Maximaal twee piloten kunnen hun helikopters gelijktijdig laten vliegen! Handel daarvoor als volgt:
- Piloot 1 schakelt zijn afstandsbesturing in en kiest band A
- Piloot 1 schakelt zijn helikopter in. Nadat hij klaar is bedient de piloot kort de stuwkrachtregelaar,
waardoor de helikopter op band A wordt ingesteld
- Piloot 1 legt zijn afstandsbesturing opzij, zonder deze of de helikopter uit te schakelen
4. ALgeMeNe vLiegtiPS:
• Den Helikopter immer auf eine ebene Fläche stellen. Eine schräge Fläche kann das Startverhalten
des Helikopters unter Umständen negativ beeinflussen.
• Die Regler immer langsam und mit Gefühl bewegen.
• Den Helikopter immer im Auge behalten und nicht auf die Fernsteuerung sehen!
• Den Schubregler wieder etwas nach unten bewegen, sobald der Helikopter vom Boden abhebt.
Um die Flughöhe zu halten, die Einstellung des Schubreglers anpassen.
• Sinkt der Hubschrauber, den Schubregler wieder etwas nach oben bewegen.
• Steigt der Hubschrauber, den Schubregler etwas nach unten bewegen.
• Um eine Kurve zu fliegen, genügt es oft schon, den Richtungsregler ganz leicht in die entspre chende
Richtung anzutippen. Bei den ersten Flugversuchen neigt man dazu, den Helikopter zu heftig
zu steuern. Der Steuerungsregler sollte immer langsam und vorsichtig bewegt werden. Keines-
falls schnell oder ruckartig.
• Anfänger sollten nach dem Trimmen zunächst versuchen, den Schubregler zu beherrschen. Der
Helikopter muss am Anfang nicht unbedingt geradeaus fliegen – es kommt vielmehr darauf an,
durch wiederholtes leichtes Antippen des Schubreglers eine konstante Höhe von ungefähr einem
Meter über dem Boden zu halten. Erst dann sollte man üben, den Helikopter auch nach links bzw.
nach rechts zu steuern.
• Als de helikopter is neergestort, beweeg dan de gashendel onmiddellijk helemaal naar beneden.
• Laat de helikopter tijdens het vliegen niet in direct zonlicht of heldere schijfwerpers stilhangen. Dit kan leiden tot storingen in de infraroodafstandsbediening.
• De infraroodontvanger van de helikopter en de infraroodzender van de afstandsbediening mogen niet worden afgedekt. Als de ontvanger of zender afgedekt is, kan de helikopter geen signalen ontvangen.
• Breng geen stickers of andere etiketten op de helikopter aan; deze zouden de overdracht van het infraroodsignaal kunnen beïnvloeden.
• Twee of meer dezelfde helikoptermodellen kunnen niet via dezelfde band worden bestuurd.
Als de rotorbladen van de helikopter beschadigd raken en u deze moet vervangen, gaat u als volgt te werk:
Let vóór de montage op
dat u de rotorbladen niet
verwisselt. De
rotorbladen zijn voorzien
van een "U"
of een "L" (zie afb.).
Rotorbladen van type "U"
worden boven
gemonteerd, rotorbladen
van type "L" onder.
Probleem:
De rotorbladen draaien niet.
Probleem:
De helikopter stopt zonder
duidelijke reden tijdens het
vliegen en daalt.
Probleem:
De helikopter kan niet
bestuurd worden.
Probleem:
De helikopter draait alleen nog
naar links of rechts om zijn
eigen as.
Voor meer tips en trucs kunt u terecht op internet onder www.revell-control.de.
op www.revell-control.de vindt u bestelmogelijkheden en vervan-
gingstips voor reserveonderdelen, alsmede andere nuttige infor-
matie over alle modellen van revell Control.
16
gelijktijdig vliegen van meerdere helikopters
Aanwijzingen voor veilig vliegen
Bedieningstips
rotorbladen vervangen
Wechseln der rotorblätter
1. Draai met een kruiskop-
schroevendraaier de
schroeven voorzichtig van
het rotorblad los.
Problemen oplossen
oorzaak:
• De ON/OFF-schakelaar staat op "OFF".
• De accu is te zwak of leeg.
oorzaak:
• De accu is te zwak.
• De infraroodverbinding wordt verstoord
(bijv. door te felle verlichting).
oorzaak:
• Een andere infraroodbron stoort de
signaaloverdracht.
• De signaaloverdracht wordt door sterke
lichtstraling beïnvloed.
oorzaak:
• Te sterke trimming naar links of rechts, bijv.
door onjuist, langdurig indrukken van de
trimknop.
Serviceaanwijzing
- Piloot 2 schakelt zijn afstandsbesturing in en kiest band B
- Piloot 2 schakelt zijn helikopter in. Nadat hij klaar is, bedient de piloot kort eenmaal
de stuwkrachtregelaar, waardoor de helikopter op band B wordt ingesteld
Nu kan er gezamelijk worden gevlogen!
5. De MeeSt geSCHikte vLiegoMgeviNg:
De plaats waar u met de helikopter wilt vliegen, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
1. De ruimte moet afgesloten zijn en er moet geen wind waaien. Bij voorkeur zijn er geen
airconditioning of warmeluchtblazers aanwezig die luchtstromen kunnen veroorzaken.
2. De ruimte moet minstens 10 meter lang, 6 meter breed en 3 meter hoog zijn.
3. Er mogen zich geen storende voorwerpen in de ruimte bevinden (ventilatoren, lampen, enz.).
4. Zorg altijd bij het starten dat alle levende wezens – inclusief uzelf – meer dan 1-2 meter van
het vliegtoestel afstaan wanneer de vlucht begint.
5. Houd het vliegtoestel steeds in de gaten, zodat dit niet tegen uzelf, andere mensen of
dieren vliegt en die verwondt.
Let oP!
In Duitsland moeten sinds 2005 modelvliegtuigen en -helikopters die hoger dan 30 meter
vliegen verzekerd zijn. Raadpleeg uw WA-verzekeraar en controleer of uw nieuwe en huidige
modellen door uw verzekering gedekt zijn. Laat deze bevestiging op schrift stellen en berg
deze goed op.
2. Trek het rotorblad nu
voorzichtig van de houder af.
oplossing:
oplossing:
oplossing:
oplossing:
3. Plaats het nieuwe rotorblad voorzichtig
weer in de houder en draai de schroeven vast.
Let op: Draai de schroeven niet te vast aan.
Het rotorblad moet enige speling hebben.
• Zet de ON/OFF-schakelaar op "ON".
• Laad de accu op.
• Laad de accu op.
• De infraroodverbinding herstellen, eventueel
door ergens anders te gaan staan.
• Vermijd mogelijk storende infraroodbronnen
of schakel deze uit.
• Ga met de helikopter naar een andere plaats.
• Zet de trimming terug door enkele keren
achtereen de trimknop in de tegengestelde
richting aan te tikken (zie pagina 15).
www.revell-control.de