Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie-Instructies - CLIMA ROCA YORK DPC-1 Hinweise Zu Bedienung Und Wartung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 33
Met de microschakelaar worden de vol-
gende parameters ingesteld:
- Pin 1: Toetsenbord blokkeren. In OFF is
het toetsenbord niet geblokkeerd, in ON
wordt het toetsenbord geblokkeerd en
verschijnt het pictogram voor geblok-
keerde toetsen (sleutel). De toetsen die
actief blijven, zijn:
,
(Buitentemperatuur opvragen).
- Pin 2: Functie AUTO PROG is geacti-
veerd. Deze pin bepaalt of de automati-
sche klimaatbeheersingsfunctie met tijds-
programmering (tijdprofielen) geactiveerd
kan worden. OFF betekent dat de functie
AUTO PROG uitgeschakeld is en ON
geeft aan dat de functie AUTO PROG
gekozen kan worden.
- Pin 3: O/B signaal: in de stand OFF wordt
verwarmd als het O/B signaal actief
(24VAC) is en gekoeld als het signaal
niet actief is. In de stand ON wordt ge-
koeld als het O/B signaal actief (24VAC)
is en verwarmd als het signaal niet actief
is.
- Pin 4: 2 minuten/4 minuten. Hiermee wordt
de tijd vastgelegd die tussen het uitscha-
kelen van een trap en het opnieuw inscha-
kelen van deze trap ligt. OFF staat voor 2
minuten en ON voor 4 minuten.
- Pin 5: meerdere trappen. Hiermee wordt
vastgelegd of het een enkele trap (er kan
slechts één trap geactiveerd worden) of
meerdere trappen (er kan meer dan één
trap geactiveerd worden) betreft. OFF
staat voor enkele trap en ON voor meer-
dere trappen.
- Pin 6: ventilator met 1 snelheid. Hiermee
wordt vastgelegd of de ventilator met 1
snelheid of met drie snelheden werkt. OFF
staat voor 3 snelheden en ON voor 1 snel-
heid. Bij 1 snelheid verschijnen er geen
windpictogrammen in het display.
Standaard staan alle microschakelaar in
OFF.
Alarmen
De alarmcodes verschijnen linksonder in
het display en worden over de aanduiding
van de uren en minuten geschreven.
De onderstaande alarmcodes worden ge-
bruikt:
- 0-90 foutcodes voor machine
- 91 Oorsprong van de gekozen tempera-
tuur is niet geldig.
- 92 Interne temperatuurvoeler is niet geijkt.
- 93 Communicatiealarm.
- 94 Alarm met aangesloten klem "AL".
- 95-99 De digitale sensor wordt niet
gedetecteerd.
Als er een alarm in werking treedt, ver-
schijnt het pictogram met de bahco. Als de
fout op een storing van de machine of in de
communicatie betrekking heeft, knippert dit
pictogram en voor de andere fouten wordt
het wel weergeven, maar knippert het niet.
Filters. Als het pictogram voor vervuilde fil-
ters knippert, moeten de filters vervangen
worden.
Batterij leeg. Het pictogram voor een lege
batterij geeft aan, zoals de naam al zegt, dat
de batterij leeg is. De batterij moet derhalve
vervangen worden. De configuratie van het
systeem gaat niet verloren bij het verwisse-
len van de batterij, alleen moeten de dag en
de tijd opnieuw ingesteld worden.
Storingentabel (RODE led)
Code
en
Afvoertemperatuur overschreden.
11 / 21 / 31
Hogedrukpressostaat, thermische beveiliging van
12 / 22 / 32
de buitenventilator of van de compressormodule.
13 / 23 / 33
Lagedrukpressostaat.
Thermische beveiliging van de binnenventilator.
14
Herhaalde koude starts of starts bij
15 / 25 / 35
aanzuigtemperatuur < -25°C
Vloeistoftemperatuur
16
Fout gasregeling 1 of elektrisch
41
verwarmingselement 1
Fout gasregeling 2 of elektrisch
42
verwarmingselement 2
Fout trap elektrisch verwarmingselement 3
43
Fout trap elektrisch verwarmingselement 4
44
Fout in economiser of warmwaterbatterij (externe
45
uitblaassensor, retour water).
Rookdetector of hoge temperatuur.
46
Omgevingssensor open of kort gesloten.
91
Interne sensor niet geijkt.
92
Communicatiefout.
93
Storing met aangesloten klem "AL"
94
De digitale sensor wordt niet gedetecteerd S5
95
96
De digitale sensor wordt niet gedetecteerd S6
De digitale sensor wordt niet gedetecteerd S7
97
98
De digitale sensor wordt niet gedetecteerd S8
De digitale buitensensor wordt niet gedetecteerd
99

Installatie-instructies

Geadviseerd wordt het installeren aan een
erkende vakman over te laten.
Plaats
Om een goede werking te garanderen
dient de thermostaat op een binnenwand
geïnstalleerd te worden in een gedeelte
van het gebouw waar zich regelmatig men-
sen bevinden. Bovendien moet de thermo-
staat op minstens 50 cm. afstand van een
buitenmuur en op ongeveer 1,5 m. boven
de vloer in een ruimte met vrije lucht-
circulatie en een gemiddelde temperatuur
geplaatst worden. De volgende plaatsen
dienen vermeden te worden:
- Achter deuren of in hoeken waar die lucht
niet vrij circuleert.
- Plaatsen waar het directe zonlicht of de
- Op een buitenmuur.
- Naast of op één lijn met de uitblaas-
Omschrijving
- Plaatsen waar de werking mogelijk beïn-
- Plaatsen waar de werking door de be-
- In de buurt van elektrische storings-
Basisonderdelen
De thermostaat bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
- Frontdeksel dat omhoog geklapt kan wor-
- Frontpaneel. In dit deel bevinden zich de
- Grondplaat van de thermostaat. Dit is de
NL
door andere toestellen afgegeven
warmte de regeling beïnvloedt.
roosters van de airconditioning, trapga-
ten of buitendeuren.
vloed wordt door gas- of waterleidingen
of schoorstenen in een aangrenzende
ruimte of een niet-verwarmde of
geklimatiseerde ruimte achter de thermo-
staat.
werkte lucht van een aangrenzende
HVAC unit beïnvloed wordt.
bronnen zoals contacten van boogrelais.
den.
bedienings- en regelorganen alsmede
de printplaat. Het paneel is middels een
plastic lipje op de grondplaat bevestigd.
doos waarmee de thermostaat op de
wand bevestigd wordt en waarin zich de
contactstrippen voor de elektrische aan-
sluitingen bevinden.
AUTO
AUTO
°C
4
0h 2
4
6
8 10 12 14 16 18 20 22 24
43

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis