Parkside PDRP 6.2 B2 Originalbetriebsanleitung Seite 37

■ Voordat u het pneumatische reinigingspistool
installeert, gebruikt, repareert, onderhoudt of er
accessoires van verwisselt en voordat u werkt in
de buurt van het apparaat, moet u de veilig-
heidsvoorschriften gelezen en begrepen heb-
ben, om meerdere risico's te vermijden . Indien u
dit nalaat, kan dit leiden tot zwaar lichamelijk
letsel .
■ Het pneumatische reinigingspistool mag uitslui-
tend door gekwalificeerde en opgeleide perso-
nen worden opgesteld, ingesteld of gebruikt .
Het pneumatische reinigingspistool mag niet
worden gemodificeerd . Wijzigingen kunnen de
doeltreffendheid van de veiligheidsmaatregelen
verminderen en de risico's verhogen voor wie
het apparaat bedient .
■ De veiligheidsvoorschriften mogen niet verloren
gaan – geef ze aan degene die het apparaat
bedient .
■ Gebruik nooit een beschadigd pneumatisch
reinigingspistool .
■ Het pneumatische reinigingspistool moet regel-
matig worden onderhouden, om te controleren
of alle vereiste veiligheidsvoorschriften voor
persluchtapparaten en markeringen zoals werk-
druk of volumedebiet leesbaar op het pneumati-
sche reinigingspistool staan aangegeven . De
gebruiker moet contact opnemen met de fabri-
kant om, indien nodig, eventuele vervangende
etiketten aan te vragen .
■ Gebruik het pneumatische reinigingspistool
uitsluitend waarvoor het bedoeld is!
■ Gebruik het pneumatische reinigingspistool
alleen met de voorgeschreven druk (max .
6,2 bar) .
■ Verbind het pneumatische reinigingspistool
nooit met een persluchtslang met een druk van
meer dan 6,2 bar .
■ Gebruik nooit waterstof, zuurstof, kooldioxide
of ander gas in flessen als energiebron voor dit
apparaat . Dat zou een explosie en dus ernstig
letsel tot gevolg kunnen hebben .
■ Onderhoud en reinig het pneumatische reini-
gingspistool regelmatig zoals voorgeschreven
(zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging") .
■ 34 │ NL │ BE
■ Controleer het pneumatische reinigingspistool
vóór ingebruikname op mogelijke schade .
Vergewis u er vóór elk gebruik van dat het
pneumatische reinigingspistool volledig in
orde is .
■ Blijf altijd alert! Onverwachte bewegingen
van het pneumatische reinigingspistool kunnen
gevaar veroorzaken .
■ Vermijd een abnormale lichaamshouding . Zorg
dat u stevig staat en bewaar altijd uw even-
wicht . Op die manier kunt u het pneumatische
reinigingspistool in onverwachte situaties beter
onder controle houden .
■ Gebruik geen pneumatisch reinigingspistool
waarvan de trekker defect is .
Een pneumatisch reinigingspistool dat niet meer
aan- of uitgezet kan worden, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd .
■ Berg het pneumatische reinigingspistool buiten
het bereik van kinderen op als het niet in ge-
bruik is . Zorg ervoor dat het pneumatische
reinigingspistool niet wordt gebruikt door perso-
nen die hiermee niet vertrouwd zijn of die deze
instructies niet hebben gelezen . Een pneuma-
tisch reinigingspistool is gevaarlijk als het door
onervaren personen worden gebruikt .
■ Onderhoud het pneumatische reinigingspistool
zorgvuldig . Controleer of de bewegende delen
van het apparaat naar behoren werken en
niet klemmen, en of er onderdelen gebroken
of zodanig beschadigd zijn dat daardoor het
pneumatische reinigingspistool niet meer naar
behoren werkt . Laat beschadigde onderdelen
repareren voordat u het pneumatische reinigings-
pistool in gebruik neemt . Veel ongelukken zijn het
gevolg van slecht onderhoud van pneumatische
reinigingspistolen .
■ Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en
draag altijd een veiligheidsbril . Het dragen van
persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, veilig-
heidshelm of gehoorbescherming, al naar ge-
lang het type en het gebruik van het pneumati-
sche reinigingspistool, vermindert het risico op
letsel .
PDRP 6.2 B2