Kessel Comfort PLUS Originalbetriebsanleitung Seite 151

4.2 Afvalwaterpomp(en) aansluiten
1 Voordat de pomp wordt aangesloten controleren of de motorbeveiligings-
schakelaar van de besturingskast geschikt is voor het stroomverbruik van de
pomp(en) (zie typeplaatje).
▶ Motorbeveiligingsschakelaar instellen op de nominale stroomsterkte van de
pomp (zie typeplaatje van de pomp)
▶ Aansluitkabels door de doorvoer(en) van de behuizing trekken en analoog aan
het vastschroeven van de elektriciteitsleiding aandraaien.
▶ Aansluitingen volgens het aansluitschema maken.
Pompen van deze installatie kunnen telkens over een 3-, 6-, of 9-aderige kabel
L
beschikken. 3-aderige kabels zijn voor de 230 V variant, waarvan de pomp(en) door
middel van Phönix-contactstekker uitwendig aan de onderkant van de besturings-
kast kan/kunnen worden aangesloten. Deze variant wordt daarom in dit gedeelte
niet verder toegelicht. Voor 9-aderige kabels is een dubbele indeling van de fasen in
de afvalwaterpomp ( ➲ „Afb. [4]") voorzien.
Printplaataansluitingen voor de afvalwaterpomp
1-3(1-6*) fasen
4-5(7-8 ) Temperatuurbewaking TF1 en TF2
* **
PE (aardleiding)
TF1: Aansluiting temperatuurbewaking zelf-resettend
TF2: Aansluiting temperatuurbewaking NIET-zelf-resettend
* Uitsluitend 9-aderige variant
** Installaties die moeten voldoen aan de ATEX-eis, moeten worden aangesloten op
klemblok TF2.
010-700_01
ATEX:
Inbouw- en montagehandleiding
T1 T2
TF1**
6(9*)
4 5
ATEX:
T1 T3
TF1**
Afb. [4]
TF2**
151