Herunterladen Diese Seite drucken

De Geluidsbronnen Mengen; Instellingen Voor De Uitgangskanalen; Mezcla De Las Fuentes Audio; Reglajes Para Las Vías Auxiliares - IMG STAGELINE MMX-102DSP Bedienungsanleitung

Werbung

4) In de monokanalen stelt u met de bijbehorende
regelaar "GAIN" (4) de ingangsversterking opti-
maal in aan de hand van de volume-indicator: Bij
luide passages moet de volume-indicator niveau-
waarden aanduiden in het bereik van 0 dB. Indien
nodig kan de regelaar ook helemaal naar links of
naar rechts gedraaid worden.
Indien een stereokanaal ondanks uitgescha-
kelde toets "LEVEL" (5) toch overstuurd, vermin-
der dan het niveau van de signaalbron. Bij geringe
uitsturing van het kanaal kan het niveau met 14 dB
worden versterkt door op de toets te drukken.
5) Als de toets PFL weer wordt uitgeschakeld, dient
de LED "PK" als oversturings-LED, waarmee de
uitsturing van het kanaal grof kan worden gecon-
troleerd: Licht de LED op, dan is het kanaalsig-
naal nog net niet overstuurd. De LED mag hele-
maal niet resp. bij muziekpieken slechts kort
oplichten. Indien ze permanent oplicht, moet het
niveau van het ingangssignaal worden terugge-
bracht [door de ingangsversterking (GAIN) resp.
het uitgangsniveau van de betreffende signaal-
bron te reduceren].
6) Stel de klank in met de regelaars "HI" (6) voor de
hoge tonen en "LO" (9) voor de lage tonen
(±15 dB). Stel in de monokanalen met de boven-
ste regelaar "MID" (7) de middenfrequentie tus-
sen 350 Hz en 6 kHz in en met de onderste rege-
laar "MID" (8) de versterking of demping van de
middentonen (±15 dB).
Controleer vervolgens de uitsturing van het
kanaal en corrigeer ze eventueel.
7) Schuif de regelaar (16) weer dicht, zodat bij het
instellingen voor het volgende kanaal het signaal
van het eerste kanaal niet stoort. Schakel boven-
dien de bijbehorende toets PFL weer uit. Herhaal
de niveau- en klankregeling voor alle andere
kanalen.

7.2 De geluidsbronnen mengen

1) Schuif de masterfaders (34) zo ver open, dat de
mengverhouding van de aangesloten geluids-
bronnen optimaal kan worden ingesteld.
baja, el nivel puede aumentarse de 14 dB pul-
sando la tecla.
5) Si la tecla PFL está de nuevo desencajada, el
LED "PK" sirve de testigo de sobrecarga con el
cual el control del canal puede ser efectuado
aproximativamente: si brilla, la señal del canal
está justo antes la sobrecarga. El LED no de-
bería brillar o solo brevemente para puntas de
música. Si brilla en continuo, el nivel de señal de
entrada debe estar reducido [disminuyendo la
amplificación de entrada (Gain) o el nivel de
salida de la fuente correspondiente].
6) Regule la tonalidad con los ecualizadores "HI" (6)
para los agudos, y "LO" (9) para los graves
(±15 dB). En los canales mono, regule con el
reglaje superior "MID" (7), la frecuencia de los
medios entre 350 Hz y 6 kHz y regule el aumento
o la disminución de los medios (±15 dB) con el
reglaje inferior "MID" (8).
Verifique después el control del canal, si es
necesario, corríjalo.
7) Cierre de nuevo el fader del canal (16) para que
la señal del primer canal no cause perturbacio-
nes durante los reglajes del canal siguiente.
Desencaje de nuevo la tecla PFL correspon-
diente. Repita los reglajes nivel y tonalidad para
todos los otros canales.

