Ottobock 17LA3N Gebrauchsanweisung Seite 57

5) Bevestig de lamineerdummy op het gipsmodel. Steek hiervoor de aan­
zetschroef door de afdekking, de voetbeugel en het onderstuk en beves­
tig deze aan de steladapter.
6) Dicht de bouten van de stang en de dummy af met Plastaband.
7) Stem de manier waarop u de orthese lamineert, af op de patiënt.
8) Snijd, nadat het laminaat is uitgehard, de lamineerdummy los met een
mes en demonteer de lamineerdummy.
9) Verwijder het Plastaband van de bouten.
10) Verwijder de twee platverzonken bouten uit de ingietstang.
11) Maak de schroefverbinding van de lamineerdummy los en verwijder de
afdekking.
12) Maak de randen van de vorm vrij met de oscillerende zaag.
13) Haal de prothesecomponenten van het gips af.
5.2 Scharnier monteren
► Monteer het enkelscharnier om het de eerste keer te passen.
Axiale ringen monteren
1) Kies de axiale ringen en zet ze in (zie de onderstaande tabel voor de dik­
te van de axiale ringen).
2) Optimaliseer de beweging van het orthesescharnier door de axiale rin­
gen stap voor stap te vervangen: neem dikkere ringen bij speling in
mediaal-laterale richting en dunnere ringen bij weerstand in de plantair­
flexie/dorsaalextensie.
Maat van het orthesescharnier
17LA3N=10*, 17LA3N=12*
17LA3N=14*, 17LA3N=16*, 17LA3N=20*
Breng om te beginnen twee axiale ringen aan met de vet gemarkeerde dikte.
Voetbeugel monteren
1) Zet de lagerbus (pos. 1) in de voetbeugel (pos. 2) (zie afb. 3).
2) Schuif de voetbeugel met de axiale ringen (pos. 3) in het basisonderdeel
(zie afb. 4). Hierbij moeten de aanslagen van de axiale ringen in de uit­
sparingen aan de onderkant van het scharnier komen te zitten (zie
afb. 5).
3) Steek de splitbout van achteren door het basisonderdeel en de voetbeu­
gel en schroef via de voorkant met de scharnierbout vast.
4) Controleer of het voetgedeelte gemakkelijk en zonder speling kan wor­
den bewogen. Gebruik zo nodig axiale ringen van een andere dikte.
5) Controleer of de axiale ringen ervoor zorgen dat het metalen basisonder­
deel en de voetbeugel niet direct met elkaar in contact kunnen komen.
Dikte van de axiale ringen [mm]
0,70, 0,75, 0,80, 0,85, 0,90
0,85, 0,90, 0,95, 1,0, 1,05, 1,10
57