Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

GAUI X5 Lite Bedienungsanleitung Seite 96

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Pagina 15
Controleren van de stuurrichtingen:
Bovenste afbeelding:
De afbeelding toont de hoogtesturing van de modelhelikopter, waarbij de knuppelbewegingen bij afstandsbedieningen
telkens in mode I en mode II zijn weergegeven.
Als de hellingshoek van de rotorbladen voor het stijgen moet worden vergroot, moet de tuimelschijf op de hoofdrotoras van
de servo's naar boven worden verschoven. Let daarbij op dat de tuimelschijf bij de verticale bewegingen altijd horizontaal
blijft en niet opzij kantelt.
Middelste afbeelding:
De afbeelding toont de richtingssturing van de modelhelikopter. De tuimelschijf moet daartoe altijd in de richting kantelen
waarin werd gestuurd. Let daarbij op dat de tuimelschijf naar rechts en links dezelfde hellingshoek vertoont. De hellings-
hoek naar voor en achter moet eveneens gelijk zijn.
Onderste afbeelding:
De afbeelding toont de staartsturing van de modelhelikopter. Als de afstandsbediening naar rechts wordt gestuurd, moet de
schuifhuls van de staartrotoraansturing op de staartrotoras in de richting van de aandrijfbehuizing worden geschoven. Als
dit niet het geval is, wijzigt u de looprichting van de staartservo op de zender.
Controleer in dit verband ook de bedrijfsrichting van de gyroscoop. Als de romptip van de helikopter van bovenaf gezien
tegen de richting van de wijzers van de klok naar links wordt gedraaid, moet de schuifhuls door de gyroscoop ook in de
richting van de aandrijfsbehuizing worden geschoven. Als dit niet het geval is, wijzigt u de looprichting van de staartservo
op de gyroscoop. Aansluitend stelt u op de gyroscoop nog de maximale uitslagen van de staartservo in.
Pagina 16
Bovenste afbeelding:
De afbeelding toont de schematische weergave van een gas- (throttle) en pitchcurve voor een normale vlucht (Normal
Flight) en voor een extreme acrobatische vlucht (Freestyle/Aggressive).
Let op dat u deze waarden alleen als ondersteuning voor uw persoonlijke instellingen beschouwt, die u tijdens de vluchten
moet bepalen.
Onderste afbeelding:
Voor u met een pitch-schaal de bladhellingshoek meet, controleert u of de tuimelschijf, pitchcompensatorhendel en blad-
houder-koppelingsstang parallel ten opzichte van elkaar zijn afgesteld. De rotorhellingshoek moet daarbij 0° bedragen.
Wanneer u de stuurknuppel voor de pitchfunctie (bij een normale vlucht) helemaal naar beneden beweegt, moet u een
hellingshoek van -2° tot -3° aan de rotorbladen kunnen meten. Als de stuurknuppel helemaal naar boven beweegt, moeten
de rotorbladen een hellingshoek van 13° bereiken. De maximale negatieve pitchhoek (bij het acrobatisch vliegen) bedraagt
-13°.
De collectieve pitchhoek bedraagt max. +/- 13° en de cyclische pitchhoek 10°.
96

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

X5 3d flybarlessX5 3d

Inhaltsverzeichnis