Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Mechanische Installatie; Verplaatsing Van De Machine; Genormaliseerde Centrifugaalpompen Volgens En 733 - E-Tech FNC Betriebs- Und Installationshandbuch

Norm-kreiselpumpen nach en 733
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 16
NEDERLANDS
Vertaling van de originele instructies
Bovendien moet gecontroleerd worden of de beschikbare NPSH bij de ingang van de elektropomp
hoger is dan de door de pomp zelf gevraagde waarde, rekening houdend met een passende
veiligheidsmarge, om het gevaar voor cavitatie te vermijden. Gebruik de volgende formule voor de
berekening van de beschikbare NPSH:
NPSH = pb x 10.2 - Hv – Hs
pb: absolute druk van de in aanzuiging zijnde vloeistof, met werkende pomp [bar].
NPSH: Opvoerhoogte in aanzuiging naar maximum werkdebiet [m] (zie afb. A6)
Hv: Dampdruk [m] op grond van de temperatuur van de vloeistof [m]
Hs: Veiligheidsmarge [m] (minimum 0,5)
De waarden van de gevraagde NPSH staan vermeld in de karakteristiekcurven in de bijlage (afb. A6).
Zoek de grafiek op die overeenkomt met de frequentie (kolommen) en de familie (regels) waarvoor
men belangstelling heeft.
Als de waarde van de gevraagde NPSH (afb. A6) de waarde van de beschikbare NPSH, die met de
vorige formule berekend is, overschrijdt, moet de pomp geïnstalleerd worden onder een waterdruk
op een diepte in meters die gelijk is aan het verschil tussen de twee waarden. Installeer in gesloten
circuits de autoclaaf/het expansievat bij de ingang van de pomp en het ze circuit onder druk.

