Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Instelling Van De Uitschakelgrens Bij Accu-Onderspanning (F1); Instelling Van De Inschakelgrens Bij Accu-Onderspanning (F2); Instelling Van De Minimale Helderheid Van Het Display (F3); Instelling Van De Maximale Helderheid Van Het Display (F4) - Webasto Cool Top Vario 10 E Bedienungsanweisung

Standklimaanlage
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Cool Top Vario 10 E:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 11
Cool Top Vario 10 E
Om de waarde van de geselecteerde instelling te
veranderen, de toets ventilator + respectievelijk ventilator –
op het bedieningspaneel of op de afstandsbediening
indrukken.
3.4.1 Instelling van de uitschakelgrens bij accu-
onderspanning (F1)
In deze instelling wordt de spanningswaarde ingesteld,
waarbij de standairco automatisch uitschakelt, zodra de
waarde wordt onderschreden.
Instelbereik: 20,1 tot 25,0 V.
Fabrieksinstelling: 23,5 V.
1. Instelling F1 oproepen.
2. Om de waarde te veranderen, de toets
ventilator + respectievelijk ventilator – op het
bedieningspaneel indrukken.
3. Gewenste waarde door indrukken van de toets
Timer op het bedieningspaneel.
VOORZICHTIG
Als de standairco op basis van de accu-
onderspanning wordt uitgeschakeld, moet de
accu zo snel mogelijk weer worden
opgeladen. Wordt de accu verder ontladen
kan het gebeuren dat de accuspanning niet
meer voldoende zal zijn om de motor te
kunnen starten.
3.4.2 Instelling van de inschakelgrens bij accu-
onderspanning (F2)
In deze instelling wordt de spanningswaarde ingesteld,
waarbij de standairco weer kan worden ingeschakeld (nadat
een automatische uitschakeling vanwege accu-
onderspanning heeft plaatsgevonden).
De inschakelspanning moet minstens 1,5 V
boven de uitschakelspanning liggen.
Instelbereik: 21,6 tot 26,5 V.
Fabrieksinstelling: 25 V.
1. Instelling F2 oproepen.
2. Om de waarde te veranderen, de toets
ventilator + respectievelijk ventilator – op het
bedieningspaneel indrukken.
3. Gewenste waarde door indrukken van de toets
Timer op het bedieningspaneel bevestigen.
3.4.3 Instelling van de minimale helderheid van
het display (F3)
De helderheid van het display wordt automatisch op de
omgevingshelderheid aangepast. De minimale helderheid
van het display kan worden ingesteld.
Instelbereik: zes standen echter niet groter dan
de maximale helderheid (F4).
Fabrieksinstelling: Stand 2.
1. Instelling F3 oproepen.
2. Om de waarde te veranderen, de toets
ventilator + respectievelijk ventilator – op het
bedieningspaneel indrukken.
3. Gewenste waarde door indrukken van de toets
Timer op het bedieningspaneel bevestigen.
3.4.4 Instelling van de maximale helderheid van
het display (F4)
De helderheid van het display wordt automatisch op de
omgevingshelderheid aangepast. De maximale helderheid
van het display kan worden ingesteld.
Instelbereik: zes standen, echter niet kleiner dan
de minimale helderheid (F3).
Fabrieksinstelling: Stand 6.
1. Instelling F4 oproepen.
2. Om de waarde te veranderen, de toets
ventilator + respectievelijk ventilator – op het
bedieningspaneel indrukken.
3. Gewenste waarde door indrukken van de toets
Timer op het bedieningspaneel bevestigen.
3 Bediening
73

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis