Der Gasgriff (3) muss vollstän-
dig geöffnet sein (Pos. A).
03_07
KALTSTART
Bei niedriger Umgebungstemperatur (na-
he an bzw. unter 0°C) könnten Start-
schwierigkeiten auftauchen.
In diesem Fall:
•
Den Hebel für Kaltstart (2) nach
unten drehen.
•
Mindestens zehn Sekunden
lang den Anlasserschalter ge-
03_08
drückt halten und gleichzeitig
den Gasgriff (3) leicht drehen.
Läuft der Motor an:
•
Den Gasgriff (3) wieder loslas-
sen.
•
Den Hebel für Kaltstart (2) nach
oben drehen.
Bei unrundem Leerlauf den Gasgriff (3)
ein wenig und öfter drehen.
Läuft der Motor nicht an:
gashandvat (3) volledig ge-
draaid (Pos. A).
KOUDE START
Wanneer de omgevingstemperatuur laag
is (dichtbij of onder het vriespunt), zou de
eerste start moeilijk kunnen verlopen.
In dit geval handelt men als volgt:
•
Draai de hendel voor de koude
start (2) omlaag.
•
Druk voor tien seconden op de
startknop en draai tegelijkertijd
gematigd aan het gashandvat
(3).
Wanneer de motor niet start.
•
Laat het gashandvat los (3).
•
Draai de hendel voor de koude
start (2) omhoog.
Wanneer het regime van het minimum
toerental instabiel blijkt, handelt men op
het gashandvat (3) met kleine en veel-
vuldige rotaties.
Wanneer de motor niet start.
57