Gaslektest Uitvoeren; Draadaansluitingen - Maxitrol GV60 Installations- Und Bedienungsanleitung

INSTALLATIEHANDLEIDING
WAARSCHUWING
Draai de verbindingen niet te strak vast. Daardoor kan
het regelaarhuis worden beschadigd, waardoor lekkage
of storing ontstaat (zie „Maximaal toegestaan inlaat- en
uitlaataanhaalmoment", pag. 4).
Hoofdgasaansluiting (leidingverbindingen)
1. Gebruik geen Tefl on /PTFE tape.
®
2. De leiding die in de klep wordt gestoken, moet de juiste
schroefdraadlengte en -maat hebben. Een te lang gesne-
den schroefdraad kan vervorming of storing veroorzaken
als deze er te diep wordt ingestoken.
3. Breng een ruime hoeveelheid goedgekeurd leidingafdicht-
middel op de leiding aan, maar niet op de twee eindschroef-
draden.
4. Sluit de leiding aan op de klepinlaat en -uitlaat.
Gasaansluiting aansteekbrander (buisverbindingen)
1. G ebruik geen leidingverbindingskit of Tefl on
2. Schuif de koppeling over de buis.
3. Steek de aansteekbranderbuis tot aan de aanslag in de
aansteekbranderuitlaat. Draai de koppeling handvast.
4. V erdraai deze met een sleutel totdat het fl ensbusje a fbreekt.
Draai deze nog een kwartslag voor een gasdichte afsluiting.
5. Sluit het andere buisuiteinde aan op de aansteekbrander.
WAARSCHUWING
De hoofdgasklep moet tijdens druktesten van het gastoe-
voervoersysteem bij een testdruk van meer dan ½ psi
(3,5 kPa CSA; 50 mbar CE) van het gastoevoersysteem
worden afgesloten. Te hoge druk kan de regelaar bescha-
digen, waardoor lekkage of storing ontstaat.

GASLEKTEST UITVOEREN

1. Controleer zorgvuldig op gaslekken direct nadat de klep
is geïnstalleerd en het gas is ingeschakeld. Doe dit altijd
voordat u het toestel of ander gasverbrandingsappa-
raat gebruikt.
2. Breng met een schone borstel een goedgekeurde lek-
testoplossing aan op de buis- en leidingverbindingen.
Luchtbellen wijzen op een lek.
3. Als geen lekkage wordt vastgesteld, ontsteekt u de hoofd-
brander.
4. Breng, als de hoofdbrander brandt, een goedgekeurde
lektestoplossing aan op alle buis- en leidingverbindingen
(inclusief adapters) en de klepinlaat en -uitlaat. Luchtbellen
wijzen op een lek.
5. Wordt een lek vastgesteld, dan moeten de leidingver-
bindingen (inclusief adapters) worden aangedraaid (zie
„GASAANSLUITINGEN" (pag. 5).
WAARSCHUWING
Er mag geen enkele lekkage voorkomen, anders bestaat
er afhankelijk van de omstandigheden brand- of explosie-
gevaar. Nooit gebruiken als lekkage wordt vastgesteld.

DRAADAANSLUITINGEN

(zie afb. 13–17, pag. 8–12)
LET OP
De bedrading van klep en ontvanger moet zijn voltooid
voordat de brander wordt ontstoken. Anders kan de elek-
tronica worden beschadigd.
Sluit alle onderdelen aan volgens het betreffende bedradings-
schema.
▪ Z org bij de installatie van GV60-onderdelen dat zij niet
worden blootgesteld aan stof, olie, vet of andere chemi sche
stoffen.
▪ V oorkom vreemde voorwerpen onder het kunststofdeksel.
▪ M onteer de AAN/UIT-schakelaar (indien aanwezig) op een
voor de gebruiker goed toegankelijke plaats.
/PTFE tape. Thermokoppelcircuit
®
Voor een goede werking moet de totale weerstand van het
thermokoppelcircuit tot een minimum worden beperkt.
LET OP
Het gebruik van het Mertik Maxitrol onderbrekerblok wordt
aanbevolen. Houd de verbinding tussen onderbrekerblok en
thermokoppel schoon en droog. Buig de thermokoppelbuis
tijdens de installatie niet overmatig (min. 1" radius; 2,5 cm)
anders kan deze onherstelbaar worden beschadigd.
Afb. 10
1. Haal het messing onderbrekerblok in de klep ¼ slag aan
voorbij vingervast. Indien nodig is een ¼ slag extra mogelijk.
VOORZICHTIGHEID: Verder aanhalen beschadigt de
plastic huls in het messing onderbrekerblok en kan kort-
sluiting veroorzaken in het circuit.
LET OP:
brekerblok niet in een specifi eke richting zijn geplaatst.
2. Schuif de platte stekkers in het plastic inzetstuk (zie afb. 10).
3. Schuif het plastic inzetstuk met platte stekkers in het mes-
sing onderbrekerbok totdat het klikt (zie afb. 11) .
4. Schroef het thermokoppel, terwijl u het onderbrekerblok
met een moersleutel tegenhoudt, in het vrouwelijke einde
van het onderbrekerblok, ¼ – ½ slag voorbij vingervast
(zie afb. 12) .
Ontstekingskabel
LET OP
Om stof, vuil en vocht op de ontvanger te voorkomen, moet
de ontvanger pas uit de plasticzak worden verwijderd nadat
alle werkzaamheden zijn uitgevoerd.
6 / 21
UITSLUITEND VOOR OEM-GEBRUIK
Afb. 11
Het kan zijn dat de kabelsleuven van het onder-
Afb. 12