6 MECHANISCHE INSTALLATIE

6.1 Verplaatsing van de machine

Voor het optillen van de machine mogen alleen geschikte werktuigen gebruikt worden, die de
correcte markeringen hebben (bijv. EG-markering) en in goede staat verkeren. Overschrijdt niet
het draagvermogen van het werktuig dat het minst bestand is van alle gebruikte werktuigen
(hijsoog, veiligheidspal, haak, musketon, ketting, koord, takel of anders). Gebruik alleen haken met
veiligheidspal. Gebruik in richting instelbare hijsogen of controleer het maximum draagvermogen
ervan voor niet-axiale ladingen.
Het hangpunt dat beoogd wordt voor de pomp/elektropomp valt niet samen met het
massamiddelpunt van de machine.
Tijdens het optillen zal de machine de neiging vertonen rondom zijn hefpunt te draaien tot de positie
van evenwicht gevonden wordt. Til de lading langzaam op en let op onverwacht kantelen. Afb. A5
verstrekt nuttige aanwijzingen hierover. Voer de verplaatsing voorzichtig uit. Besteed aandacht aan
de inertie van het object (oscillaties in de bewegingsrichting, moeilijke snelheidsafname en stilstand).
Besteed aandacht aan de hangende ladingen. Blijf er niet onder staan. Besteed aandacht
aan mensen, dieren en voorwerpen die in de werkzone aanwezig zijn. Gebruik de geschikte
instrumenten voor het signaleren en afbakenen van de werkzone als dat nodig is. Voer geen
manoeuvres of verplaatsingen boven mensen uit.
6.1.1 Monoblok elektropompen
Til de machine op met gebruik van het hijsoog, zoals voorgesteld wordt in afb. A5, indien aanwezig.
Gebruik als alternatief een hefkoord dat in overeenstemming met de normen is, dat als een strop
rondom de machine gewikkeld is, zoals getoond wordt in de afbeelding. In dit geval neemt het
draagvermogen van het koord met 20% af ten opzichte van de nominale waarde. Zet het koord op
passende wijze vast en controleer of het niet kan slippen voordat met het heffen begonnen wordt.
6.1.2 Elektropompen met stijve koppeling
Til de machine op met gebruik van het hijsoog op de lantaarn die als aansluiting tussen pomp en
motor dient, zoals voorgesteld wordt in afb. A5.
Gebruik niet het hijsoog van de motor om de hele structuur op te tillen.
6.1.3 Groepen pomp-motor op het onderstel
Het onderstel moet voorzien zijn van hijsogen voor het tillen, waarvan het draagvermogen geschikt
is voor het gewicht van de pomp, van de motor en van het onderstel zelf. Til de machine op aan de
4 hangpunten.
6.1.4 Pompen met kale as
Til de pomp (zonder motor) op met gebruik van het hijsoog, zoals voorgesteld wordt in afb. A5.
6.2 Positionering
Handhaaf afstanden van de muur die geen obstakel vormen met de doorgang van de koellucht. Er
wordt een minimum afstand van minstens 30 cm aanbevolen, vanaf de zijde van de ventilatorafdekking.
Zorg voor een vrije doorgang langs de vier zijden van de machine voor het uitvoeren van onderhoud
op de machine.
6.3 Bevestiging op de grond
De elektropompen en de groepen pomp-motor op het onderstel moeten op een stevige fundering van
beton rusten (afb. A1). De fundering moet op geschikte wijze groter zijn dan de machine (minstens
150 mm over de gehele omtrek). Om trillingen te beperken, dient men een van de twee voorgestelde
oplossingen te gebruiken.
Als de gepompte vloeistof een temperatuur heeft die aanzienlijk anders is dan de
omgevingstemperatuur, of als hoge thermische schommelingen voorzien worden, installeer het
product dat op een wijze dat de betreffende delen zich over de grond kunnen verplaatsen.
6.3.1 Elastische bevestiging
Om de overbrenging van trillingen te beperken via de fundering wordt aangeraden de machine op
elastische steunen met lage stijfheid en medium/lage demping te installeren. Gebruik elastische
steunen met een minimum doorbuiging van minstens 5 mm onder het gewicht van de machine of
van dien aard dat een eigen frequentie van minder dan 15 Hz gegarandeerd wordt in verhouding tot
de massa van de machine. Er wordt aangeraden de machine op een massafundering te installeren
die minstens het dubbele is van die van de machine (bij voorkeur 3 tot 5 keer groter). Gebruik op
de aanvoer- en afzuigopeningen stukken leiding die op geschikte wijze buigzaam zijn. Volg de
aanwijzingen van de producent van de elastische steunen voor de bevestiging van de pomp daarop.
6.3.2 Stijve bevestiging
De steunvoeten of het onderstel worden op stijve wijze op de fundering vastgezet door middel van
kraagschroeven of schroefbouten. Het vastdraaien moet voorkomen dat de elementen losraken als
gevolg van de trillingen; de benodigde belasting is afhankelijk van de kenmerken van de installatie
en het type oplossing dat gebruikt is om het losdraaien van schroeven te voorkomen. Controleer
regelmatig het gedrag tijdens de inwerkperiode van de machine.
De fundering moet onafhankelijk zijn van de omringende vloer en op een onderlaag leunen die een
lage overbrenging van trillingen heeft. Breng een omvangrijke massafundering tot stand (minstens
3 keer die van de pomp, groter naarmate de massa van de pomp kleiner is, hoe dan ook niet onder
de 150 kg) bovenop een zachte onderlaag en met medium/lage demping. De beoordeling van de
optimale oplossing vereist de analyse door een specialist. Voorzie de mogelijkheid om de massa van
de fundering te vergroten, als dat nodig is.
6.4 Uitlijning van de groep pomp-motor
6.4.1 Eenheid met elastische koppeling
De groepen pomp-motor op het onderstel, waarin de motor en de pomp niet stijf verbonden zijn
en een elastische aandrijfkoppeling aanwezig is, vereisen een controle van de tot stand gekomen
uitlijning.
De controle moet na de mechanische installatie en de aansluiting van de leidingen uitgevoerd worden,
voorafgaand aan de inwerkingstelling, en moet regelmatig herhaald worden tijdens de inwerkperiode.
28

