Gids Bij Het Oplossen Van Problemen - Femi N215 XL Gebrauchsanleitungen

7

GIDS BIJ HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN

PROBLEEM
De motor werkt niet.
Motorbeveiliging
ingeschakeld.
Schuine sneden op 90°-
60 -45° zijn niet precies.
De winkelhaak is niet
goed afgesteld.
De zaaglijn is grof of
golft.
De zaag komt uit de
geleiders.
56
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Motor, stroomsnoer of stekker
defect
Z e k e r i n g e n i n s c h a k e l k a s t
doorgeslagen.
Geen netspanning.
De motorbeveiliging is
geschakeld.
De motor is oververhit.
Overbelasting van de motor door
te veel kracht op de zaag tijdens
het zagen
Motor defect
De stoppen D (punt 3.3) zitten niet
goed.
Te veel drukkracht op de zaag (op
buizen en profi elen)
Tanden van de zaag zitten niet goed
t.o.v. het materiaal.
Zaagsnelheid niet goed voor het
werkstuk.
Verkeerd afgestelde excentrische
zaaggeleiders en mobiele geleider.
W e r k s t u k v e r k e e r d i n d e
materiaalklem geplaatst.
Het zaagmes is bot of heeft tanden
die niet geschikt zijn voor de dikte
van het materiaal dat u wenst te
zagen.
Te hoge drukkracht op de zaag
Verkeerd afgestelde excentrische
zaaggeleiders.
VOORGESTELDE OPLOSSING
Laat de machine controleren door een expert; probeer
de motor niet op eigen houtje te repareren.
Controleer de zekeringen en vervang indien nodig.
Controleer of er stroom is.
Laat de stopknop los en wacht totdat de temperatuur
weer normaal is (enkele minuten).
Controleer of de ventilatieopeningen op de motor
vrij zijn.
Wijzig uw drukkracht op het materiaal.
Laat de machine controleren door een expert; probeer
de motor niet op eigen houtje te repareren.
Draai de bevestigingsschroeven los en verplaats
de stoppen.
Verminder de drukkracht op de zaag.
Controleer de zaagparameters (tanden op de zaag,
zaagsnelheid) in de zaagtabel (punt 4.8).
Controleer de afstelling van de zaaggeleiders
(punten 3.5 en 3.6).
Controleer de manier waarop het werkstuk in de
materiaalklem zit en of het vastzit (punt 4.6).
Controleer de zaagparameters (tanden op de zaag,
zaagsnelheid) in de zaagtabel (punt 4.8).
Verminder de drukkracht op de zaag.
Controleer de afstelling van de excentrische
zaaggeleiders (punt 3.6).