Opsporen Van Storingen - DAB ED Serie Installationsanweisung Und Wartung

10.

OPSPOREN VAN STORINGEN

STORINGEN
1. De motor krijgt A. De magnetothermische schakelaar van het
geen voeding.
B.
C.
D. De contactgever KM1 trilt.
E.
F.
A. De waaier van de pomp is geblokkeerd.
2. De beveiliging
QM1 treedt in B.
werking.
3. De thermische A. Controleer de temperatuur van de omgeving
beveiliging in de
wikkelingen van B.
de motor treedt
in werking. C.
4. De pomp blijft A. De vlotters zijn niet correct verbonden met
doorwerken en
B.
reageert niet op
externe C.
commando's.
A. De van de motor afkomstige kabels zijn
5. De contactgever
KM1 wordt
afwisselend wel
en niet gevoed.
6. Het A. De vlotter met referentie P is niet exact
afstandsalarm
werkt niet.
B.
C.
NEDERLANDS
CONTROLES
(MOGELIJKE OORZAKEN)
paneel (ref. QM1) of de automatische
differentiaalschakelaar van het verdeelpaneel
zijn in werking getreden.
Er staat geen spanning
voedingsklemmen van de motor.
De beveiliging van de interne transformator is
in werking getreden.
Ingreep van de OLIE-voelerbeveiliging
(aanwezigheid van water
afdichtingskamer).
Ingreep van de motorbeveiliging KK.
De timer voor het instellen van de tijd van het
sterke aanloopkoppel is op een waarde hoger
dan 4 seconden ingesteld (alleen voor ED 3
M HS ).
waarin de elektropomp werkt.
De waaier van de pomp is geblokkeerd of
verstopt.
Controleer de toestand van de lagers van de
rotoras van de elektropomp.
het paneel.
De vlotters zijn defect.
De contactgever KM1 is kapot (contacten
vastgekleefd).
omgedraaid aangesloten op de klemmen van
het paneel .
(alleen voor panelen
beveiliging van de motor).
verbonden met het paneel, of volgt het
waterniveau niet.
De vlotter is defect.
De geluids- of lichtsignalering Q is niet
correct verbonden met
klemmen.
A. Controleer de isolaties: van de kabels van de
elektropomp, van de elektropomp zelf of van de
vlotters.
schakelaar in het paneel (ref. QM1) of de
differentiaalschakelaar van het verdeelpaneel.
op de B. Controleer de aansluitkabels van het paneel en
of
scheidingsschakelaars in de installatie in
werking zijn getreden.
C. Open de hoofdschakelaar gedurende drie
minuten en sluit hem weer. Als de elektropomp
start, is er geen defect. Als de elektropomp niet
gevoed wordt, of slechts tijdelijk gevoed wordt,
eventuele kortsluitingen in het secundaire
circuit van de transformator opsporen.
D. De voedingsspanning is onvoldoende.
E. Controleer of er eventueel water infiltreert in de
in de afdichtingskamer.
F. Zie punt 3.
A. Voer onderhoud uit om de waaier vrij te maken.
B. Stel de timer correct af zoals aangegeven in.
KT1.
A. Verlaag de temperatuur van de te pompen
vloeistof.
B. Voer onderhoud uit om de waaier vrij te maken.
C. Vervang de lagers van de pomp indien deze
versleten zijn.
A. Sluit de vlotters correct aan en controleer de
werking van de installatie (par.8.4 - 8.6).
B. Vervang de vlotters.
C. Vervang het onderdeel.
A. Sluit de van de motor afkomstige kabels af aan
de hand van de bijgevoegde schema's.
met thermische
A. Sluit de vlotter correct aan en controleer de
werking van de installatie.
B. Vervang de vlotter.
C. Controleer de aansluitingen en ga na of de
de betreffende elektrische kenmerken overeenkomen.
35
OPLOSSING
Reset de magnetothermische
er eventuele schakelaars of