afgeschermd waardoor het bereik van de apparaten zeer
beperkt is. Binnen in het voertuig wordt daarentegen de belas-
ting door de radiografische straling verhoogd.
• Leg het apparaat nooit binnen het bereik van een airbag. Bij
het in werking treden van de airbag kan het apparaat worden
weggeslingerd en verwondingen veroorzaken.
• Gebruik het apparaat niet in ruimtes waar zendapparaten niet
zijn toegestaan, zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen, vliegtuigen,
enz. De portofoon kan gevoelige apparatuur in dergelijke
gebouwen verstoren.
• Personen met een pacemaker mogen het apparaat niet gebrui-
ken aangezien door de afgegeven radiografische straling een
beïnvloeding van de pacemaker niet kan worden uitgesloten.
• Er kan niet worden uitgesloten dat de portofoon de functie van
een gehoorapparaat beïnvloedt. Raadpleeg een gehoorappa-
raatspecialist of de fabrikant van het gehoorapparaat om naar
een oplossing te zoeken.
• Houd het apparaat verwijderd van explosiegevaarlijke omge-
vingen, bijv. tankstations, opslagruimtes voor chemicaliën,
enz. Door een vonk die bijv. kan ontstaan door vervangen
accu's of door de uitgezonden radiografische energie, kan in
dergelijke omgevingen een explosie worden veroorzaakt.
• Schakel de portofoon altijd uit wanneer het gebruik van
mobiele telefoons en draadloze apparatuur met waarschu-
wingsborden wordt verboden.
• Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in hooggevoelige
omgevingen, waar de toepassing van radiografische appara-
tuur een gevaar vormt voor de gezondheid of zelfs levensbe-
dreigend is.
• Met een beschadigde antenne mag het apparaat niet meer
worden gebruikt; bij contact met de huid kan een lichte ver-
branding ontstaan.
• Onachtzaamheid in het verkeer kan leiden tot ernstige onge-
lukken. Het apparaat mag daarom enkel bediend worden als
84