Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ottobock 50K6-1 Agilium Patella Gebrauchsanweisung Seite 33

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
LET OP
Verkeerd gebruik en veranderingen
Functieveranderingen of functieverlies en schade aan het product
Gebruik het product uitsluitend voor het doel waarvoor het bestemd is, en ga er zorgvuldig
mee om.
Verander niets aan het product, wanneer u hierin niet deskundig bent.
5 Gebruik
INFORMATIE
De dagelijkse draagtijd en de periode dat het product moet worden gedragen, worden
gewoonlijk bepaald door de arts.
De eerste keer dat het product wordt aangepast en gebruikt, dient dat te gebeuren door
resp. onder begeleiding van een vakspecialist volgens het voorschrift van de behandelend
arts.
Raadpleeg een arts, wanneer u bijzondere veranderingen constateert (bijv. verergering van
de klachten).
5.1 Maatkeuze
1) Meet de omtrek van het bovenbeen 15 cm boven het midden van de patella.
2) Meet de omtrek van het onderbeen 15 cm onder het midden van de patella.
3) Bepaal de orthesemaat (zie de maattabel).
5.2 Aanpassen
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
Zorg ervoor dat de brace correct wordt aangebracht en goed op zijn plaats komt te zitten.
1) Aantrekken: Pak de orthese aan weerszijden vast aan de aantreklussen (1) en trek hem over
de knie tot de patellaopening midden op de patella zit.
2) Positioneren (zie afb. 2): Buig de knie van de patiënt 20 – 30°. Pak de patella voorzichtig aan
weerszijden vast en leg de patellabeugel (2) langs de laterale rand van de patella.
3) Vasthaken (zie afb. 3): Span de veerelementen  (4) licht voor en haak het bovenste trek­
oog (3.1) vast aan de inkepingen (5.1). Span de veerelementen (4) opnieuw licht voor en haak
het onderste trekoog (3.2) vast aan de inkepingen (5.2).
INFORMATIE: De maximale voorspanning wordt bepaald door een markering op het
trekoog. Span de veerelementen maximaal zo voor, dat de markering zich aan de rand
van de stang (10) bevindt.
→ De patellabeugel (2) is nu gefixeerd aan de laterale rand van de patella.
4) Vastklitten (zie afb. 4): De patellabeugel wordt in het onderste en bovenste geleidingsge­
bied (8) op zijn plaats gehouden met twee stroken klittenband (9) als geleiding. Het klitten­
band voor de geleiding kan zo nodig worden versteld.
5) Functiecontrole (zie afb. 5): Buig het been voorzichtig zover als de behandelend arts heeft
toegestaan, en strek het daarna weer om te controleren of de orthese optimaal functioneert en
helemaal goed zit.
→ Zijn er correcties nodig? Zie 6 ''Mogelijke aanpassingen''
→ Zit de orthese helemaal goed? Zie 7 ''Inkorten''
33

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis