BWT Infinity A Einbau- Und Bedienungsanleitung Seite 50

T T T T T oepassing oepassing oepassing
oepassing oepassing
Deze filters dienen voor de filtratie van tap- en
gebruikswater. Ze beschermen de waterleidingen en
de erop aangesloten systeemcomponenten die met
het water in contact komen tegen storingen en
corrosie-aantasting door roestdeeltjes, metaal-
splinters, zand, kemp enz. Max. Ø 2 mm.
De filters mogen niet gebruikt worden voor met che-
micaliën behandeld circulatiewater. Bij gebruik voor
N L N L N L N L N L
de filtratie van proceswater en koelwater voor
continukoeling is deskundig advies vereist.
Water dat grove vuildeeltjes bevat, moet voor de
filtratie door een grove vuilafscheider geleid worden.
De filters zijn niet niet niet niet geschikt voor olie, vet, oplos- niet
middelen, zeephoudende vloeistoffen en andere
smeermiddelen. Wateroplosbare stoffen kunnen
evenmin met deze filters afgescheiden worden.
5 0 5 0
5 0 5 0 5 0
Functie Functie
Functie Functie Functie
Het te reinigen water stroomt via de toevoer
onbehandeld water in de filter en wordt door het filter-
element naar de uitlaat behandeld water gevoerd.
Daarbij worden de vreemde deeltjes > 90 μm bin-
nen in het filterweefsel vastgehouden. Afhankelijk
van hun gewicht en formaat vallen deze deeltjes
direct in het onderste deel van het filterelement of
blijven ze in het fiterlweefsel hangen. Het filter-
element wordt regelmatig gereinigd door
terugspoeling.
De terugspoeling gebeurt automatisch na een van
tevoren ingesteld tijdsinterval en verloopt volgens
het zeer efficiënte principe van terugspoeling
door afzuiging (aanzuig-terugspoelsysteem).
Het filtratieproces wordt ook tijdens de terugspoeling
niet onderbroken, omdat er continu ca. 90 % van
het filteroppervlak beschikbaar is voor de filtratie
(non-stop-filtratie).
Alleen bij Infinity AP Alleen bij Infinity AP Alleen bij Infinity AP
Alleen bij Infinity AP Alleen bij Infinity AP
Het drukverschil tussen de ingang voor onbehandeld
water en de uitgang voor behandeld water van de
filter wordt gemeten.
De terugspoeling wordt in eerste instantie door de
verschildruk geactiveerd.
Als binnen het ingestelde terugspoelingsinterval door
sterkere vervuiling van het filterelement het
drukverschil de ingestelde waarde (ca. 0,8 bar)
overschrijdt, activeert de verschildrukoverbrenger
een terugspoeling. Het ingestelde terugspoeling-
sinterval wordt opnieuw gestart.
Het filter heeft een aansluiting voor een ZLT cen-
traal beheerssysteem (contact wordt opens in geval
van storing of als de spanning uitvalt).