Enerpac EAM-1000 series Bedienungsanleitung Seite 27

4.2 De hydraulische manometer installeren
1. Breng afdichtmiddel aan op de schroefdraden van de
manometer, de NPT slangfitting, en het manometer-
verloopstuk. Maak de aansluitingen zoals in de
afbeelding rechts wordt getoond (Afbeelding 1).
NB: Bij het maken van hydraulische aansluitingen dient
alleen op de eerste buitendraad van de NPT fittings een
afdichtingspasta van hoge kwaliteit te worden gebruikt.
Als u Teflon tape gebruikt, deze niet over de eerste gang
van de schroefdraad plakken. Wees zuinig met de tape.
Losse Teflon tape die in uw pomp of cilinder terechtkomt
kan defecten en schade veroorzaken. Wikkel de tape
zodanig dat deze na de montage aanspant. (Naar rechts
met de schroefdraden naar u toe gericht.)
2. Koppel het andere uiteinde van de slang (buitenhelft van
High-Flow koppeling) aan een hydraulische cilinder of
gereedschap. Draai de kraag aan de binnenhelft van de
koppeling slechts met de hand aan. U hebt geen
gereedschap nodig voor deze aansluiting.
Afbeelding 1 - Installatie van de manometer
4.3 Het reservoir vullen
1. Zorg er voor dat alle cilinders volledig ingetrokken zijn
en dat de luchttoevoer ontkoppeld is.
2. Verwijder de ontluchtings-/vuldop en vul het reservoir tot
ongeveer 1,2 cm van de top.
LET OP: GEBRUIK ENKEL Enerpac hydraulische olie.
Het gebruik van andere olie kan schade veroorzaken.
Zulke schade valt niet onder de garantie.
3. Controleer de olie na elke 50 uur werking.
NB: Om tijdens het transport van de pomp olielekkage
te voorkomen, dient u de reservoirbeluchting te sluiten.
4.4 De luchttoevoer aankoppelen
1. Koppel een luchttoevoer van 0,6 m
de luchtinlaatpoort van
minimum 4,2 is vereist om de pomp te laten werken.
2. De luchtleiding
smeerapparaat. Het Enerpac regelfilter/-smeerapparaat
(RFL-102) wordt aanbevolen voor gebruik met alle
Enerpac pneumatische pompen. De RFL-102 regelt de
luchtdruk voor de gewenste werkdrukniveaus, filtert de
inlaatlucht ter bescherming van het systeem en smeert de
pomp met een fijne mist van oliedamp.
3 /min (minimum) aan
1 ⁄ "-18 NPT. Een luchtdruk van
4
uitrusten met een
Vulopening/ontluchter
Afbeelding 2 - Locatie van de ontluchtings-/vuldop
WAARSCHUWING: Gebruik de pomp niet bij een
luchtdruk hoger dan 7 bar. Het overschrijden van de
nominale
berokkenen wat tot persoonlijk letsel kan leiden.
Luchtinlaat
Afbeelding 4 - Luchtinlaatpoort van de PAM-pomp
Luchtslang met
snelkoppeling
luchtfilter/
Afbeelding 5 - Luchtinlaatpoort van de EAM-poort
27
druk kan schade aan
Afbeelding 3 - RFL-102
de machine