Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Uitgangsveld; Achterzijde; Veiligheidsvoorschriften; Toepassingen - IMG STAGE LINE PMX-64FX Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4

1.3 Uitgangsveld

28 Schuifregelaar AUX RET om het signaal op
de ingang AUX RET (25) met het mastersig-
naal te mengen
29 Toets AFL met controle-led voor het beluiste-
ren van het signaal op de ingang AUX RET
(25) na de schuifregelaar AUX RET (28) via
een hoofdtelefoon die op de jack PHONES
(19) is aangesloten. Om het signaal door de
niveauleds (43) te laten weergeven, moet
ook de toets (42) onder de leds ingedrukt zijn.
30 Toets MON EQ met controle-led voor het
inschakelen van de equalizer voor het sig-
naal van het uitgangskanaal AUX 1 om de
muzikanten van geluid te voorzien
31 7-bands equalizer voor het mastersignaal
32 7-bands equalizer voor het signaal van het
uitgangskanaal AUX 1 om de muzikanten
van geluid te voorzien
33 Lijnuitgang MONITOR OUT (6,3 mm-stekker-
bus, ongebalanceerd) voor het signaal van
het uitgangskanaal AUX 1 om de muzikanten
van geluid te voorzien
34 XLR-jack LAMP om een zwanenhalslamp
aan te sluiten waarmee het paneel kan wor-
den verlicht (12 V /500 mA max.)
35 Schuifregelaar MONITOR voor het niveau van
het monitorsignaal op de uitgang MONITOR
OUT (33) en voor het geluidsvolume van het
monitorsignaal, wanneer het naar de uitgangs-
versterker gestuurd wordt [schakelaar AMPLI-
FIER ASSIGN (17) in de middelste stand]
36 Schuifregelaar MAIN MIX voor het niveau
van het mastersignaal op de uitgang MAIN
OUT (45) en voor het geluidsvolume van het
mastersignaal dat naar de uitgangsverster-
ker gestuurd wordt
37 Toets AFL met controle-led voor het beluiste-
ren van het monitorsignaal na de schuifregel-
aar MONITOR (35) via een hoofdtelefoon die
op de jack PHONES (19) is aangesloten. Om
het signaal door de niveauleds (43) te laten
weergeven, moet ook de toets (42) onder de
leds ingedrukt zijn.
38 Toets COMP/ LIM met controle-led om de
compressor voor het mastersignaal in te
schakelen
39 Toets MAIN EQ met controle-led om de
equalizer voor het mastersignaal in te scha-
kelen
40 Regelaar RATIO voor het instellen van de
compressieverhouding
41 Regelaar THRESHOLD voor het instellen van
het beginpunt (drempelwaarde), vanaf welk het
mastersignaal gecomprimeerd moet worden
42 Toets PFL /AFL – MAIN met controle-led voor
het selecteren van het signaal dat de niveau-
leds (43) aangeven en dat naar de hoofdtele-
foonuitgang gestuurd moet worden
Toets uitgeschakeld:
Het mastersignaal na de schuifregelaar
MAIN MIX (36) wordt weergegeven en
naar de hoofdtelefoonuitgang gestuurd.
Toets ingedrukt:
Het signaal van een kanaal waarvan de
toets PFL (3) of AFL (29, 37) ingedrukt is,
wordt weergegeven en naar de hoofdtele-
foonuitgang gestuurd.
43 Niveauledweergave; geeft het niveau van het
signaal aan, dat geselecteerd is om voor te
beluisteren
via
de
hoofdtelefoonuitgang
PHONES (19), zie pos. 42
44 Led POWER
45 Lijnuitgang MAIN OUT voor het mastersig-
naal (6,3 mm-stekkerbussen, gebalanceerd)

1.4 Achterzijde

46 POWER-jack voor aansluiting op een stop-
contact (230 V~ / 50 Hz) met behulp van het
bijgeleverde netsnoer
47 Houder voor de netzekering
Vervang een gesmolten zekering uitsluitend
door een zekering van hetzelfde type.
48 POWER-schakelaar
49 Luidsprekerconnectoren (6,3 mm-jack)
in plaats van de aansluitingen (50)
50 Luidsprekerconnectoren (SPEAKON
patibel) in plaats van de 6,3 mm-stekkerbus-
sen (49)

