Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Hitachi RAS-5FSN Installations- Und Betriebshandbuch Seite 256

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 69
ELEKTRISCHE BEDRADING
28
17. PROEFDRAAIEN
Wanneer de installatie is voltooid, laat u het systeem
volgens de hierna beschreven procedure proefdraaien en
handigt u het systeem over aan de klant. Laat de
binnenunits één voor één op volgorde proefdraaien en
controleer of de elektrische bedrading en de
koelmiddelleidingen correct zijn aangesloten.
Start de binnenunits een voor een om na te gaan of ze juist
genummerd zijn.
WAARSCHUWING:
Gebruik het systeem niet voordat u alle
controlepunten hebt afgewerkt.
a.
Controleer of de elektrische weerstand groter is
dan 1 M
door de weerstand te meten tussen
de aarde en de terminal van de elektrische
onderdelen. Gebruik het systeem pas nadat
eventuele elektrische lekken zijn opgespoord en
verholpen. Druk de spanning op de terminals
niet af voor transmissie 1 en 2.
b.
Controleer of de sluitventielen van de buitenunit
volledig geopend zijn en start het systeem.
c.
Controleer of de schakelaar van de
hoofdvoedingsbron minimaal 12 uur AAN staat,
zodat de compressorolie kan zijn verwarmd door
het verwarmingselement voor de olie.
17.1. CONTROLES VOOR PROEFDRAAIEN
1. Controleer of de sluitventielen van de gasleiding en van
de vloeistofleiding volledig geopend zijn.
2. Controleer of er geen koelmiddel lekt. De opgetrompte
moeren raken soms los door trillingen tijdens het
transport.
3. Controleer of de instellingen voor de
koelmiddelleidingen en elektrische bedrading gelden
voor hetzelfde systeem. Controleer ook of het met de
dip-schakelaar (DSW1) ingestelde unitnummer van de
binnenunits van overeenkomt met het systeem.
4. Controleer of de dip-schakelaars op de gedrukte
schakelplaat van de binnenunits en de buitenunits
correct zijn ingesteld. Let vooral goed op de instelling
voor het hoogteverschil tussen de binnenunits en
buitenunit. Zie het hoofdstuk: '15. ELEKTRISCHE
BEDRADING'.
5. Controleer of de schakelaar van de hoofdvoedingsbron
minimaal 12 uur AAN staat, zodat de compressorolie
kan zijn verwarmd door het verwarmingselement voor
de olie.
5. Controleer of de elektrische bedrading van de binnen-
en buitenunits is aangesloten zoals wordt afgebeeld in
het hoofdstuk: '15. ELEKTRISCHE BEDRADING'.
7. Controleer of elk van de kabels L1, L2, L3 en N correct
is aangesloten op de voedingsbron.
Let op de volgende punten terwijl het systeem in bedrijf is.
a.
Raak geen onderdelen met de hand aan aan de kant
waar de gassen uitkomen, want de compressorkamer
en de leidingen aan de uitlaatkant bereiken een
temperatuur van meer dan 90°C.
b.
DRUK NIET OP DE KNOP VAN DE
MAGNEETSCHAKELAAR(S), dit veroorzaakt
ernstige ongelukken.
Raak geen elektrische onderdelen aan binnen drie minuten
nadat u de hoofdschakelaar hebt uitgeschakeld.
OPMERKING:
De FSN serie wordt niet in bedrijf gesteld binnen 4 uur
na stroominschakeling (stroomuitvalcode dl-22).
Indien bedrijf vereist is binnen de 4 uur, annuleer de
controlebescherming op de volgende manier:
1. Zet de stroom aan van de binnen- en buitenunit.
2. Wacht 30 seconden.
3. Druk langer dan 3 seconden op PSW1 op PCB.
Zodra het proefdraaien gereed is, kan de compressor
constant werken (max. 10 minuten). Dit is een
koelmiddelrecuperatie-functie..
OPMERKING:
1.
Controleer of de ter plekke gekozen elektrische
onderdelen (hoofdschakelaars, circuitonderbrekers,
draden, geleidingsaansluitingen en draadterminals)
correct zijn geselecteerd overeenkomstig de
elektrische gegevens in de technische catalogus bij
de unit en controleer of de onderdelen voldoen aan
de nationale en lokale bepalingen.
2.
Gebruik afgeschermde draden voor bedrading in het
veld ter bescherming tegen ruis. De afgeschermde
draad mag maximaal 1000 m lang zijn en de
afmetingen van het afgeschermde draad moeten
voldoen aan de locale bepalingen.
3.
Controleer of de terminal voor de voedingskabels
(terminals 'L1' tot en met 'L1' en 'N' tot en met 'N' van
elke terminalkaart: 380-415 VAC, terminals 'R' tot en
met 'R' en 'T' tot en met 'T' van elke terminalkaart:
AC220V) en de tussenliggende bedrading
(bedieningsleiding: terminals van elke terminalkaart:
DC12V) tussen de binnenunit en de buitenunit goed
samenvallen. Als dit niet het geval is, worden bepaalde
onderdelen beschadigd.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis