoog eruit
trekken.
Vliesfilterzak met afsluitdop afsluiten.
Gebruikte filterzak wegdoen conform
de wettelijke bepalingen.
Nieuwe filterzak erop steken.
Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
Afvalzak vervangen
Afbeelding
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Trek de stofverzamelzak (bijzonder toe-
behoren) omhoog.
Stofverzamelzak (bijzonder toebeho-
ren) met een kabelbinder onder de ope-
ning afbinden.
36
Verwijder de stofverzamelzak (bijzon-
der toebehoren).
Gooi de stofverzamelzak (bijzonder
toebehoren) conform de wettelijke be-
palingen weg.
Nieuwe stofverzamelzak (bijzonder toe-
behoren) plaatsen.
Plaats de stofverzamelzak (bijzonder
toebehoren) over het reservoir.
Let erop dat de markeringslijn binnen
het reservoir ligt en beide ontluchtings-
openingen aan de achterwand van het
reservoir zijn gepositioneerd.
Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
Elektrodes reinigen
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Elektrodes met een borstel schoonma-
ken.
Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Aanwijzing: Wanneer er een storing (bijv.
filterbreuk) optreedt, moet het apparaat on-
middellijk worden uitgeschakeld. De storing
worden verholpen voordat het apparaat op-
nieuw wordt ingeschakeld.
Zuigturbine start niet
Stekker en zekering van de stroom-
voorziening controleren.
Stroomkabel, stekker en elektroden van
het apparaat controleren.
Apparaat inschakelen.
Zuigturbine schakelt uit
Reservoir leegmaken.
Zuigturbine start na het legen van
de container niet opnieuw
Apparaat uitschakelen en 5 seconden
wachten, na 5 seconden weer aanzet-
ten.
Elektrodes met een borstel schoonma-
ken.
– 6
NL