Enerpac ATLAS Genesis Serie Anleitungsblatt Seite 13

WERKING
1. Controleer of alle fittingen en aansluitingen van het systeem stevig zijn aangedraaid
2. Controleer het benzine- en olieniveau van de benzinemotor. Raadpleeg de
3. Zorg vóór het starten van de benzinemotor dat de regelklep in de stand neutraal of
4. Start de benzinemotor volgens de procedure in de Gebruikershandleiding voor de
5. Gebruik de handbediende klep voor het regelen van de richting van de
) WAARSCHUWING
en niet lekken.
Gebruikershandleiding voor de Honda / Briggs voor aanbevolen benzine en olie.
storten staat om het per ongeluk in werking stellen van het gereedschap of de cilinder
te voorkomen. Zie illustraties voor klepstanden.
3-weg kleppen:
1. gereedschap in werking stellen
2. storten naar tank
3. neutraal
4-weg kleppen:
1. druk naar B
2. druk naar A
3. neutraal
NB: Wanneer de pomp nieuw is en nadat de vloeistof ververst is, kan het nodig zijn
om de pomp te voeden. Hiervoor trekt u langzaam enkele keren aan de
starthandgreep om de motor rond te draaien, maar niet te starten. Door dit langzame
ronddraaien dient vloeistof in de zuigers van de motor gebracht te worden.
Honda / Briggs.
vloeistofstroom.
NB: Wanneer het hydraulische systeem voor het eerst wordt aangesloten, bevindt
zich lucht in de componenten. Voor een goede werking verwijdert u de lucht uit het
systeem door het systeem verscheidene volledige cycli te laten doorlopen zonder
belasting op het gereedschap of de cilinder. Als het gereedschap of de cilinder zonder
haperen uitgeschoven en teruggetrokken wordt, is de lucht uit het systeem verwijderd.
Vermijd voor een goede werking het scherp buigen en knikken van de
slangen. Als er een knik in de slang komt of deze op een andere
manier beschadigd wordt, moet hij vervangen worden. Een
beschadigde slang kan bij hoge druk openbarsten en lichamelijk letsel
veroorzaken.
1
3
20 Series
13
B
A
2
1
3
30 / 50 Series
2