7.2 Mezcla de las fuentes audio

1) Pulse los faders Master (34) de manera a que la
relación de mezcla de las fuentes audio conecta-
das estén reguladas de manera óptima.
2) Con los faders (16) de los canales, regule la rela-
ción deseada de volumen de las fuentes audio:
regule las fuentes audio a escuchar más fuerte,
de manera óptima (vea capítulo 7.1) y reduzca
en consecuencia los níveles de las otras fuentes.
Si una fuente audio suplementaria está
conectada con la entrada "AUX INPUT" (28),
mezcle la señal de esta fuente con el potenció-
metro de nivel "AUX INPUT" (30) en la señal
Master.
2) Stel met de kanaalregelaars (16) de gewenste
volumeverhouding van de geluidsbronnen in.
Stuur de geluidsbronnen die het luidst te horen
moeten zijn, optimaal uit (zie hoofdstuk 7.1) en
verminder het niveau van de overige geluids-
bronnen overeenkomstig.
Indien een bijkomende geluidsbron op de
ingang "AUX INPUT" (28) is aangesloten, mengt u
het signaal van deze geluidsbron via de niveaure-
gelaar "AUX INPUT" (30) met het mastersignaal.
3) Meng het monitorsignaal voor het podiumgeluid
(zie hoofdstuk 7.3) en stel de effecten in (zie
hoofdstuk 7.3 en 7.4).
4) Plaats bij de monokanalen "1" – "6" met de rege-
laars "PAN" (12) het kanaalsignaal op de stereo-
basis en stel bij de stereokanalen "7/8" en "9/10"
de balans in met de regelaars "BAL" (13).
5) Stel met de masterregelaars het uiteindelijke ni-
veau in van het stereomastersignaal dat u van de
masteruitgang "BAL" (26) en de opname-uitgang
"TAPE REC" (40) kan afnemen. Om de volume-
indicator (29) het masterniveau te doen weerge-
ven, mogen er geen toetsen PFL (15) zijn inge-
drukt.
In principe wordt een optimale uitsturing be-
reikt, wanneer de volume-indicator bij gemiddeld
luide passages waarden in het bereik van 0 dB
aanduidt (weergave 0 dB = 1,23 V). Indien het uit-
gangsniveau voor het nageschakelde apparaat
echter te hoog of te laag is, dan moet het master-
signaal overeenkomstig lager of hoger worden
uitgestuurd.