GENORMALISEERDE CENTRIFUGAALPOMPEN VOLGENS EN 733

Verwijder de beschermingen van de koppeling (detail I in afb. A2) voor de controle van de uitlijning.
Sluit de twee delen van de koppeling af (verwijder de verbindingspennen of de elastische elementen,
al naargelang het type). Gebruik een stalen liniaal of een waterpas om te controleren of de twee
helften correct uitgelijnd zijn langs de gehele omtrek (afb. A3). Herhaal de controle in diverse posities.
Indien nodig moet de groep opnieuw uitgelijnd wordt door gekalibreerde dikte-elementen tussen de
voeten van de pomp of van de motor en het onderstel aan te brengen. Houd u aan de aanwijzingen
van de fabrikant van de koppeling voor de maximum waarden van de afwijking van de hoekuitlijning
(A max in afb. A3) en van de parallelle uitwijking (B max in afb. A3), alsmede voor speling S. In
afwezigheid van andere aanwijzingen zijn de gebruikelijke waarden respectievelijk, 1° (A max), 0,2
mm (B max) en 4 mm (S) voor de kleinere motoren, tot 2°, 0,5 mm en 6 mm voor de grotere motoren.
Voor meer elastische koppelingen kunnen grotere limieten aanvaard worden.
6.4.2 Eenheid met stijve koppeling
De groepen pomp-motor waarin het hydraulische gedeelte stijf gekoppeld is aan de motor, vereisten
geen bijkomende handelingen voor de uitlijning. Er wordt hoe dan ook aangeraden dikte-elementen
aan te brengen tussen de voeten van de pomp en/of van de motor en het onderstel, zodat eventuele
spelingen gecompenseerd worden en buiglasten in de aansluiting tussen de twee onderdelen
vermeden worden.
6.5 Beschermingen en afschermingen
6.5.1 Beschermingen voor pompen met kale as
De pompen met kale as die als lossen elementen gekocht zijn, vereisen beschermingen om accidenteel
contact met de bewegende onderdelen te voorkomen (detail I in afb. A2). De beschermingen moeten
gerealiseerd worden op een wijze dat minstens één van de volgende criteria in acht genomen worden
(zie afb. A4):
1) De aanwezige spleten staan niet de doorgang van vaste deeltjes met een diameter van meer dan
12 mm toe.
2) Als de spleten de doorgang van vaste deeltjes met een diameter van minder dan 30 mm toestaan,
moeten de actieve delen op minstens 120 mm van het toegangspunt geplaatst zijn.
3) Als de beschermingen de binnenkomst van vaste deeltjes met afmetingen van meer dan 30 mm
toestaan, moet het traject om de potentieel gevaarlijke delen te bereiken zeer bochtig zijn en
minstens 50 cm lang.
De controle moet uitgevoerd worden in alle posities en vanuit alle mogelijke richtingen. Besteed
speciale aandacht aan de geopende zijden en aan de hoeken van de beschermingen (zie detail A
in afb. A4).
6.5.2 Overige beschermingen en afschermingen
De beoordeling van de risico's die verband houden met de werking van de machine is gebaseerd op
de hypothese van een installatie conform de wettelijke eisen, in een technische ruimte met geschikte
kenmerken, die alleen toegankelijk is voor ervaren en gekwalificeerd personeel. Mocht de installateur
dat noodzakelijk achten, dan wordt aangeraden bijkomende beschermende middelen te installeren.
Als de machine bijvoorbeeld geïnstalleerd wordt in een gemeenschappelijke ruimte, of in een ruimte
die toegankelijk is voor personeel dat niet gekwalificeerd is voor het gebruik van de machine, kan het
nuttig zijn barrières of afschermingen te gebruiken die belemmeren dat personeel dat niet met het
onderhoud belast is in aanraking kan komen met de machine, zonder te interfereren met de normale
werking van de machine (bijv. koeling van de actieve delen).
6.6. Andere voorschriften voor pompen met kale as
6.6.1. Keuze van de motor