2 Veiligheidsvoorschriften

Het apparaat is in overeenstemming met alle
relevante EU-Richtlijnen en is daarom geken-
merkt met
.
WAARSCHUWING De netspanning van de appa-
raat is levensgevaarlijk. Open
het apparaat niet, en zorg dat
u niets in de ventilatieopenin-
gen steekt. U loopt immers het
risico van een elektrische
schok.
Let bij ingebruikname ook zeker op het vol-
gende:
G
Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik
binnenshuis; vermijd druip- en spatwater,
plaatsen met een hoge vochtigheid en uitzon-
derlijk warme plaatsen (toegestaan omge-
vingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C).
G
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drink-
glazen etc. op het apparaat.
G
De warmte die in het apparaat ontstaat, moet
door ventilatie worden afgevoerd. Dek daarom
de ventilatieopeningen van de behuizing niet
af.
G
Schakel het apparaat niet in resp. trek onmid-
dellijk de stekker uit het stopcontact,
1. wanneer het apparaat of het netsnoer zicht-
baar beschadigd is,
2. wanneer er een defect zou kunnen optreden
nadat het apparaat bijvoorbeeld is gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval worden her-
steld door een gekwalificeerd vakman.
G
Trek de stekker nooit met het snoer uit het
stopcontact, maar met de stekker zelf.
G
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of
van herstelling door een niet-gekwalificeerd
persoon vervalt de garantie en de verantwoor-
delijkheid voor hieruit resulterende materiële
of lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf.

3 Toepassingen

Dit audiomengpaneel met ingebouwde stereo-
uitgangsversterker (klasse D, 2 × 475 W
luidsprekers van 4 Ω) is geschikt voor diverse
PA-toepassingen en opnamedoeleinden. Het
mengpaneel is als tafelmodel uitgevoerd en be -
schikt over 6 mono- en 3 stereo-ingangskanalen
voor aansluiting van microfoons (ook met fan-
toomvoeding) en geluidsbronnen met lijnuit-
gangsniveau (bv. instrumenten, afspeelappara-
tuur). Een bijkomend stereo-ingangskanaal kan
bijvoorbeeld gebruikt worden voor de weergave
van een opnameapparaat.
De ingangssignalen kunnen op een stereo-
masterkanaal en op twee uitgangskanalen ge -
mengd worden. Voor het toevoegen van effecten
is er een digitale effectengenerator beschikbaar.
Het afmengen van het geluid kan via een hoofd-
telefoon beluisterd worden. Bovendien kunt u
afzonderlijke kanaalsignalen via een hoofdtele-
foon voorbeluisteren.
®
-com-
4 De apparatuur aansluiten
Schakel het mengpaneel uit of schuif de schuif-
regelaars MONITOR (35) en MAIN MIX (36) vol-
ledig dicht en draai de regelaar PHONES (15)
volledig dicht, voordat u verbindingen tot stand
brengt of loskoppelt. Zo vermijdt u storingsge -
luiden.

4.1 Geluidsbronnen

In de ingangskanalen kunt u niet omschakelen
tussen de microfooningang (13) en de lijningang
(11, 12). Sluit daarom per kanaal slechts een
van beide ingangen aan.

4.1.1 Microfoons

Sluit de microfoons aan op de gebalanceerde
XLR-jacks MIC (13). Voor microfoons met fan-
toomvoeding kunt u voor telkens drie microfoon-
ingangen met behulp van de schakelaars
PHANTOM (14) een fantoomvoeding van 48 V
inschakelen. Bij geactiveerde fantoomvoeding
functie licht de led naast de schakelaar op.
Opgelet: Bij ingeschakelde fantoomvoeding
mag er geen microfoon met ongebalanceerde
uitgang zijn aangesloten. U zou hem immers
kunnen beschadigen.
Schakelt de fantoomvoeding pas in of uit, wan-
neer het mengpaneel uitgeschakeld is of als de
respectieve toetsen MUTE (4) ingedrukt zijn en
de regelaar PHONES (15) dichtgedraaid is. Zo
vermijdt u schakelploppen in de luidsprekers en
in de hoofdtelefoon.

4.1.2 Lijngeluidsbronnen

Sluit geluidsbronnen met lijnsignaalniveau (bv.
ontvangers van draadloze microfoonsystemen,
effectenapparatuur, instrumenten, afspeelappa-
ratuur) aan op de 6,3 mm-stekkerbussen LINE
IN (11, 12) van de ingangskanalen. De jacks zijn
gebalanceerd bedraad. U kunt ook apparatuur
met ongebalanceerd bedrade uitgang via twee-
polige stekkers aansluiten.
— Sluit monoapparatuur aan op de jacks (12)
van de monokanalen CH 1 tot CH 6.
— Sluit stereoapparatuur aan op de jacks (11)
van de stereokanalen CH 7-8, CH 9-10 en
CH 11-12. Als u een monoapparaat op een
stereokanaal wilt aansluiten, gebruik dan
alleen de jack L (MONO). Het monosignaal
wordt dan intern naar het rechter en linker
kanaal gestuurd.
Als de ingangskanalen niet volstaan, kunnen
voor het aansluiten van bijkomende lijnbronnen
ook volgende stereo-ingangen worden gebruikt:
1. de ingang AUX RTN (25)
Gebruik bij aansluiting van een monoappa-
op
RMS
raat alleen de jack L (MONO), het monosig-
naal wordt dan intern naar het linker en rech-
ter kanaal gestuurd.
2. de ingang TAPE IN (18)
bv. voor aansluiting van een cd-speler voor
achtergrondmuziek in de speelpauzen
29

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis