7.
Indien er iets niet functioneert
7.2.
Mogelijke andere fouten
Fouten
De besturing kan niet
worden ingeschakeld.
De cabine wordt niet
warm.
Cabinelicht brandt
niet na het
inschakelen.
Zoemer van de
verdamper geeft
geluid.
Er wordt geen damp
gevormd.
PAGINA 84
Oorzaak
Geen netspanning.
De veiligheidstemperatuurbe-
grenzer (STB) is aan.
Er is geen netspanning.
Zekering is doorgebrand.
Verlichting defect.
Water ontbreekt.
Kabelbreuk.
Verwarmingselement defect.
Oplossing
Lekstroomschakelaar en zekering in de
stroomvoorziening controleren.
De besturing niet meer gebruiken.
Contact opnemen met het servicepunt.
Lekstroomschakelaar en zekering in de
stroomvoorziening controleren.
Zekering verwisselen.
1.
Besturing van het elektriciteitsnet
afkoppelen.
2.
Zekering (1,25 AT) verwisselen of
contact opnemen met het servicepunt.
Verlichting verwisselen.
1.
Besturing van het elektriciteitsnet
afkoppelen.
2.
Lamp met hetzelfde vermogen
aanbrengen.
Verdamper met water vullen.
'
Zie hoofdstuk 5.9.
Contact opnemen met het servicepunt.
Comfort Control
50701117/10.05