Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
•
beeldverwerking. Dit is normaal.
Tijdens de weergave van bewegende beelden kunnen de kleuren ongelijkmatig
zijn.
Dit is normaal. De opgenomen beelden worden hierdoor niet aangetast.
•
Beelden wissen/bewerken
De camera kan geen beeld wissen.
Annuleer de beveiliging (blz. 36).
•
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
•
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 90).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden
•
beveiligt (blz. 35) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK zet (blz. 90) om per ongeluk wissen te voorkomen.
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
•
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
•
De DPOF (Afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
•
seconden).
Annuleer de beveiliging (blz. 36).
•
Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
•
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 52 voor Windows en blz. 66 voor
•
Macintosh.
NL
80