Automatische Uitschakeling - Fluke CO-210 Gebrauchsanweisung

Een referentielijn vastleggen
Voordat op CO wordt getest, moet een referentielijn worden
vastgelegd die door de probe zal worden gebruikt voor de
vergelijking met andere omgevingen.
Hiervoor dient u de probe in te schakelen. Indien de probe tussen
0 en 3 ppm CO detecteert, weerklinkt de pieper, knippert het LED
eenmaal per seconde en legt de probe een nieuwe referentielijn
vast.
Indien de probe meer dan 3 ppm detecteert, wordt geen
referentielijn vastgelegd maar begint de probe met het meten van
het CO-gehalte.

Automatische uitschakeling

De probe schakelt automatisch uit na 20 minuten.
De pieper dempen
Om de pieper te dempen, houdt u de AAN/UIT-schakelaar langer
dan 2 seconden ingedrukt wanneer u het instrument aanzet.
Om de pieper weer in te schakelen, draait u de probe uit en dan
weer aan.
De probe als onafhankelijk instrument
gebruiken
Wanneer de probe als een onafhankelijke indicator wordt
gebruikt, geven het LED en de pieper de aanwezigheid van CO
aan.
Hoe sneller het LED knippert en de pieper weerklinkt, des te
hoger is de CO-concentratie. Boven 200 ppm brandt het LED
ononderbroken, weerklinkt de pieper constant en verhoogt de
frequentie van de toon evenredig met de CO-concentratie.