7.3 Instellingen voor de uitgangskanalen

De beide uitgangskanalen Aux 1 en Aux 2 kunnen
desgewenst als effectenkanalen of als monitorkana-
len worden gebruikt.
a Indien een uitgangskanaal als effectenkanaal
wordt gebruikt, moet het als post-faderkanaal zijn
ingesteld (signaalafnamepunt na de kanaal-
faders). Het uitgangskanaal Aux 1 is standaard
post-fader geschakeld.
3) Mezcle la señal monitor para la sonorización en
escena (vea capítulo 7.3) y efectúe los reglajes
de efectos (vea capítulo 7.3 y 7.4).
4) Con los potenciómetros "PAN" (12), para los ca-
nales mono "1" – "6", ponga la señal mono en la
base estéreo, y para los canales estéreo "7/8" y
"9/10", regule el balance con los potenciómetros
"BAL" (13).
5) Con los faders Master, regule el nivel definitivo
de la señal Master estéreo presente con la salida
Master "BAL" (26) y en la salida grabación "TAPE
REC" (40). Para que el VU-metro (29) indique el
nivel Master, ninguna de las teclas PFL (15) debe
estar pulsada.
En regla general, el reglaje es óptimo cuando,
para volúmenes más o menos fuertes, el VU-
metro visualiza valores en la zona 0 dB (0 dB =
1,23 V). Si el nivel de salida está a pesar de esto
demasiado elevado o demasiado bajo para el
aparato siguiente, el nivel del Master debe estar
regulado más bajo o más fuerte, en consecuencia.
7.3 Reglajes para las vías auxiliares
Las dos vías auxiliares Aux 1 y Aux 2 pueden a elec-
ción, utilizarse como vías de efecto o vías monitor.
a Si una vía auxiliar está utilizada como vía de
efecto, debería estar configurada como vía post
fader (el punto de desacoplar la señal está
después de los faders de los canales). La vía
Aux 1 está a la salida de fábrica conmutada en
post fader.
b Si una vía está utilizada como vía monitor,
debería estar configurada en vía pre fader (el
punto de desacoplar la señal está antes de los
faders de los canales). La vía Aux 2 está a la
salida de fábrica conmutada en post fader.
Si es necesario, la vía Aux 1 puede estar conmutada
en pre fader y la vía Aux 2 en pre ecualizador o post
fader; para efectuar estas modificaciones, el apa-
rato debe estar abierto (vea capítulo 8.2).
b Indien een uitgangskanaal als monitorkanaal
wordt gebruikt, moet het als pre-faderkanaal zijn
ingesteld (signaalafnamepunt voor de kanaal-
faders). Het uitgangskanaal Aux 2 is standaard
pre-fader geschakeld.
Indien nodig kan het uitgangskanaal Aux 1 naar pre-
fader worden omgeschakeld en het uitgangskanaal
Aux 2 naar pre-equalizer of post-fader. Om deze
modificatie uit te voeren, moet het apparaat worden
geopend – zie hoofdstuk 8.2.
1) Met de regelaars "AUX 1/DSP" (10) resp. "AUX 2"
(11) de signalen van de ingangskanalen "1" –
"9/10" desgewenst met het signaal op het uit-
gangskanaal Aux 1 resp. Aux 2 mengen.
2) Het mastersignaal van het uitgangskanaal Aux 1
kan op de uitgang "AUX SEND 1" (37) worden
afgenomen; stel het uitgangsniveau in met de
masterregelaar "AUX 1 SEND/DSP" (32).
Het mastersignaal van het uitgangskanaal
Aux 2 kan op de uitgang "AUX SEND 2" (38) wor-
den afgenomen; stel het uitgangsniveau in met
de masterregelaar "AUX 2 SEND" (33).
3) Indien het uitgangskanaal als effectenkanaal
wordt gebruikt, kan het signaal dat door het effec-
tenapparaat is bewerkt ofwel via een vrij ingangs-
kanaal of via de jacks "AUX INPUT" (28) terug
naar het mengpaneel worden gestuurd. Gebruik
de niveauregelaar van de gebruikte ingang [be-
treffende kanaalfader (16) resp. regelaar "AUX
INPUT" (30)] om het signaal met het mastersig-
naal te mengen.
Belangrijke aanwijzing voor het uitgangskanaal
Aux 1
De regelaars van het uitgangskanaal Aux 1 (10, 32)
dienen tegelijk als niveauregelaars voor de interne
effectengenerator, d.w.z. het uitgangssignaal van
het uitgangskanaal Aux 1 is ook het ingangssignaal
voor de interne effectengenerator.
1) Con los potenciómetros "AUX 1/DSP" (10)/
"AUX 2" (11), mezcle las señales de los canales
de entrada "1" – "9/10", como deseado, en la vía
auxiliar Aux 1/Aux 2.
2) La señal global de la vía Aux 1 está disponible en
la salida "AUX SEND 1" (37); regule el nivel de
salida con el reglaje Aux 1 "AUX 1 SEND/ DSP"
(32).
La señal global de la vía Aux 2 está disponible
en la salida "AUX SEND 2" (38): regule el nivel
de salida con el potenciómetro Master Aux 2
"AUX 2 SEND" (33).
3) Si una vía auxiliar está utilizada como vía de
efecto, la señal tratada por el aparato de efectos
puede estar dirigida de nuevo hacia la mesa de
mezcla o por un canal de entrada libre o por las
tomas "AUX INPUT" (28). Mezcle la señal con el
reglaje de nivel de la entrada utilizado [fader res-
pectivo del canal (16)/potenciómetro de reglaje
"AUX INPUT" (30)] en la señal Master.
Consejo important para la vía Aux 1
Los reglajes de la vía Aux 1 (10, 32) sirven simultá-
neamente de reglajes de nivel para el procesador
de efectos interno, es decir que la señal de salida de
la vía Aux 1 está también la señal de entrada para el
procesador interno de efectos.
NL
B
E
27

Werbung

loading