De pompen met kale as worden zonder elektrische motor geleverd. Raadpleeg voor de keuze van
de elektrische motor de gegevens op het plaatje van de pomp. Kies de motor op grond van de
netspanning en -frequentie, alsmede op grond van de rotatiesnelheid (ofwel het aantal polen) en het
vermogen, die op het gegevensplaatje van de pomp staan. Overbelast de motor niet.
7 START EN LANGDURIGE STILSTAND
Voordat de elektropomp gestart wordt moeten de elektropomp zelf en de aanzuigleiding van het
water gevuld worden (het hele circuit, als de installatie gesloten is). Als de elektropomp onder
waterdruk geïnstalleerd is, moet dit handmatig gebeuren. Schroef de vuldop los (B in afb. A7). Vul de
pomp tot aan het niveau van de dop en sluit de dop.
Is de installatie daarentegen onder waterdruk, of staat de aanzuigleiding onder druk, dan volstaat
het de kleppen te openen, de lucht eruit te laten (met gebruik van de ontluchtingskleppen, de
aanvoerklep als het circuit geopend is of vuldop B in afb. A7) en te wachten tot het vullen klaar is.
In gesloten circuits moet de installatie gevuld worden via het hoogste punt en moet op hetzelfde
moment een ontluchting plaatsvinden.
Tijdens de eerste seconden van werking zal de pomp nog meer lucht uitstoten. Als het circuit gesloten
is, ontlucht het dan via de betreffende kleppen.
Pas op voor spetters. Gebruik de geschikte PBM om beschermd te worden tegen risico's van
mechanische en chemische aard.
Open de kleppen langzaam tijdens de ontluchting, vermijd bruuske manoeuvres; richt de
straal niet op mensen, dieren of elektrische apparaten.
Na langdurige periodes van inactiviteit moet de vulling van de pomp gecontroleerd worden voordat
hij gestart wordt en moeten de leidingen indien nodig ontlucht worden.
Als een langdurige periode van inactiviteit voorzien wordt en/of het nodig is de machine te legen
door verwijdering van de vloeistof, gebruik dan de afvoerdop op de onderkant van het pomphuis
(detail A in afb. A7).
8 ONDERHOUD EN ASSISTENTIE
De elektropomp vereist geen speciaal onderhoud.
Laat de elektropomp alleen repareren door personeel dat geautoriseerd is door d fabrikant om de
garantie te handhaven en de veiligheid van het apparaat niet te compromitteren. Gebruik alleen
originele reserveonderdelen of die goedgekeurd zijn door de fabrikant.
Gebruik altijd de PBM die voorgeschreven worden (zie de betreffende sectie).
Alvorens ongeacht welk werk op de elektropomp uit te voeren, moet gecontroleerd worden
of de elektrische aansluiting op het voedingsnet afgesloten is en of die niet per ongeluk
opnieuw aangesloten kan worden.
Let op! In geval van stilstand wegens overbelasting gaan de apparaten met motorbeveiliging
en automatische reset automatisch opnieuw van start wanneer de temperatuur onder het
alarmniveau daalt.
Het is raadzaam maandelijks de staat van bewaring van de kabels te controleren (met name ter
hoogte van de kabelgeleidingen) en de filters en/of het aanzuigrooster te reinigen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet hij vervangen worden door gekwalificeerd
personeel.
Controleer regelmatig of geen condens binnenin de motor gevormd wordt.
De onderdelen die normaal aan slijtage onderhevig zijn, zijn de mechanische afdichting en, waar
aanwezig, de lagers. De slijtage houdt verband met de werkomstandigheden en de werkbelasting.
Periodieke controles van de staat van slijtage van deze onderdelen verhogen de betrouwbaarheid en
de levensduur van het product. Voer de controles maandelijks uit, vaker als de werkomstandigheden
dit vereisen en tijdens de eerste 500 werkuren.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

FnsFne

Inhaltsverzeichnis