DJ-Tech U2 Station Benutzerhandbuch Seite 58

BEDIENINGEN EN FUNCTIES
1. SGL/CTN TOETS – U kunt kiezen tussen "single track mode" (enkel afspelen) en "continuous play"
(doorlopend afspelen).
Continuous play: alle tracks op de USB-stick worden in volgorde afgespeeld zonder onderbreking.
Single track: speler stopt op het einde van elke track en wacht tot de gebruiker op de
om de volgende track te starten. Druk gedurende meer dan 1 seconde op de SGL/ CTN TOETS om over
te schakelen tussen de normale modus en de "auto cue" modus. In "auto cue" modus wacht de speler op
de eerste muzieknoot van elke track.
2. TIME TOETS – U kunt verschillende tijdweergaves selecteren door op de TIME TOETS te drukken.
Hierdoor kunt u switchen tussen verstreken tijd en resterende tijd.
3. USB PORT (A – B) – Dit is de USB-poort waarin u het USB massa-opslagapparaat steekt voor het
afspelen van MP3-bestanden.
4. SOURCE SELECT TOETS – Via deze TOETS kunt u switchen tussen de USB-poorten A en B. U kunt dus
met andere woorden kiezen welke USB-poort geactiveerd wordt en vervolgens zal de bijbehorende LED
oplichten. De functie kan enkel geselecteerd worden in pauze modus.
5. INPUT SELECT TOETS – Met deze toets selecteert u de input, ofwel USB of externe inputs aangesloten aan
het achterpaneel, toegekend aan kanaal 1-2. Elk kanaal kan telkens aan slechts een input toegekend worden.
6. MASTER VOLUMETOETS – Deze draaiknop controleert het master outputniveau (volume). Controleer
altijd of deze volumetoets op nul staat voor het toestel ingeschakeld wordt.
7. KANAALVERSTERKER – Via deze toets wordt de input van het audiosignaal versterkt voor een bepaald
kanaal. Gebruik de kanaalversterker nooit om het outputvolume te regelen. De juiste instelling van de
versterker garandeert een zuiver outputsignaal.
Stel de versterker niet te hoog in, zodat de inputs niet overbelast worden. Als de inputs overbelast zijn,
zal de mixer gaan vervormen. Indien dat gebeurt, moet de versterker op het overbelaste kanaal naar
beneden bijgesteld worden.
8. KANAAL EQUALIZER – Alle kanalen werden uitgerust met een 3-band EQ. Deze toetsen worden gebruikt
om de LOWs, MIDs en HIGHs van het outputsignaal te verhogen of te verlagen. Draai in tegenwijzerzin om
de hoeveelheid HIGH/MID/LOW te verlagen die wordt uitgeoefend op het kanaalsignaal, draai in wijzerzin
om de hoeveelheid HIGH/MID/LOW te verhogen die wordt uitgeoefend op het kanaalsignaal.
KILL: Druk op deze toets om de LOW, MID en HIGH frequentiespectrums van het signaal uit te schakelen. De
betreffende KILL LEDs lichten op wanneer KILL wordt ingeschakeld.
9. LCD-SCHERM – Dit kwalitatief hoogstaande LCD-scherm geeft alle functies weer, naarmate ze
voorkomen. Dit scherm kan vanuit verschillende kijkhoeken bekeken worden.
10. % TOETS – Druk op deze TOETS om de percentages van het pitchbereik of 4%, 8%, 16% te selecteren.
De standaard instelling is 8%.
11. TEMPO LOCK TOETS – Deze TOETS wordt gebruikt om de TEMPO LOCK functie aan of uit te schakelen.
12. PITCH ON/OFF TOETS – Deze TOETS wordt gebruikt om de PITCH SLIDER functie aan- en uit te
schakelen. Het pitch percentage kan gewijzigd worden naar 4%, 8%, 16%. Bij 4% wordt het minste pitch
manipulatie toegepast en bij 16% het meeste.
13. TRACK TOETS – Deze toets wordt gebruikt om vooruit of achteruit door de tracks te bladeren. Druk de
toets in en draai om 10 tracks tegelijk vooruit of achteruit te bladeren. Bovendien schakelt een druk op
deze toets over tussen artiest, bitrate, titel track, genre en bestandsnaam van de huidige track op de Player.
14. PITCH SLIDER – Deze slider wordt gebruikt om het pitch percentage van het afspelen aan te passen. De
slider is een ingestelde aanpassing en blijft ingesteld tot de pitch slider verschoven wordt of de pitch functie
wordt uitgeschakeld. Deze aanpassing kan uitgevoerd worden met of zonder een muziekbron (USB A of
USB B) in de speler. De pitch aanpassing blijft behouden, zelfs als de muziekbron (USB A of USB B)
verwijderd wordt en zal toegepast worden op elke andere muziekbron die in de speler wordt ingevoerd. Dit
wil zeggen, als u een +8% pitch instelt op een muziekbron, het USB-apparaat vervolgens verwijdert en een
ander invoert, dat deze nieuwe muziekbron dan ook een +8% pitch zal hebben. De toegepaste pitch wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
15. PITCH BEND TOETSEN – De snelheid stijgt wanneer de "+TOETS" wordt ingedrukt en ze keert terug naar
de oorspronkelijke pitch als de TOETS wordt losgelaten. De snelheid daalt als de "–TOETS" wordt
ingedrukt en ze keert terug naar de oorspronkelijke pitch als de TOETS wordt losgelaten. Deze TOETSEN
kunnen gebruikt worden om de beats van 2 tracks te synchroniseren.
57
BOVENSTE PANEEL
TOETS drukt