Inbedrijfstelling; Gevaar; Bedienings- En Veiligheidspaneel; Bedieningspaneel - JAC UNIC Übersetzung Der Originalanleitung

5.4

Inbedrijfstelling:

Zorg er vóór de inbedrijfstelling voor dat er zich geen enkel storend voorwerp bevindt op de
bewegende onderdelen van de machine.
Wees er eerst zeker van (na controle van de elektrische overeenstemming) dat de motor in de juiste
richting draait. Geef daartoe een impulsie en controleer de band van de behuizing vooraan omhoog
gaat.
Als dat niet zo is, schakel de machine onmiddellijk uit en keer in de stekker de twee fasedraden
om.
Raadpleeg het hoofdstuk "Gebruik" voor informatie over het gebruik van de machine.
5.5

Gevaar:

Als er gevaar is voor de gebruiker of voor de machine, moet u de hoofdschakelaar gebruiken om de
stroomtoevoer naar de machine te onderbreken.
Kom niet in de buurt van de rijskasten wanneer deze in beweging zijn.
Haal de stekker uit het stopcontact vooraleer u onderhoud uitvoert.
Elk onderhoud of vervanging van een onderdeel moet door een bevoegde verdeler worden
uitgevoerd.
6

BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDSPANEEL

6.1

Bedieningspaneel:

Uw machine is standaard uitgerust met een mechanisch bedieningspaneel (fig.4, 5, 6).
6.2

Werkzone:

De werkzone bevindt voor de afvoerband van de machine (fig.3, n°16).
6.3

Veiligheidsvoorzieningen:

Deze machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen:
- Een hendelschakelaar (fig.14, n°26) die de werking stopt als de kabelgoot (UNIC – TRADI) (fig.1,
n°3) naar voren wordt getrokken of wanneer de veiligheidsstang wordt ingeschakeld (FORMA) (fig.2,
n°14).
- Een gecodeerde magnetische schakelaar (fig.14, n°27) die de inwerkingstelling verbiedt als de
omhulling vooraan geopend is.
- Een noodstopknop (fig.4, 5, 6, n°19).
Noodstop met plotse vergrendeling en met vergrendelingsfunctie.
Conform de normen EN/IEC 60204-1 en EN/ISO 13850.2006, de machinerichtlijn 98/37/CE en de
norm EN/IEC 60947-5-5.
Nederlands
46